Berichten

Wat iedere paardenhouder weten moet over de spijsvertering

Wat moet je weten van de spijsvertering van het paard?

Voor iedere paardenhouder en verzorger is het belangrijk om de basis van de spijsvertering te kennen. Hoe beter je deze kent, hoe beter je voor je paard kan zorgen. We weten allemaal wel dat een paard met name ruwvoer moet eten. Maar waarom eigenlijk? Daarvoor moeten we eerst de geschiedenis van de evolutie van het paard in.

Wat leert de geschiedenis ons?

De eerste paardachtigen zijn al 60 miljoen jaar geleden ontstaan. Grofweg circa 3,5 miljoen jaar geleden is het paard ontstaan waar onze huidige paarden lijken. Uit de inrichting van hun spijsvertering en de vormgeving van hun gebit blijkt dat deze oerpaarden leefden op moeilijk verteerbare grondstoffen. Hun basisdieet bestond uit vele grassoorten en verschillende soorten bladeren, struiken, andere plantensoorten, knollen, bast en vruchten. In de afgelopen millennia is er nauwelijks iets veranderd aan de spijsvertering of gebit van het paard.

Ontwikkeling van het dieet door invloed van de mens

Door domesticatie is de voedselconsumptie wel veranderd. Toen het paard als werkpaard diende, begon men granen bij te voeren, omdat er weinig tijd was om voldoende ruwvoer te eten. Granen bevatten zetmeel en geven daardoor snel en veel energie. Granen zijn de zaden van grassen – ze kunnen prima door het paard worden verteerd. Maar een paard kan maar een bepaalde hoeveelheid verwerken. Het graan moet namelijk enzymatisch worden verteerd en de alvleesklier maakt maar een beperkte hoeveelheid van de hiervoor benodigde enzymen aan.
Vanuit deze ontwikkeling in de geschiedenis is het krachtvoer ontstaan wat we nu kennen. Helaas heeft menig krachtvoer niet meer dezelfde kwaliteit als vroeger. Daarover later meer.

 De belangrijkste kennis over de spijsvertering

Tanden: Voor de juiste maling van het voer dient het gebit in goede staat te zijn. Het is wijs om de tandarts minimaal 1 maal per jaar de tanden te laten bijwerken.

Maag: Een paard moet 16 uur per dag kunnen kauwen op ruwvoer (hooi en/of gras). Krijgt een paard te weinig ruwvoer of staat hij langer dan 2 uur zonder, dan verzuurt de maag. Dat komt omdat het lichaam non-stop zuren aanmaakt. Wordt dit niet geneutraliseerd met speeksel en voeding, dan kan dat bijvoorbeeld maagzweren veroorzaken.

Dunne darm: Hier worden de koolhydraten, eiwitten en vetten afgebroken door enzymen. Wanneer niet alles in de dunne darm verteerd wordt, komt dit onverteerd in de blinde en dikke darm terecht. Dit verstoort de vertering in deze gebieden en bemoeilijkt de opname van voedingsstoffen.

Galblaas: Gal is een vloeistof die vetten afbreekt die via voeding in het lichaam terechtkomen, waardoor deze door de darm opgenomen kunnen worden. Bij een mens wordt gal opgeslagen in de galblaas en in de dunne darm geknepen als men eet. Een paard heeft echter geen galblaas! Het gal komt 24/7 direct de dunne darm in. Dit is logisch: paarden in het wild besteden minimaal 16 uur per dag aan eten. Het is voor het lijf dus niet nuttig om het gal tijdelijk op te slaan, want het moet het overgrote gedeelte van de dag beschikbaar zijn. Een direct gevolg hiervan is dat het onverstandig is om grote hoeveelheden olie bij te voeren in een voerbeurt.

De blinde & dikke darm: Hier wordt het ruwvoer grotendeels door middel van bacteriën verteerd. De voedselbrij gaat zeer traag door dit gedeelte van het stelsel heen. Op deze manier kan het lichaam uit arm en moeilijk verteerbaar voedsel toch veel voedingsstoffen onttrekken. Doordat de verschillende bacteriestammen de darm bevolken kan je nooit zomaar wisselen van voeding (ook ruwvoer niet). Elke stam heeft een functie en bij veranderingen moeten de stammen de tijd krijgen zich te verhouden tot de nieuwe voeding die binnenkomt.

