Berichten

Pas op voor Jacobskruiskruid!

Jacobskruiskruid – weet jij het te herkennen?

Jacobskruiskruid belicht door de Paarden Oppas ServiceAls paardenhouder en paardenverzorger is het essentieel om te weten welke planten wel en niet goed zijn voor paarden. Intuïtief weten paarden wel welke planten ze nodig hebben om een tekort aan vitaminen en mineralen aan te vullen en welke planten ze beter kunnen mijden omdat die stoffen bevatten die niet goed voor hen zijn (denk aan Jacobskruiskruid, Rododendron, Vingerhoedskruid en Zuring). Heb je echter meerdere paarden rondlopen en ontstaan er tekorten, dan kan het zijn dat de paarden die lager in de rangorde staan van giftige planten en kruiden gaan eten. Dus het is belangrijk om te zorgen dat de paarden voldoende gebalanceerd voedsel aangeboden krijgen. Maar daarmee is het gevaar niet afgedaan! Want als mensen het natuurlijk evenwicht in de begroeiing verstoren door te gaan maaien, kan het zijn dat giftige planten versneden tussen het gemaaide gras terecht komen, waarna het paard ze toch binnen kan krijgen.

Jacobskruiskruid herkennen
Neem bijvoorbeeld Jacobskruiskruid. Je kent het wel: die plant met al die kleine gele bloemetjes! Die bloeien van juni tot oktober. De bloemen bevatten 2x zoveel gif als de bladeren. Maar wist je dat de plant maar twee jaar leeft en dat hij in het eerste jaar geen bloemen heeft? Het is dus zaak dat je de grillige blaadjes goed weet te herkennen, zodat je de plant bijtijds kan verwijderen. Wanneer de bloemen veranderen in zaadpluizen, verpietert het blad en daardoor is het nog maar moeilijk herkenbaar. Zie je een oranjebruin gestreepte rups (zebrarups) op de plant waarvan jij vermoedt dat het Jacobskruiskruid is, dan is dat de bevestiging die je zoekt: dit is de rups van de Sintjacobsvlinder. Het kruid groeit in bosjes bij elkaar komt vaak voor op weilanden en in bermen en wanneer hier gemaaid wordt,  is de kans groot dat het in het hooi terechtkomt. Zo lang het Jacobskruiskruid groeit, zullen de meeste paarden het intuïtief niet aanraken. Het kruid heeft ook een bittere smaak, waardoor het niet aantrekkelijk is om te eten. Als een paard het echter in gedroogde vorm aangeboden krijgt in het hooi, is de bittere smaak sterk en de typische geur afgenomen, maar de giftigheid niet! Het is dus zaak om je hooi goed te controleren.

Gevaar voor je paard
Wat gebeurt er als je paard dit kruid eet? De gifstoffen komen in de darmen terecht en tasten vervolgens de lever aan, waarbij kleine bloedvaatjes verstopt raken. Eén hapje Jakobskruiskruid kan er al voor zorgen dat levercellen afsterven. De dode levercellen worden door het lichaam afgevoerd, maar de gevolgen zijn littekenweefsel en natuurlijk een verminderde werking van de lever. De functie van de lever is het ontgiften en reinigen van het lichaam. Als de lever niet goed meer werkt, wordt het paard dus van binnenuit vergiftigd! Een paard kan dan of heel sloom worden of juist ongebruikelijk wild. Dit komt doordat ammoniak, wat aangemaakt wordt in de darmen, niet meer wordt omgezet in de lever en een ammoniakvergiftiging verstoord de hersenfunctie. Het dier wordt er letterlijk gek van!
Zogende merries kunnen de giftige stoffen ook doorgeven aan hun veulen. De gifstoffen die het paard binnenkrijgt via Jacobskruiskruid verlaten het lichaam binnen 24 tot 48 uur voornamelijk via de nieren, maar het kan ook via melk.

Behandeling
De dierenarts kan door middel van bloedonderzoek vaststellen of er sprake is van leverbeschadiging en hij kan de ontsteking tegengaan met Prednisolon. Heeft het dier echt kolder in de kop, dan zal hij enkele dagen aan het infuus moeten om de stofwisseling en ontgifting snel en grondig aan te pakken. Bij mildere vormen wil een behandeling met Mariadistel nog weleens helpen: dit heeft een sterk ontgiftende werking op de lever. Als het paard wel giftige stoffen binnen heeft gekregen, maar de lever die in voldoende mate kan afbreken, zullen de bloedtesten geen verhoogde waarden aangeven.

Hoe kom ik eraf?
De plant verspreid zich snel: een volwassen plant kan 75.000 tot 200.000 vruchten voortbrengen! Stel dat jij Jacobskruiskruid op jouw terrein hebt staan, wat staat je dan te doen? Graaf het uit! Pak er een schepje bij en zorg dat je alle wortels meeneemt, anders groeien er zo weer nieuwe planten. Sommige mensen krijgen een allergische reactie bij huidcontact met Jacobskruiskruid, dus doe voor de zekerheid tuinhandschoenen aan! Deponeer de uitgetrokken planten in de groenbak om verdere verspreiding tegen te gaan, dus niet op de composthoop!
Je kan ook een paar geiten of schapen op het land zetten waar het Jacobskruiskruid voorkomt. Geiten en schapen zijn gek op deze plant! Schapen en geiten beschikken over enzymen in het maagdarmkanaal die de gifstoffen gedeeltelijk onschadelijk maken. Ze zouden ruim 300 x hun eigen lichaamsgewicht aan Jacobskruiskruid moeten eten voordat het hen fataal zou worden. Bij paarden bedraagt dit percentage slechts vijf % van het lichaamsgewicht. Uit de praktijk is gebleken dat winterbeweiding met schapen een goed middel is om uitbreiding van het kruid tegen te gaan.

