Berichten

Paarden in de winter

Wat kan jij extra doen voor je paard in de winter?

Wat voor speciale zorg geef jij je paard in de winter? Geef je hem krachtvoer of extra hooi, slobber of bietenpulp? Heeft hij bescherming nodig tegen de elementen en hebben de hoeven extra zorg nodig? Krijgt hij voldoende beweging?

Beweging

Veel paarden krijgen in de winter te weinig beweging. Wist je dat een paard vier uur per dag moet bewegen, verdeeld over verschillende momenten per dag? Blijf met je paard rijden of longeer hem, als hij onvoldoende beweging krijgt op het land. De frisse winterlucht is goed voor zijn longen: dit kan hoesten voorkomen. Ondertussen kan de stal lekker luchten: zet de boel maar even open! Indien je paard niet op het land kan, ga dan met hem lopen op het erf of buiten: stappen op een harde bodem versterkt de pezen en banden in zijn benen. Ga je op de openbare weg met je paard, zorg dan dat jullie beiden goed verlicht zijn op die donkere winterdagen! Gebruik je een bit, zorg er dan voor dat de kou van het bit af is, voordat je het aanbiedt aan je paard. Je paard zal je dankbaar zijn! Als je paard bezweet is na het rijden, droog hem dan af met een handdoek en doe hem een deken op. Het is niet verstandig om je paard te berijden op een bevroren ondergrond. De kans op uitglijden is groot en dan kan je paard een been breken! Rij je op een hobbelig terrein waar delen bevroren zijn, dan loop je kans dat hij zijn hoefbeen breekt door de piekbelasting op de zool van zijn hoef. Het advies is dus: rij of longeer bij vorst in de binnenbak of geef je paard ijsvrij!

HoefverzorgingHoefverzorging

Het is altijd belangrijk om goed te zorgen voor de hoeven van je paard, maar helemaal als je land modderig is: je wilt niet dat je paard een schimmelinfectie oploopt! Als je paard minder beweegt en op een natte wei staat, is de kans op mok en rotstraal groter. Door de vochtige huid kunnen bacteriën makkelijker de huid binnendringen, wat kan resulteren in mok. Daarom is het belangrijk om de kootholtes van je paard goed schoon te spuiten en af te drogen voor je hem op stal zet. Krab de hoeven dagelijks goed uit, laat regelmatig het ongezonde hoorn wegsnijden en geef je paard genoeg beweging, zodat ook de hoeven goed doorbloed blijven. Wist je dat hoeven in het teengedeelte meer groeien dan in de verzenen, waardoor je op den duur een standverandering kan krijgen van de ondervoet? Ook al groeien de hoeven in de winter minder snel, toch is het zaak om ze zeker iedere twee maanden te laten bekappen. Let er bij vorst op dat je paard geen stukjes ijs onder zijn hoeven heeft zitten. Hierdoor kan je paard onregelmatig gaan lopen en dat is uiteraard slecht voor de spieren en pezen. Ligt er ijs op je paddock, strooi daar dan wat zand, om te voorkomen dat je paard uitglijdt.

Bescherming tegen de elementen

Zijn de dekens die je paard buiten draagt nog steeds waterdicht? Zo niet, dan kan je ze zelf weer waterdicht maken. Wil je weten hoe? Klik hier (hier lees je ook hoe je gescheurde dekens in een handomdraai zelf kan herstellen!). Is je deken niet waterdicht, dan zal deze op den duur verzadigd raken en onder een natte deken krijgt je paard het natuurlijk koud! Voorkom striemen door je paard een goed passende deken te geven. Zorg dat de riemen niet los kunnen raken: dit kan gevaarlijk zijn. Je paard kan erover struikelen of erin verstrikt raken.
Bomen in de wei kunnen enige bescherming geven tegen de elementen, maar zorg ook voor een schuilstal. Maak de schuilstal groot genoeg voor het aantal paarden wat er op de wei loopt. Er moet genoeg ruimte zijn voor de paarden die lager in de rangorde staan en die om die reden niet zo dichtbij de andere paarden staan.