Welke voeding past bij dit spijsverteringstelsel?

Dat is voeding die een paard in de natuur ook zou eten (zoveel mogelijk in onbewerkte vorm). Vooral veel soorten grassen en kruiden. Maar ook zaden met schil, granen in kaf, boomschorsen en bladeren, vruchten en mineraalhoudende grondstoffen passen in het dieet.

En welke voeding moet je zoveel mogelijk uit de weg gaan?

De industrie heeft een breed spectrum aan bewerkingen bedacht, zogenaamd om de “opname” te verbeteren. Hierbij moet je denken aan gepofte tarwe, getoast lijnzaad, ontsloten maïsvlokken en ga zo maar door. Door deze bewerkingen verliezen de grondstoffen hun kracht en moeten er allerlei (meestal synthetische) vitaminen en mineralen toegevoegd worden om nog tot een enigszins voedzaam resultaat te komen.

Vaak zie je dat er veel gebruik wordt gemaakt van restproducten, zoals kortmeelpallets, sojaschroot, tarwegries, enzovoort. Een brok, biks, balancer of muesli wordt volgestopt met restproducten waar vervolgens weer een hoop synthetische vitaminen en anorganische mineralen worden toegevoegd. Dit houdt de het eindproduct wel betaalbaar, maar gezond is het niet.

En dan heb je nog te maken met de kwaliteit van de grondstoffen. Veel producten worden gemaakt van GMO grondstoffen of van met pesticiden bespoten gewassen. Dit is een directe belasting voor het lijf en naast het feit dat het niets toevoegt, is het zelfs schadelijk op de langere termijn. Ook worden deze gewassen vaak op uitgeputte landbouwgrond verbouwd. Hierdoor hebben deze planten veel minder inhoudsstoffen dan biologische gewassen.

Verder moet je kijken naar de samenstelling. In hoeveel producten zit er een groot aandeel mais? En ook suiker/melasse wordt vaak als bindmiddel of smaakmaker gebruikt. En wat dacht je van conserveringsmiddelen als E321 en E320? Ook niet wenselijk in het paardenlijf!

Dit allemaal wetende, wat is dan wel gezond?

De Paarden Oppas Service over voedingGa voor onbewerkte grondstoffen van goede kwaliteit, in de juiste samenstelling, zonder synthetische toevoegingen. Een geschikte basis voor een paard dat dagelijks een uurtje in de bak werkt en voldoende kwalitatief ruwvoer eet, is heel gemakkelijk samen te stellen: dagelijks een handvol kruiden van de Iedere dag mix van Terra Pura, aangevuld met een beetje muesli van Bio-Ron. Daarnaast hang je een Himalaya liksteen, een bakje met Keltisch zeezout en één met Veendrenk op in zijn stal of paddock. Zo kan het paard zelf kiezen welke mineralen hij aan wil vullen en heb je geen kans op overschotten.

Dat is alles! Simpel, supergezond en het bevat alle benodigde vitaminen en mineralen van natuurlijke oorsprong. Hiermee houd je je paard gezond op de korte en langere termijn.

Heb je nog vragen?

Uiteraard zouden we nog veel uitgebreider kunnen ingaan op dit onderwerp. Er zijn ontzettend veel uitzonderingen of toevoegingen, maar dat past uiteraard niet allemaal in één blog. Op purehorse.nl staat veel informatie over gezonde voeding. Mocht je nog vragen hebben, voel je vrij om deze te stellen. Je kan daarvoor mailen naar info@purehorse.nl.

Dit is een Gastblog van Jantine Steehouder, directeur van Pure Horse

 

 

Jaarlijkse gebitscontrole: onzin of noodzaak?

Paardentandarts op www.PaardenOppasService.nl

Steeds meer paarden worden jaarlijks nagekeken/behandeld door een gebitsverzorger (in de volksmond ook wel: paardentandarts). Is dit een zogenaamde ‘hype’ of heeft het daadwerkelijk zin?