Natuurlijk afweergeschut
Wist je trouwens dat de rupsen van de Sint-Jacobsvlinder (een dagactieve nachtvlinder) de gifstoffen uit Jacobskruiskruid opslaan in hun lijfje, waardoor ze later als vlinder oneetbaar zijn voor vleermuizen, vogels, zoogdieren, reptielen en spinnen ?

Sint-Jacobsvlinder

Duo Protection

DSC_1125Ben je al bekend met Duo Protection? Dan hebben we het niet over een tweetal knappe bodyguards die met je meegaan, waar je ook gaat of staat. Nee, we hebben het over een bijzonder multifunctionele productlijn voor de hoeven van je paarden, voor je tuig, je honden en katten. Duo Protection voedt en beschermt en is gemaakt van… paardenvet. Nu niet meteen afhaken, want het vet komt van paarden uit Nederland en België die een goed leven en goede voeding hebben gehad. Het vet dat er vanaf komt is dan ook van een uitzonderlijk hoge kwaliteit. Het ruwe vet wordt gesmolten om een vet te verkrijgen wat bij koude temperaturen hard is en bij warmere temperaturen vloeibaar wordt.

Vet sluit toch af?
Uit ervaring weten wij dat de meeste hoefsmeden tegen het invetten van hoeven zijn omdat het de hoefwand afsluit. Duo Protection doet dat niet. Doordat Duo Protection een voor het paard lichaamseigen stof is en 100% natuurlijk is, trekt het meteen in de hoeven. In paardenvet zit vitamine A en D én glycerine. Glycerine trekt juist vocht aan. Door de werking van het paardenvet krijg je een snellere groei van het hoorn en een stevigere structuur van de hoef. Duo Protection is onderzocht door onderzoeksinstituut TNO en het is onomstotelijk bewezen dat Duo Protection de hoeven verbetert, onderhoudt en sterker maakt en ook goed is voor de behandeling van honden, katten en tuig. Leder komt van dieren en omdat Duo Protection 100% natuurlijk (dierlijk) is, wordt het opgenomen in het leder. Het voedt het leder en geeft het een natuurlijke look. Het ledervet van Duo Protection kan je dus gebruiken om je hoofdstellen en zadels mee in te vetten.

Hoeven
Heeft je paard slechte hoeven? Behandel hem dan een maand lang dagelijks met Duo Hoef van Duo Protection. Je zult versteld staan van de verandering! Daarna hou je het 3 keer per week bij. Duo Protection is niet alleen voor slechte hoeven. Goede hoeven verdienen ook verzorging om ze in goede staat te houden. Vet daarom de hoeven van je paard minimaal 2 à 3 keer per week in. Strijk vanaf de kroonrand naar beneden en smeer de hele hoef goed in. Bij droge straal (onderkant van de hoef) één keer in de week insmeren. Duo Hoef is gesmolten paardenvet zonder toevoeging. Het grote voordeel van Duo Hoef is dat het werkelijk in de hoorn van de hoef trekt en zodoende ook van binnenuit zijn werking heeft. Brokkelhoeven behoren tot de verleden tijd en scheuren gaan over (groeien uit). De hoef wordt sterk en blijft goed in balans. Ook steeds meer hoefsmeden werken met Duo Hoef. Duo Hoef wordt op ambachtelijke manier vervaardigd. De makers van dit product gebruiken het van generatie op generatie en hebben 4 jaar geleden de stoute schoenen aangetrokken en besloten het heel geleidelijk op de markt te brengen. De reacties die zij krijgen van gebruikers zijn overweldigend.

LederwarenDuo Protection is te koop bij de Paarden Oppas Service
Duo Protection ledervet beschermt en voedt het leder. Hier geldt ook weer dat door de glycerine het leder een beetje vochtig blijft. Zo voorkom je uitdrogen en gescheurd leer. Doordat de meeste lederwaren natuurlijk zijn is het juist goed om het ook met een natuurlijk vet te behandelen. En je hoeft niet bang te zijn dat het afgeeft, want Duo Protection trekt vrijwel meteen in het leder. Smeer het leer rijkelijk in en wrijf het na 3 minuten met een droge doek uit. Met Duo Protection zijn vetvlekken in rijbroeken, sjabrakken e.d. verleden tijd.

De Paarden Oppas Service adviseert het gebruik van Duo DogDuo Dog en Duo Cat
Naast het hoeven- en ledervet produceert Duo Protection ook een supplement voor honden: Duo Dog! Dit vinden de honden niet alleen heel lekker, maar het is ook nog eens heel gezond voor ze: het gaat haaruitval en droge huid tegen, zorgt voor een glanzende vacht en heeft een zeer positieve uitwerking op de spijsvertering en de darmflora. Duo Dog zorgt voor een verhoogde weerstand en sterkeren botten. Een eetlepel door het voer is voldoende voor kleine honden. Grotere honden mogen wel 3 tot 4 doseringen per dag.
Duo Cat is de variant voor katten: die van ons krijgen een theelepeltje per dag en dat vinden ze een heerlijke traktatie! Leuk om die reactie te zien, maar wij zijn vooral blij met de verminderde haaruitval!

Referentie van Mariette Roelofsen – dierenarts, Dierenkliniek Cato
Duo Dog vloeibaar paardenvet is echt ‘een gouden product’. Wetenschappelijke bewijzen waarom dit product zo goed werkt heb ik niet, maar onze praktische ervaringen zijn zeer goed. Wij, als praktijk, zetten het in bij huidproblemen, slechte eters en dieren met gewrichtsklachten. Onze trimster zet het in bij honden of katten waar de vacht veel klit of slecht doorkambaar is. Zowel de trimster als wij hebben vele positieve klanten. Waar wij als praktijk altijd al werkte met vetzuurpreparaten, lijkt dit een vet supplement te zijn wat veel minder duur is en binnen 10 dagen al, voor de eigenaar zichtbare, verbetering!