Voeding

Wist je dat een paard per dag 2% van zijn lichaamsgewicht in droge stof nodig heeft om in zijn basisbehoefte aan vezels en voedingsstoffen te voorzien? Per 100 kilo lichaamsgewicht komt dat op 1,5 tot 2 kilo hooi of gras per dag. Stel: je hebt een paard van 600 kilo. Dan is de berekening als volgt: (600 kg : 100) x 2 = 12 kg droge stof. Hooi bevat ca. 84% droge stof: (12 : 84) x 100 = 14 kg hooi per dag. Natuurlijk praten we hier over een gemiddelde: sommige paarden hebben minder dan 2% van hun lichaamsgewicht nodig in voedsel, terwijl anderen (zoals drachtige merries, sportpaarden, dekhengsten en oudere paarden) wel 3% van hun lichaamsgewicht nodig hebben in voedsel. In de winter heeft je paard meer ruwvoer nodig om warm te kunnen blijven. Bij het bepalen van de hoeveelheid die je paard nodig heeft, dien je rekening te houden met de conditie van het paard en hoeveel er fysiek van hem verwacht wordt. Je kunt dit het beste in overleg met je dierenarts bepalen. Geef je jouw paard kuilgras, dan heeft hij meer nodig om in de basisbehoefte aan voedingswaarden te voorzien, want kuilgras bevat meer water dan hooi (hooi bevat 84% droge stof en kuilgras 57 – 65%). Geef niet teveel krachtvoer als je paard niet veel hoeft te doen, want het krachtvoer bevat snel verteerbare suikers en die kunnen dan gaan ophopen in de spieren (spierverzuring).
Weet je niet hoe zwaar je paard is? Je kunt dit bij benadering uitrekenen door de borstomvang van je paard te meten (vanaf de schoft onder de buik door en weer tot de schoft) en dit te vermenigvuldigen met 4.3. Dit getal plus de schofthoogte in centimeters maal 3 en dat minus 785. Ter indicatie: een shetlander weegt tussen de 200 en de 250 kilo, een Welsh pony tussen de 200 en de 330, een Fjord en een Arabier wegen beiden tussen de 400 en de 500, en een Tinker tussen de 500 en de 800 kilo.
Ter ondersteuning kan je je paard af en toe slobber geven. De mix hiervoor kan je kopen en aanmaken met warm water of je mengt zelf zemelen, gekookt lijnzaad, bietenpulp (goed weken!) en eventueel wat geplette haver en wat olie.

Water

Natuurlijk is het belangrijk dat je jouw paard daarnaast voldoende water aanbiedt, want het eten van grote hoeveelheden hooi kan harde ontlasting veroorzaken. Let op dat je waterleidingen niet bevriezen, en dat het water wat in emmers staat niet bevriest. Zet de emmers of speciebakken in een bedje van stro, zodat ze niet direct in contact staan met de koude grond. In de winter vinden paarden het lekker om lauw water te drinken: daar doe je ze echt een plezier mee! Sowieso is het slim om de bakken buiten aan te vullen met warm water, zodat het eventuele ijs erin ontdooit en het water minder snel bevriest. Er zijn ook speciale anti-vries drinkbakken te koop, maar daar betaal je al snel 400-500 euro voor. Wat het bevriezen van het water in de bakken buiten ook tegen kan gaan, is een bal erin – door de beweging van de bal zal het water iets minder snel bevriezen. Zorg dat je paard een zout- of mineralenblok heeft – het likken aan het blok stimuleert de waterbehoefte.

Mijn paard heeft er een maagzweer van gekregen!

We hebben allemaal weleens gehoord van mensen die een maagzweer kregen van de stress, maar wist je dat paarden ook maagzweren kunnen krijgen? Komt dit misschien doordat hij niet goed kan opschieten met zijn stalgenootjes? Nee, in tegenstelling tot bij mensen, worden maagzweren bij paarden niet in de eerste plaats veroorzaakt door stress. Stress kan er wel aan bijdragen.

De oorzaak ligt bij paarden in een overproductie van maagzuur, waardoor het maagslijmvlies wordt aangetast. In de natuur hebben paarden over het algemeen vrije toegang tot voedsel en kunnen ze dus eten wanneer ze willen. Gedomesticeerde paarden zijn afhankelijk van ons voor hun voedsel. Aangezien hun spijsverteringsstelsel erop is ingesteld om vrijwel de hele dag door kleine hoeveelheden voedsel te verwerken is het niet goed als ze langer dan 4 uur zonder voedsel zijn. Het paard mag dan wel een groot dier zijn, maar zijn maag is in verhouding klein en produceert wel 24 uur per dag maagzuur. Voedsel, en met name ruwvoer, neutraliseert de maagfunctie doordat er speeksel wordt aangemaakt tijdens het kauwen. Samen met het voedsel beschermt het speeksel de maagwand tegen aantasting door het maagzuur.

