Gastblog van Hester Stasse, Paardengedragstherapeut
Stel, je gaat eindelijk op vakantie. Je weet dat je paarden in goede handen zijn terwijl je weg bent, want je hebt de Paarden Oppas Service ingeschakeld. Naast het voer- en bewegingsschema voor je lievelingen, laat je voor de oppas ook een uitgebreide handleiding achter voor hoe ze moet omgaan met een van hen. Die gedraagt zich namelijk niet altijd zoals je zou willen. Eigenlijk schaam je je zelfs een beetje voor het feit dat hij zich altijd losrukt op weg naar de wei, je continu in je mouw hapt als je hem leidt, onmogelijk te longeren is, of keihard tegen de staldeur staat te trappen rond voertijd.
Herkenbaar? Sommige mensen denken dat hier niets aan te doen is. Dat het nou eenmaal de aard van het beestje is. En uiteraard zal een deel van het probleem inderdaad te wijten zijn aan het karakter van je paard. Maar uit ervaring weet ik dat ook eigengereide vierbeners prima te trainen zijn en zich een stuk beter kunnen leren gedragen door daar gericht mee aan de slag te gaan. Want vaak hebben ze simpelweg nooit (goed) geleerd hoe ze zich wel zouden moeten gedragen en dus doen ze maar wat.
Hoe zou je het graag willen?
Belangrijk als je aan de slag gaat om het gedrag van je paard te veranderen is om te weten waar je vandaan komt en waar je naartoe gaat. Sta dus eens stil bij wat je precies irriteert of apart vindt aan het gedrag van je vierbenige rebel. Maak een lijstje van wat voor ongein hij kan uithalen of heeft uitgehaald en wees daarbij vooral eerlijk. Hier zijn wat voorbeelden van punten die in de gebruiksaanwijzing voor je paard zouden kunnen voorkomen:
“Het is belangrijk om de merrie als eerste eten te geven, anders trapt ze de staldeur kapot.”
“Hij moet een speculaasje krijgen voordat je hem zijn stal uithaalt, anders komt hij niet mee. En geen speculaasje van de AH of de Jumbo; alleen die van de warme bakker zijn goed genoeg.”
“Je moet mijn merrie altijd achteruitlopend naar de wei brengen, anders rukt ze zich los.”
“Als ik geen zweepje bij me heb om hem tegen te houden, loopt hij door me heen. Zorg er dus voor dat je er altijd een bij de hand hebt.”
“Ik ga nooit zonder een trui of jas met lange mouwen naar mijn merrie, want ze heeft al eens bijna een hap uit mijn arm genomen. Het dragen van korte mouwen is op eigen risico.”
Ietwat extreem? Eerlijk gezegd ben ik ze allemaal een keer tegengekomen in de praktijk. Dus misschien dat het dan toch meevalt met het gedrag van jouw lieveling. Maar dat hoeft geen reden te zijn om het zo te laten natuurlijk!
Als je de minpunten van je paard hebt opgeschreven, zet je achter elk punt hoe je zou willen dat hij zich gedraagt. Let op dat je hierbij geen tien slagen om de arm houdt, want je bereikt nou eenmaal meer als je een ambitieus doel voor de helft bereikt, dan als dat bij een te gemakkelijk doel gebeurt. En wie weet blijkt na een paar trainingen dat je doel helemaal niet zo ambitieus was als je van tevoren dacht. Gewoon je ideale situatie opschrijven dus.
Wat kan je, wat weet je, wat heb je nodig?
Neem nu je lijst door en kijk bij elke gedragsuitdaging hoe je van A naar B zou kunnen komen. Heb je zelf de kennis en kunde om dat doel te bereiken, of mis je iets? Als je altijd brave paarden hebt gehad, dan is het tenslotte niet zo vreemd als je niet (goed) weet hoe je het gedrag van het zwarte schaap in je kudde het beste zou kunnen aanpakken. Goed nieuws: bij de meeste gedragsuitdagingen zal je niet de enige zijn die daarmee heeft geworsteld. Er zijn dan ook heel wat artikelen, instructiefilmpjes, handleidingen en boeken verschenen over paardenproblemen, inclusief oplossingen. En veel daarvan zijn gratis beschikbaar via het internet.