Waar verkrijgbaar?
Duo Protection Hoevenvet, Ledervet, Duo Dog en Duo Cat zijn verkrijgbaar bij de Paarden Oppas Service in Hernen, bij Nijmegen. Online bestellen kan natuurlijk ook.
Ga snel naar onze online shop!

 

Tekst: Sandra Oprel, uitvoerend directeur Paarden Oppas Service

Horzeleitjes

In de nazomer kunnen we weer ongenode gasten verwachten in de vorm van horzeleitjes!!

De Paarden Oppas Service over horzeleitjesDe horzel is een vliegende parasiet, die zich graag nestelt in jouw paard. Het vrouwtje heeft de ambitie om minstens 500 eitjes op jouw paard te plakken. Ja, je leest het goed: 500! Ze heeft er nog meer: horzelvrouwtjes dragen 700 tot 1000 eitjes bij zich, maar ze vinden vaak meer dan 1 gastheer, omdat ze meestal verjaagd worden tijdens hun plakwerk. Zij plaatst haar eitjes het liefst op de benen of flanken van jouw viervoeter, maar ook op zijn nek, in zijn manen en rond zijn mond. Iedere 10 seconden kan ze een eitje aan een paardenhaar plakken. Je kunt ze makkelijk herkennen: dan zie je gele stipjes op je paard en die zijn er niet zomaar af te borstelen!

Verspreiding en gevolgen
De oplettende lezer vraagt zich nu af hoe deze horzels IN je paard terecht komen. Dat gaat als volgt: je paard wrijft zijn neus langs zijn benen, waar de eitjes zitten. Of hij krabt een ander paard met zijn tanden in zijn nek. De eitjes komen zo in zijn mond terecht en zij ontwikkelen zich in zijn mond tot larven. Vanuit de mond verplaatsen zij zich na ongeveer een maand naar de maag en daar settelen zij zich. De larven in de mond kunnen zorgen voor ontstekingen aan de mond en tong van je paard. Als de larven zich settelen in de maag kunnen ze maagzweren veroorzaken, wat weer kan leiden tot buikvliesontsteking. Dit kan je paard fataal worden! Symptomen waar je op moet letten zijn gapen, gewichtsverlies, koliek, diarree en andere spijsverteringsproblemen. In de darmwand overwinteren de larven en in het voorjaar worden ze uitgeniest of uitgepoept (ze kunnen zich zelfs door de huid naar buiten eten!), om zich vervolgens te ontwikkelen tot volwassen horzels, die nog meer eitjes kunnen gaan leggen! De horzels zelf eten niet, maar de larven voeden zich dus in de maag van jouw paard.

Voorkomen is beter dan…
Het is belangrijk om regelmatig goed te ontwormen, zodat de al aanwezige larven gedood worden. Stel samen met je dierenarts een goed ontwormingsplan op, op basis van mestonderzoek. Voorkomen is beter dan genezen, dus zorg dat je je paard nu inwrijft of sprayt met een anti-insectenmiddel, om die horzelvrouwtjes duidelijk te maken dat je jouw paard niet aanbiedt als gastheer! Zie je toch eitjes op je paard, verwijder deze dan met een horzelmesje of een schuurblokje. Pas op dat je hierbij zelf geen eitje in je mond krijgt (of op je handen en vervolgens in je mond of neus als je even je gezicht aanraakt of een haar uit je mond haalt, bijvoorbeeld), want je wilt zelf ook niet de gastheer worden van deze parasiet! Heb je moeite om de eitjes van je paard te verwijderen? Was dan je paard met een azijnoplossing: dan laten de eitjes makkelijker los. En natuurlijk blijft het belangrijk om de mest van je land te verwijderen, zodat de parasieten jouw weiland niet zien als de ideale kraamkamer!

Hoefkatrol

De Paarden Oppas Service over hoefkatrolWist je dat ieder paard hoefkatrol heeft? Maar gelukkig hebben ze niet allemaal een hoefkatrolontsteking!
De hoefkatrol is een deel van de hoef en bestaat uit het hoefbeen, kroonbeen, de diepe buigpees, de slijmbeurs, ligamentjes en het straalbeen. De hoefkatrol maakt het mogelijk om de ondervoet te kunnen buigen. Is er sprake van een hoefkatrolonsteking, dan is de slijmbeurs chronisch geïrriteerd geraakt doordat het kraakbeen rafelig is geworden ten gevolge van de slijtage. Het komt het meeste voor in de voorbenen.

Wat zijn mogelijke oorzaken?

Hoefkatrolontsteking ontstaat door een (chronische) overbelasting van het hoefkatrolapparaat. Je ziet het bijvoorbeeld vaak bij springpaarden: bij de landing na een sprong veert de ondervoet zo ver door dat de kogel bijna de grond raakt. Dit is een enorme belasting voor de ondervoet. Een andere reden kan overgewicht zijn – dit kan leiden tot een overbelasting van de hoefkatrol. Het kan ook een storing in de ontwikkeling van de groei van het paard zijn. Ook het te vroeg gaan beleren van een jong paard kan zorgen voor overbelasting. Als een paard vaak op harde grond traint, zal hij gevoeliger zijn voor hoefkatrolontsteking. Het kraakbeen zal dan immers sneller slijten. Door verkeerde hoefverzorging kan er ook een disbalans ontstaan in de belasting van de benen van het paard, wat kan resulteren in hoefkatrolontsteking. Voeding kan een geleider zijn: veel snelle koolhydraten kunnen ontstekingsbevorderend werken.

Mogelijk speelt er ook een erfelijke component in het optreden van hoefkatrolontsteking. Er is een theorie dat hoefkatrolontsteking is ontstaan door een verkeerd fokbeleid: ‘Het komt niet voor niets het meeste voor bij KWPNers. Ooit werden er drie hengsten ingezet die het vererfden bij de omvorming van het Gelderse en Groninger paard naar het hedendaagse KWPN-sportpaard. Vanuit deze combinatie ontstond hoefkatrolontsteking. l’Invasion, Koridon XX en Duc de Normandie gaven het door. Voordat deze paarden in Nederland dekten, kende men geen hoefkatrolontsteking.’