Een paard is gemaakt om een groot deel van de dag allerlei gras- en plantensoorten te kunnen vermalen. Daarom verschilt het paardengebit van een mensengebit: op de hoektanden na, groeien de tanden en kiezen continu uit de kaak. Het gebit blijft netjes in vorm doordat de elementen op elkaar afslijten tijdens het malen. Er kunnen allerlei redenen zijn waarom dit slijtingsproces niet goed verloopt. Enkele voorbeelden: 1. de tanden en kiezen kunnen niet mooi recht op elkaar staan (bijvoorbeeld bij een onder- of overbeet), 2. er kan een kies verloren zijn (de tegenoverliggende kies kan dan nergens op afslijten), of 3. het paard maalt niet vaak of krachtig genoeg tijdens het eten. Dit laatste is bij veel paarden het geval, omdat veel paarden niet de hele dag door eten krijgen. Het eten dat ze eten is bovendien te ‘gemakkelijk’ te kauwen (denk bijvoorbeeld aan de geconcentreerde voedingsstoffen in de vorm van biks).

Wanneer een gebit niet goed afslijt dan noemen we dit gebit ‘uit balans’. Er kunnen hoogteverschillen ontstaan of haken of scherpe randen die voor pijn en ongemak zorgen. Ook kunnen paarden problemen krijgen met wisselen. Door onbalans kunnen er ruimtes tussen kiezen komen (zogenaamde diastases) waar eten tussen gaat rotten, wat vervolgens weer kan leiden tot tandvleesontsteking. Er zijn hiernaast nog veel meer gebitsproblemen op te noemen. Een paard met een gebitsprobleem kan klachten vertonen als slecht eten, proppen kauwen, vermageren, uit de mond stinken, het bit slecht aannemen, enzovoorts. De meeste paarden krijgen deze klachten echter pas zichtbaar wanneer er al vergevorderde problemen in de mond zijn. Hierom is het verstandig om ook zonder klachten een gebitscontrole te laten doen om grote problemen voor te zijn. De jaarlijkse gebitscontrole heeft dus daadwerkelijk zin!

De hoofdtaak van een paardentandarts is het uitbalanceren van het gebit, dat wil zeggen: de kiezen weer op gelijke hoogte brengen en alle scherpe randen en haken verwijderen. De onderkaak van een paard moet volledig voor- achterwaarts en zijwaarts kunnen bewegen zonder ergens op te blokkeren. Het paard moet fijn kunnen eten en fijn berijdbaar zijn (met of zonder bit).

Om onder andere de hoeken van de kauwoppervlaktes juist te houden, om ook achterin de mond precies te kunnen werken en om alle pascontroles goed te kunnen doen is het paard idealiter verdoofd en wordt de behandeling elektrisch uitgevoerd. Alleen een dierenarts is bevoegd om een paard in het bloedvat te verdoven.www.PaardenOppasService volgt Paardentandarts Klaartje van Delden

Let op: paardentandarts is een vrij beroep. Dit betekent dat iedereen dit vak mag uitoefenen, ook mensen zonder enige vorm van opleiding. Een degelijke paardentandarts heeft een opleiding gevolgd en doet aan regelmatige nascholing, werkt met een mondklem en een goede lichtbron, staat open voor vragen en laat je meekijken en voelen als dat mogelijk is. In Nederland is in 2010 de NVVGP (Nederlandse Vereniging Voor Gebitsverzorging bij het Paard) opgericht waar paardentandartsen samenkomen voor nascholing. Op de website www.nvvgp.nl is te zien welke paardentandartsen zich hierbij hebben aangesloten, zodat je een goede keuze kunt maken.

Dit artikel is geschreven door paardentandarts Klaartje van Delden. Zij heeft de opleiding tot dierenarts succesvol afgerond en zich daarna volledig toegelegd op de paardentandheelkunde.
Ze is werkzaam in de regio Zuid-Holland en omstreken.

Voor meer informatie en foto’s kun je kijken op de website www.paardentandartskvd.nl.