Zie je het niet zitten om aan zo’n zoektocht te beginnen, of heb je daar simpelweg de tijd niet voor, schakel dan een paardengedragstrainer of -therapeut in. Die zal je gerichte tips geven gebaseerd op wat jouw paard laat zien en je – als je dat wilt – begeleiden tijdens het hertrainen van het gedrag waar je niet blij mee bent.
Ga je zelf aan de slag, dan zijn hier 6 tips die je zullen helpen om sneller een beter resultaat te bereiken
Tip 1: Gebruik duidelijke (lichaams)taal
Als je paard niet snapt wat je van hem vraagt, dan is dat meestal niet uit onwil. In veel gevallen communiceren we zelf niet duidelijk genoeg, maar zijn we ons daar niet van bewust. Daarom is het goed om na te gaan hoe je je paard duidelijk wilt maken wat hij moet doen. Kijk naar welke stem-, touw-, lijn- of teugelhulpen je precies geeft om een bepaalde reactie van je paard te krijgen en denk vervolgens eens na over hoe hij echt reageert.
Is het misschien logisch dat hij iets anders doet dan jij in gedachten had omdat je hetzelfde commando ergens anders voor gebruikt? Een goed voorbeeld is wanneer je paard in galop aanspringt als je je binnenbeen op de singel en je buitenbeen erachter aanlegt, terwijl je schouder binnenwaarts in gedachten had.
Of zeg je misschien iets anders met je stem dan met je lichaam? Hierdoor kan het bijvoorbeeld gebeuren dat je je paard tijdens het longeren harder wilt laten draven, maar dat je lichaamspositie je paard juist afremt. Vooral gevoelige paarden hebben hier regelmatig last van.
Ook als je niet duidelijk laat blijken dat je paard doet wat je van hem vraagt, kan dit tot verwarring leiden. Denk maar aan de situatie waarin je je paard harder wilt laten lopen aan de hand en je daarom harder aan je leidtouw trekt. Als je paard versnelt, maar jij je touw niet (direct) laat vieren, dan wordt het wel erg moeilijk voor hem om te begrijpen dat dat versnellen jouw bedoeling was. Resultaat is vaak dat je paard steeds minder gaat versnellen en op een gegeven moment zelfs gaat terugtrekken.
Tip 2: Wees consequent
Het kan ook zo zijn dat je de ene keer dat je paard een grens overtreedt niets doet, maar de volgende keer heel boos wordt. Een paard snapt niet dat hij vandaag wel zijn neus in je zak mag steken om zelf een paardensnoepje te snaaien en morgen niet. En hoe moet hij begrijpen dat hij normaal overal naartoe mag lopen waar hij maar heen wil, maar dat je bij het oversteken van een weg of bij het trailerladen verwacht dat hij wel braaf doet wat je van hem vraagt. Zorg er dus voor dat je consequent bent in het aangeven van je grenzen. Tijdens de training, maar ook als je hem naar de wei of de stal brengt, als je hem staat te borstelen, en op alle andere momenten dat je iets met je paard doet. Voor een paard zit daar namelijk geen duidelijk verschil tussen.
Daarom is het belangrijk dat iedereen die met je paard te maken heeft dezelfde grenzen aangeeft. Want anders kunnen anderen – bijrijders, weekendverzorgers, stalhulpen, maar ook “de man van”, of die schat van een moeder die even inspringt als je zelf niet kan – er weleens voor zorgen dat het hertrainen van je paard vertraging oploopt.
Tip 3: Neem de tijd
Paarden hebben geen horloge. En als jij gespannen bent omdat je zometeen naar een afspraak moet, dan zullen ze wel jouw spanning aflezen aan je spierspanning, ademhaling en houding, maar niet begrijpen waarom je gestrest bent. Ze gaan er vanuit dat je, net als zij, spanning voelt vanwege een gevaar en zullen zich voor de zekerheid vast voorbereiden om te vluchten. Gevolg: een nerveus paard. Ga dus echt alleen trainen als je de tijd hebt.