Wat zijn de symptomen?

Kreupelheid hoeft niet het eerste symptoom te zijn waaraan je merkt dat er iets mis is. Je kan merken dat je paard pijn heeft tijdens het trainen, met name bij het maken van korte wendingen of bij lange/intensieve trainingen. Je paard gaat dan krampachtig lopen en zal wat verstijven in de benen. Je paard kan ook een afwijkende stand van de benen hebben: die staan dan niet meer recht. Vaak leunt het paard wat achterover om zo de pijnlijke voorbenen te ontzien. De voorbenen worden vaak meer belast en hebben daardoor een grotere kans op hoefkatrolontsteking.

Diagnose en behandeling

Röntgenfoto’s en echo’s kunnen aangeven of het hier om een hoefkatrolonsteking gaat. De dierenarts kan dan ontstekingsremmers of kruiden geven, die tevens pijnstillend werken. Neem de tijd om je paard te revalideren!

Voor de genezing van ziekten en ontstekingen in het algemeen is een goede doorbloeding essentieel. Bij hoefkatrolontsteking is een goede doorbloeding van de hoeven belangrijk. Als een paard lang op stal staat, zal de doorbloeding van zijn hoeven minder zijn. Tijdens beweging stroomt er meer bloed door de hoeven en hierdoor zetten de hoeven uit. Hoefijzers kunnen deze natuurlijke functie tegenwerken.  Het hoefmechanisme is van groot belang voor de bloedvoorziening van het hele paardenbeen. In 5 stappen wordt er mogelijk zelfs een liter bloed door de hoeven gepompt. Regelmatig bewegen is dus stimulerend voor het herstel van je paard. Paarden die in het wild leven, slapen maar een uur per dag. Zij houden het hoefmechanisme aan het werk door veel te bewegen. De hoeven zetten uit en krimpen in tijdens het lopen. Dit zorgt voor een goede doorbloeding, wat de kans op ontstekingen reduceert. Wat wij hiervan kunnen leren is dat regelmatig bewegen nodig is voor het welzijn van het paard.

Want natuurlijk is het essentieel om naar de oorzaak te kijken en die, waar mogelijk, weg te nemen.

Voorkomen is beter dan genezen

Wat betreft voeding: zorg dat je paard niet te zwaar is en geef hem voldoende omega 3-vetzuren en gamma-linoleenzuur. Dat werkt ontstekingsremmend. Zie ons blog over de spijsvertering van paarden.
Als snack kan je af en toe Hennep Bites geven. Die zijn rijk aan vezels, omega’s 3-6-9, essentiële aminozuren, natuurlijke vitaminen A, B1,2,3 en 6, vit. C, D,E en minerale sporenelementen.

Wat betreft hoefmanagement: zorg voor goede bekapping en hoefverzorging.

Wat betreft training: beleer je paard niet te vroeg, doseer de trainingen (liever vaker en korter) en werk op zachtere grond.

In het kort: goed voedings-, hoef- en trainingsmanagement toepassen verkleint de kans op hoefkatrolontsteking en helpt bij het herstel.
Je paard is afhankelijk van jou, dus zorg dat hij niet de dupe wordt van jouw verkeerde gewoontes! Neem jouw aanpak eens goed onder de loep (haal er evt. een professioneel bij) en kijk eens of er punten ter verbetering te vinden zijn. Jouw paard zal je dankbaar zijn en jij zult langer van hem kunnen genieten!

Wat iedere paardenhouder weten moet over de spijsvertering

Wat moet je weten van de spijsvertering van het paard?

Voor iedere paardenhouder en verzorger is het belangrijk om de basis van de spijsvertering te kennen. Hoe beter je deze kent, hoe beter je voor je paard kan zorgen. We weten allemaal wel dat een paard met name ruwvoer moet eten. Maar waarom eigenlijk? Daarvoor moeten we eerst de geschiedenis van de evolutie van het paard in.

Wat leert de geschiedenis ons?

De eerste paardachtigen zijn al 60 miljoen jaar geleden ontstaan. Grofweg circa 3,5 miljoen jaar geleden is het paard ontstaan waar onze huidige paarden lijken. Uit de inrichting van hun spijsvertering en de vormgeving van hun gebit blijkt dat deze oerpaarden leefden op moeilijk verteerbare grondstoffen. Hun basisdieet bestond uit vele grassoorten en verschillende soorten bladeren, struiken, andere plantensoorten, knollen, bast en vruchten. In de afgelopen millennia is er nauwelijks iets veranderd aan de spijsvertering of gebit van het paard.

Ontwikkeling van het dieet door invloed van de mens

Door domesticatie is de voedselconsumptie wel veranderd. Toen het paard als werkpaard diende, begon men granen bij te voeren, omdat er weinig tijd was om voldoende ruwvoer te eten. Granen bevatten zetmeel en geven daardoor snel en veel energie. Granen zijn de zaden van grassen – ze kunnen prima door het paard worden verteerd. Maar een paard kan maar een bepaalde hoeveelheid verwerken. Het graan moet namelijk enzymatisch worden verteerd en de alvleesklier maakt maar een beperkte hoeveelheid van de hiervoor benodigde enzymen aan.
Vanuit deze ontwikkeling in de geschiedenis is het krachtvoer ontstaan wat we nu kennen. Helaas heeft menig krachtvoer niet meer dezelfde kwaliteit als vroeger. Daarover later meer.

 De belangrijkste kennis over de spijsvertering

Tanden: Voor de juiste maling van het voer dient het gebit in goede staat te zijn. Het is wijs om de tandarts minimaal 1 maal per jaar de tanden te laten bijwerken.

Maag: Een paard moet 16 uur per dag kunnen kauwen op ruwvoer (hooi en/of gras). Krijgt een paard te weinig ruwvoer of staat hij langer dan 2 uur zonder, dan verzuurt de maag. Dat komt omdat het lichaam non-stop zuren aanmaakt. Wordt dit niet geneutraliseerd met speeksel en voeding, dan kan dat bijvoorbeeld maagzweren veroorzaken.

Dunne darm: Hier worden de koolhydraten, eiwitten en vetten afgebroken door enzymen. Wanneer niet alles in de dunne darm verteerd wordt, komt dit onverteerd in de blinde en dikke darm terecht. Dit verstoort de vertering in deze gebieden en bemoeilijkt de opname van voedingsstoffen.

Galblaas: Gal is een vloeistof die vetten afbreekt die via voeding in het lichaam terechtkomen, waardoor deze door de darm opgenomen kunnen worden. Bij een mens wordt gal opgeslagen in de galblaas en in de dunne darm geknepen als men eet. Een paard heeft echter geen galblaas! Het gal komt 24/7 direct de dunne darm in. Dit is logisch: paarden in het wild besteden minimaal 16 uur per dag aan eten. Het is voor het lijf dus niet nuttig om het gal tijdelijk op te slaan, want het moet het overgrote gedeelte van de dag beschikbaar zijn. Een direct gevolg hiervan is dat het onverstandig is om grote hoeveelheden olie bij te voeren in een voerbeurt.

De blinde & dikke darm: Hier wordt het ruwvoer grotendeels door middel van bacteriën verteerd. De voedselbrij gaat zeer traag door dit gedeelte van het stelsel heen. Op deze manier kan het lichaam uit arm en moeilijk verteerbaar voedsel toch veel voedingsstoffen onttrekken. Doordat de verschillende bacteriestammen de darm bevolken kan je nooit zomaar wisselen van voeding (ook ruwvoer niet). Elke stam heeft een functie en bij veranderingen moeten de stammen de tijd krijgen zich te verhouden tot de nieuwe voeding die binnenkomt.

Welke voeding past bij dit spijsverteringstelsel?

Dat is voeding die een paard in de natuur ook zou eten (zoveel mogelijk in onbewerkte vorm). Vooral veel soorten grassen en kruiden. Maar ook zaden met schil, granen in kaf, boomschorsen en bladeren, vruchten en mineraalhoudende grondstoffen passen in het dieet.

En welke voeding moet je zoveel mogelijk uit de weg gaan?

De industrie heeft een breed spectrum aan bewerkingen bedacht, zogenaamd om de “opname” te verbeteren. Hierbij moet je denken aan gepofte tarwe, getoast lijnzaad, ontsloten maïsvlokken en ga zo maar door. Door deze bewerkingen verliezen de grondstoffen hun kracht en moeten er allerlei (meestal synthetische) vitaminen en mineralen toegevoegd worden om nog tot een enigszins voedzaam resultaat te komen.

Vaak zie je dat er veel gebruik wordt gemaakt van restproducten, zoals kortmeelpallets, sojaschroot, tarwegries, enzovoort. Een brok, biks, balancer of muesli wordt volgestopt met restproducten waar vervolgens weer een hoop synthetische vitaminen en anorganische mineralen worden toegevoegd. Dit houdt de het eindproduct wel betaalbaar, maar gezond is het niet.

En dan heb je nog te maken met de kwaliteit van de grondstoffen. Veel producten worden gemaakt van GMO grondstoffen of van met pesticiden bespoten gewassen. Dit is een directe belasting voor het lijf en naast het feit dat het niets toevoegt, is het zelfs schadelijk op de langere termijn. Ook worden deze gewassen vaak op uitgeputte landbouwgrond verbouwd. Hierdoor hebben deze planten veel minder inhoudsstoffen dan biologische gewassen.

Verder moet je kijken naar de samenstelling. In hoeveel producten zit er een groot aandeel mais? En ook suiker/melasse wordt vaak als bindmiddel of smaakmaker gebruikt. En wat dacht je van conserveringsmiddelen als E321 en E320? Ook niet wenselijk in het paardenlijf!

Dit allemaal wetende, wat is dan wel gezond?

De Paarden Oppas Service over voedingGa voor onbewerkte grondstoffen van goede kwaliteit, in de juiste samenstelling, zonder synthetische toevoegingen. Een geschikte basis voor een paard dat dagelijks een uurtje in de bak werkt en voldoende kwalitatief ruwvoer eet, is heel gemakkelijk samen te stellen: dagelijks een handvol kruiden van de Iedere dag mix van Terra Pura, aangevuld met een beetje muesli van Bio-Ron. Daarnaast hang je een Himalaya liksteen, een bakje met Keltisch zeezout en één met Veendrenk op in zijn stal of paddock. Zo kan het paard zelf kiezen welke mineralen hij aan wil vullen en heb je geen kans op overschotten.

Dat is alles! Simpel, supergezond en het bevat alle benodigde vitaminen en mineralen van natuurlijke oorsprong. Hiermee houd je je paard gezond op de korte en langere termijn.

Heb je nog vragen?

Uiteraard zouden we nog veel uitgebreider kunnen ingaan op dit onderwerp. Er zijn ontzettend veel uitzonderingen of toevoegingen, maar dat past uiteraard niet allemaal in één blog. Op purehorse.nl staat veel informatie over gezonde voeding. Mocht je nog vragen hebben, voel je vrij om deze te stellen. Je kan daarvoor mailen naar info@purehorse.nl.

Dit is een Gastblog van Jantine Steehouder, directeur van Pure Horse

 

 

Verwelkom brandnetels!