Verder is een harde deadline niet handig, want ook die zal extra spanning opleveren. Vooral als de dag vlakbij is en je nog lang niet het gewenste resultaat hebt bereikt. Schrijf je dus bijvoorbeeld niet in voor een wedstrijd op een andere locatie als je je paard nog niet ontspannen met de trailer kunt vervoeren. Als je dat wel doet, is het risico groot dat je stappen gaat overslaan om toch voor die datum klaar te zijn. Ga je sneller dan je paard aankan en gaat het vervolgens mis, dan ben je vaak gelijk niet een maar tien stappen terug in het proces. Bespaar jezelf dus tijd door het rustig aan te doen. En merk je dat de volgende stap te groot is, ga dan niet doorduwen; slimmer is het om een stapje terug te doen en dat te herhalen totdat die situatie gesneden koek is voor je paard.
Tip 4: Houd je aandacht erbij
Je zal misschien weleens gehoord of gemerkt hebben dat paarden je gedrag kunnen spiegelen. In stresssituaties is dat het duidelijkst te merken (zie Tip 3), maar ook op andere momenten reageert je paard op jouw gedrag. Als je merkt dat je paard niet volledig gefocust is op jou, kijk dan eens hoe het met je aandacht zit. Ben je er wel helemaal bij met je hoofd, of zit je te malen over je werk- of thuissituatie? En hoe geconcentreerd ben je bezig als je vanuit het zadel of tijdens een wandeling met je paard aan de hand een telefoontje pleegt of een app’je verstuurt? Probeer dus ook met je gedachten volledig bij je paard te zijn als je met hem aan de slag gaat.
Tip 5: Begin met iets kleins
Meestal kom je verder als je klein begint dan als je in een keer je hele paard wilt veranderen. Hierdoor heb je sneller resultaat, waardoor je gemotiveerd blijft om te gaan trainen. En het gebeurt daarnaast heel vaak dat het hertrainen van het ene gedrag een positieve invloed heeft op die paar andere pijnpuntjes.
Houd er overigens rekening mee dat het veranderen van gedrag dat al langere tijd bestaat meer tijd kost. Voor al die keren dat het mis is gegaan, moet er een nieuwe ervaring in de plaats komen en dat kan behoorlijk oplopen. Verder is er bij zulke hardnekkige problemen een groter risico op terugval. Makkelijk is dit zeker niet, maar denk je eens in hoe het zou zijn als het probleem eindelijk opgelost zou zijn?
Tip 6: Blijf niet (te lang) aanmodderen
Kom je er zelf niet uit ondanks alle aanwijzingen die je gekregen hebt en bovenstaande tips, dan is het een goed idee om alsnog de hulp van een deskundige in te roepen. Doordat een paardengedragstherapeut of -trainer een enorme ervaring heeft met uiteenlopend gedrag, kan die er in veel gevallen voor zorgen dat je sneller resultaat behaalt dan als je alleen aan de slag zou gaan. En zet vooral je trots opzij door niet te lang zelf te blijven aanmodderen, want op die manier kun je je paard onbewust zelfs nieuw ongewenst gedrag aanleren.
Geen gebruiksaanwijzing, of toch?
Dus hoef je na het aanpakken van de gedragsuitdagingen geen handleiding meer te schrijven? Vanwege het onder Tip 1 en 2 beschreven belang van duidelijk en consequent zijn is dit wel degelijk een goed idee als je de zorg van je lievelingen tijdelijk aan iemand anders overlaat. Alleen zal de gebruiksaanwijzing na het oplossen van de pijnpunten van je vierbenige rebel (nu: braafste paard van stal) een stuk minder lang hoeven zijn.
Heel veel succes en plezier met trainen!
Hester Stasse, gediplomeerd Instructeur Paard en Gedrag en Paardengedragstherapeut bij Man en Paard Coaching, www.man-en-paard.com