De Paarden Oppas Service adviseert: brandnetels als supplementWist je dat brandnetels heel gezond zijn voor mensen? Deze planten hebben een zuiverende werking: ze werken ontgiftend en bloedzuiverend. Het drinken van brandnetelthee is een goed middel om je lichaam te reinigen van schadelijke stoffen. Mensen die last hebben van acné kunnen baat hebben bij het drinken van brandnetelthee.

Ook voor paarden is de brandnetel een heel gezonde aanvulling op zijn rantsoen. De plant bevat heel veel vitaminen en mineralen: zink, ijzer, mangaan, calcium, magnesium, natrium, kalium en vitamine A. B5 en B12, C, D en K. Het reinigt de darmen en het bloed, stimuleert de spijsvertering en de urinewegen. Heel goed dus voor paarden die last hebben van blaasgruis!

Dus geef je paard af en toe wat brandnetels! Pluk ze (wij raden het gebruik van werkhandschoenen aan!) en laat ze een dag of twee drogen in de zon voordat je ze aan je paard voorzet, zodat de prik eraf is. Je kunt gedroogde brandnetel ook kopen als supplement, maar wij vinden het leuk om het zelf uit de natuur te halen. Let wel op dat je de brandnetels plukt op een plek waar geen pesticiden gebruikt worden.
De natuur weet wat goed voor ze is, daarom vinden de meeste paarden gedroogde brandnetel ook echt lekker. Zeker als je paard herstellende is na een ziekte, of als hij een wat lagere weerstand heeft, is dit een zeer welkom versterkend middel.

Net zoals de brandnetelthee bij mensen met acné verlichting kan brengen, kan de brandnetel ook bij paarden met huidproblemen verlichting brengen!

Het is leuk om te kijken hoe de paarden reageren op de gedroogde brandnetels. Vaak is het nieuw voor ze en vinden ze het reuze interessant! Brandnetels bevatten histamine en er zijn paarden die daar niet zo goed tegen kunnen, dus hou de eerste paar keer even in de gaten of het goed valt! Als hij niet tegen histamine kan, zal je al snel bultjes zien verschijnen op zijn huid. Heeft jouw paard die reactie niet? Dan kan je hem rustig wel vaker een paar gedroogde brandnetels geven!

Heb jij jouw paard weleens brandnetels voorgeschoteld?

Jaarlijkse gebitscontrole: onzin of noodzaak?

Paardentandarts op www.PaardenOppasService.nl

Steeds meer paarden worden jaarlijks nagekeken/behandeld door een gebitsverzorger (in de volksmond ook wel: paardentandarts). Is dit een zogenaamde ‘hype’ of heeft het daadwerkelijk zin?

Een paard is gemaakt om een groot deel van de dag allerlei gras- en plantensoorten te kunnen vermalen. Daarom verschilt het paardengebit van een mensengebit: op de hoektanden na, groeien de tanden en kiezen continu uit de kaak. Het gebit blijft netjes in vorm doordat de elementen op elkaar afslijten tijdens het malen. Er kunnen allerlei redenen zijn waarom dit slijtingsproces niet goed verloopt. Enkele voorbeelden: 1. de tanden en kiezen kunnen niet mooi recht op elkaar staan (bijvoorbeeld bij een onder- of overbeet), 2. er kan een kies verloren zijn (de tegenoverliggende kies kan dan nergens op afslijten), of 3. het paard maalt niet vaak of krachtig genoeg tijdens het eten. Dit laatste is bij veel paarden het geval, omdat veel paarden niet de hele dag door eten krijgen. Het eten dat ze eten is bovendien te ‘gemakkelijk’ te kauwen (denk bijvoorbeeld aan de geconcentreerde voedingsstoffen in de vorm van biks).

Wanneer een gebit niet goed afslijt dan noemen we dit gebit ‘uit balans’. Er kunnen hoogteverschillen ontstaan of haken of scherpe randen die voor pijn en ongemak zorgen. Ook kunnen paarden problemen krijgen met wisselen. Door onbalans kunnen er ruimtes tussen kiezen komen (zogenaamde diastases) waar eten tussen gaat rotten, wat vervolgens weer kan leiden tot tandvleesontsteking. Er zijn hiernaast nog veel meer gebitsproblemen op te noemen. Een paard met een gebitsprobleem kan klachten vertonen als slecht eten, proppen kauwen, vermageren, uit de mond stinken, het bit slecht aannemen, enzovoorts. De meeste paarden krijgen deze klachten echter pas zichtbaar wanneer er al vergevorderde problemen in de mond zijn. Hierom is het verstandig om ook zonder klachten een gebitscontrole te laten doen om grote problemen voor te zijn. De jaarlijkse gebitscontrole heeft dus daadwerkelijk zin!

De hoofdtaak van een paardentandarts is het uitbalanceren van het gebit, dat wil zeggen: de kiezen weer op gelijke hoogte brengen en alle scherpe randen en haken verwijderen. De onderkaak van een paard moet volledig voor- achterwaarts en zijwaarts kunnen bewegen zonder ergens op te blokkeren. Het paard moet fijn kunnen eten en fijn berijdbaar zijn (met of zonder bit).

Om onder andere de hoeken van de kauwoppervlaktes juist te houden, om ook achterin de mond precies te kunnen werken en om alle pascontroles goed te kunnen doen is het paard idealiter verdoofd en wordt de behandeling elektrisch uitgevoerd. Alleen een dierenarts is bevoegd om een paard in het bloedvat te verdoven.www.PaardenOppasService volgt Paardentandarts Klaartje van Delden

Let op: paardentandarts is een vrij beroep. Dit betekent dat iedereen dit vak mag uitoefenen, ook mensen zonder enige vorm van opleiding. Een degelijke paardentandarts heeft een opleiding gevolgd en doet aan regelmatige nascholing, werkt met een mondklem en een goede lichtbron, staat open voor vragen en laat je meekijken en voelen als dat mogelijk is. In Nederland is in 2010 de NVVGP (Nederlandse Vereniging Voor Gebitsverzorging bij het Paard) opgericht waar paardentandartsen samenkomen voor nascholing. Op de website www.nvvgp.nl is te zien welke paardentandartsen zich hierbij hebben aangesloten, zodat je een goede keuze kunt maken.

Dit artikel is geschreven door paardentandarts Klaartje van Delden. Zij heeft de opleiding tot dierenarts succesvol afgerond en zich daarna volledig toegelegd op de paardentandheelkunde.
Ze is werkzaam in de regio Zuid-Holland en omstreken.

Voor meer informatie en foto’s kun je kijken op de website www.paardentandartskvd.nl.

Cola voor je paard

cola voor je paardCola is slecht voor je, dat weet iedereen. Er zitten wel 10 suikerklontjes in een blikje! Dat giet je toch niet bij jezelf naar binnen? Laat staan bij je paard!! Toch schrijft de dierenarts het in sommige gevallen voor, wist je dat?

We hebben het over gevallen van maagimpactie. Weleens van gehoord? Eén van onze verzorgers paste de afgelopen weken op een paard met koliekklachten. De pony stond er wat lusteloos bij. De paardenhouders hadden de verzorger van tevoren op de hoogte gebracht van het feit dat Bolleke koliekklachten had. Ze moest goed in de gaten houden hoeveel hij at en of hij wel goed mestte. Een vermindering of zelfs het wegblijven van mest zou wijzen op verstopping. De verzorger ging regelmatig met hem lopen, om de darmen in beweging te houden. Bolleke kreeg bietenpulp, geweekt hooi, kuil en psylliumzaad met zonnebloemolie. En paraffineolie tegen de obstipatie.  Omdat de klachten bleven aanhouden, werd de dierenarts ingeschakeld. Tijdens een eerder bezoek had hij koliek geconstateerd, maar nu de klachten over een langere periode bleven terugkomen,  steeds langer aanhielden en Bolleke niet genoeg reageerde op de paraffine, stelde hij voor een echografie te doen.

Dat was heel verhelderend: er bleek hier sprake te zijn van maagimpactie! Deze maagimpactie was een gevolg van vergiftiging door Jacobskruiskruid, wat groeit op een nabijgelegen natuurgebied (tip: let alsjeblieft op of deze giftige plant bij De Paarden Oppas Service waarschuwt voor Jacobskruiskruidjouw paard in de buurt voorkomt!). De lever van de pony is aangetast waardoor de maagfunctie niet meer naar behoren werkt. Normaal is dit onomkeerbaar, maar de dierenarts in kwestie is overtuigd dat hij hem kan helpen. Door de maagimpactie wordt het voedsel niet goed verteerd door de maagsappen, waardoor er een plakkerige klont ontstaat die alsmaar groeit en steeds harder wordt. Vandaar dat die koliekklachten aan bleven houden! Nu ze weten wat het is, kunnen de paardenhouders zorgen dat al het Jacobskruiskruid in de omgeving verwijderd wordt en ze kunnen Bolleke gericht gaan behandelen. De eerste actie van de dierenarts was het uitdelen van cola: hij gaf Bolleke tot tweemaal toe cola door een maagsonde die via de neus werd ingebracht. De cola zorgt ervoor dat de dikke klont in de paardenmaag wordt opgelost. Vervolgens kreeg Bolleke medicijnen voorgeschreven om de beschadigde maagwand te herstellen en hij kreeg een probioticakuur. Zijn dieet werd aangepast: hij mocht alleen nog maar gras eten, en mocht slechts 2 x per dag 15 minuten grazen. Dit wordt langzaam opgebouwd.

Symptomen en behandeling
Impactie vereist onmiddellijke aandacht van de dierenarts. De symptomen lijken op zandkoliek: het paard is lusteloos, voelt zich oncomfortabel en zal zijn hoofd telkens draaien naar de plek waar de obstipatie zit en ernaar bijten en schoppen. Sommige paarden zullen er de voorkeur aan geven om te gaan liggen, anderen blijven staan. Ze gaan mogelijk rollen in een poging de boel  daarbinnen los te maken en ze kunnen gaan zweten. Wat jij kan doen is het paard warm houden en eventueel zijn oren masseren. Zie ons artikel over de Tellington Touch. Het zal je paard helpen om te ontspannen en het kan mogelijk de obstipatie verlichten.
Check ook de ademhaling en hartslag van je paard om te zien hoeveel pijn het dier heeft. Zie ons artikel over ziekmeldingen: ‘Waaraan kan ik zien dat een paard ziek is? Deze gegevens kan je doorgeven als je de dierenarts belt.

Behalve cola kan je dierenarts er ook voor kiezen om je paard via de maagsonde minerale olie te geven om de impactie los te weken. Ook kan hij via de sonde laxeermiddelen met antibiotica toedienen om gasveroorzakende bacteriën te doden. Een dosis flunixin meglumine (een NSAID) kan de pijn verlichten en ervoor zorgen dat de spieren ontspannen, waardoor de impactie mogelijk opgelost wordt. Het kan zijn dat de dierenarts een infuus aanlegt om extra vocht toe te kunnen dienen.

Mogelijke oorzaken
Impactie kan verschillende oorzaken hebben, zoals teveel eten, te weinig drinken, te weinig bewegen, de aanwezigheid van parasieten (zie ons artikel ‘Wormen kunnen dodelijk zijn) of giftige planten in de wei. Door gebitsproblemen kan een paard soms niet goed meer kauwen, waardoor het ruwvoer onvoldoende vermalen wordt en de darmen het niet kunnen verteren. Van nature heeft het darmkanaal van een paard nu eenmaal een aantal vernauwingen en als het voedsel dan in grote klonten aankomt, bestaat de kans dat het vastloopt. Verandering in het dieet van een paard kan ook de boosdoener zijn. Grote hoeveelheden krachtvoer, suikers en/of zetmeel kunnen zeker impactie veroorzaken.  Ook stress door bijvoorbeeld reizen of een verandering in de kudde kan een aanleiding zijn voor impactie.

Voorkomen is beter dan genezen
Om impactie te voorkomen is het dus belangrijk dat je paard voldoende drinkt en toegang heeft tot vezelrijk ruwvoer. Wees zuinig in het aanbieden van granen en stap je over op ander voer, doe dit dan heel geleidelijk. Ontworm je paard regelmatig en zorg dat er geen giftige planten of bomen in/bij de wei staan. Begeleid veranderingen in de kudde goed, rekening houdende met de hiërarchie onder de paarden.
Als je gaat reizen en je paard een hekel heeft aan de trailer, oefen het trailerladen dan met engelengeduld en roep eventueel de hulp in van een expert op het gebied van trailerladen. Een aantal van de verzorgers van de Paarden Oppas Service is trainer in het trailerladen, dus wij kunnen je aan adressen helpen. En als je op vakantie gaat, dan kan je natuurlijk altijd een paardenoppas van ons krijgen, zodat je paard niet in de trailer naar het paardenpension gebracht hoeft te worden!

Oudere merries krijgen vaker merrieveulens

Rollende merrie met veulenWist je dat sommige bloedlijnen meer hengsten dan merries produceren, of juist andersom? De merrie draagt meestal tussen de 13% tot 18% bij, terwijl de hengst slechts 2 tot 3% invloed heeft op het geslacht van de nakomeling. Dus het verhaal blijft niet beperkt tot het X en het Y chromosoom!

In de jaren zeventig kwamen ecoloog Bob Trivers en wiskundige Dan Willard met de theorie dat grote, gezonde zoogdieren meer mannelijke nakomelingen produceerden als de leefomstandigheden gunstig waren (met voldoende voedsel als belangrijke voorwaarde). Ze zeiden dat vrouwelijke zoogdieren die in minder gunstige omstandigheden leefden, meer vrouwelijke nakomelingen produceerden.

In 2009 publiceerde ecoloog Elissa Cameron bewijs voor deze theorie. Haar onderzoek toonde aan dat als zoogdieren een betere conditie hebben ten tijde van de conceptie, zij meer mannelijke nakomelingen produceren. Lichaamsvet en voeding heeft invloed op het glucosegehalte. Cameron suggereerde dat het glucosegehalte in het vrouwelijke zoogdier het geslacht van de nakomelingen zou beïnvloeden. Heel mooi om te zien dat de natuur het zelf regelt: zijn de omstandigheden niet optimaal, dan wordt het aantal nakomelingen beperkt. Zijn de merries gezond en goed op gewicht, dan zullen ze vaker hengstveulens krijgen. De hengstveulens kunnen immers, als ze volwassen zijn, veel nakomelingen voortbrengen, terwijl merries maar hoogstens één veulen per jaar kunnen krijgen.

Meer weten over dit onderwerp? Klik hier.

De zorg voor het oude paard

Aandacht voor het oudere paard

Aandacht voor het oudere paard

Dankzij goede voeding, preventieve zorg en ontwikkelingen in de medische wetenschap blijven paarden, net als mensen, tegenwoordig langer gezond en actief. Als een paard door zijn leeftijd een wat mindere conditie krijgt, dan is het aan de mensen om hem te helpen. Deze paarden kunnen niet meer zo goed tegen de warmte en zijn extra gevoelig voor kou. Zorg dat je paard een goede schuilplek heeft in de wei, en gemakkelijk bij water kan! Het kan verstandig zijn om je paard in de zomer te scheren (veel oudere paarden hebben ook in de zomer een dikkere vacht), maar daar zijn de meningen over verdeeld. ’s Winters geef je het oudere paard één of twee dekens. De dekens moeten goed passen en regelmatig verwisseld worden, aangezien een ouder paard sneller last heeft van schuurplekken en schaafwondjes.

Als je paard met andere paarden in de wei staat, is het belangrijk dat jij je realiseert dat je paard naarmate hij ouder en zwakker wordt, waarschijnlijk steeds lager in de rangorde komt te staan. Zorg dat hij niet om voer, water of onderdak hoeft te vechten!
Je ouder wordende paard kan vermageren door een verslechterend gebit: laat zijn gebit regelmatig nakijken! De tanden moeten minstens 1 keer per half jaar gevijld worden (bij jongere paarden is dat 1 keer per jaar). Als hij moeite heeft met kauwen, kan je het voer weken, zodat er slobber ontstaat. Voor de benodigde vezels week je gras, hooi of bietenpulp.

Wist je dat het oudere paard minder goed de voedingsstoffen kan onttrekken aan zijn voedsel? Je kunt je paard speciaal voedsel voor senioren geven, maar denk eraan dat je het voedingspatroon geleidelijk aan veranderd. Het spijsverteringsstelsel reageert namelijk minder snel op wijzigingen. Er zijn allerlei soorten licht verteerbaar voer voor oudere paarden verkrijgbaar. Dit voer bevat veel eiwitten, vet en vezels. Je kan zelf maïsolie toevoegen om het vetgehalte te verhogen (ongeveer een kopje per voerbeurt). Het calciumgehalte moet worden verlaagd en het fosforgehalte verhoogd. Geef goed hooi of kuil.

Het oudere paard kan last krijgen van stijve gewrichten, zelfs chronische kreupelheid. Dan kan je hem ontstekingsremmers geven en gewrichtssupplementen. Goed bekappen is belangrijk, want oudere paarden krijgen snel last van het scheepvormig been en hoefbeen. Wat ook kan helpen zijn massages, chiropractie of accupunctuur. Laat je paard veel buiten lopen en zorg dat hij een grote stal heeft met dikke, stevige bodembedekking, zodat hij makkelijk kan gaan liggen om uit te rusten en makkelijk kan opstaan.