 

Regelmatig voeren is dus heel belangrijk. De maag van het paard is niet zo groot, dus bij een volledige maaltijd wordt de maag al snel voor ruim tweederde gevuld. Hierbij komt er dan een zure maaginhoud tegen de kwetsbare bovenwand van de maag. Ook de volgorde waarin je verschillende voedingssoorten aanbiedt is van belang: geef eerst ruwvoer en dan pas krachtvoer, want bij het eten van ruwvoer maakt je paard meer speeksel aan. Let ook op de verhoudingen die je aanbiedt: geef meer ruwvoer dan krachtvoer. Sportpaarden staan over het algemeen langer op stal dan op de wei en krijgen sportbrok, wat weer resulteert in de productie van meer zuren. Hierdoor vormen zij juist een risicogroep. Daarbij komt nog eens dat intensieve training en stress de maagprocessen kunnen verstoren.

De bloedtoevoer naar de maag neemt af door training (het bloed gaat dan meer naar de spieren), en dit resulteert in een verhoging van de zuurtegraad in de maag, terwijl de toegenomen druk van de buik tijdens de training het zoutzuur naar bovenin de maag stuwt. Ook stress vermindert de doorbloeding van de maag, wat dus maagzweren in de hand werkt. Paarden die vaak op de wei mogen, en recreatiepaarden in het algemeen, zullen minder snel last hebben van een maagzweer.

Laat je paard liever niet werken op een lege maag: geef hem liever eerst een klein plakje hooi en dan na de training de rest van zijn portie. Dit filmpje illustreert de bestrijding van maagzweren: klik hier.

Natuurlijk wil je er op tijd bij zijn als je paard een maagzweer heeft, want in het ergste geval (als de maagzweer een gat in de maagwand veroorzaakt) kan het dodelijk zijn, met name bij jonge paarden. Wat zijn de symptomen? Ten eerste kan je het merken aan het feit dat je paard gewoon niet meer zo’n zin heeft om te werken en te eten en drinken. Zijn vacht wordt dof, hij kan chagrijnig worden en koliek of diarree krijgen (zie ook ons artikel Waaraan kan je zien dat een paard ziek is). Waar je het ook aan zou kunnen zien is dat hij veel gaat gapen en/of veel speeksel produceert. Registreer je dit soort symptomen, roep dan de hulp van een dierenarts in. Die kan een maagzweer constateren door middel van een endoscopisch onderzoek. Vervolgens kan hij maagzuurremmers en eventueel maagbeschermers voorschrijven. Als je dierenarts een maagzweer heeft geconstateerd, stop dan met krachtvoer en biedt onbeperkt ruwvoer aan. Laat je paard zoveel mogelijk buiten. Ben je gewend om je paard knoflook en/of duivelsklauw te geven als supplement, verminder dit dan wanneer er een maagzweer is geconstateerd, want in zijn conditie kan het toedienen van deze supplementen de kwaal verergeren! Je kunt het wel in beperkte mate geven en het beste is om het dan in combinatie met ruwvoer te geven. Is je paard herstellende van een maagzweer, geef hem dan ter ondersteuning kurkuma of zoethout!

Voorkomen is beter dan genezen, dus weet waar je op moet letten om maagzweren bij je paard te voorkomen: zorg voor een goed voedselmanagement: regelmatig voeren in de juiste volgorde (ruwvoer – krachtvoer), beperkt granen (die stimuleren e aanmaak van het hormoon pepsine, wat de productie van maagzuur stimuleert) en indien mogelijk onbeperkte toegang tot gras/hooi. Lucerne neutraliseert de zuurtegraad enigszins, dus dat zou je als supplement kunnen geven. Laat je paard niet te lang op stal staan en zorg dat hij in contact met andere paarden. En raakt je paard in de stress als hij vervoerd moet worden, kies er dan voor om de Paarden Oppas Service in te schakelen als jij met vakantie gaat: dan zorgen wij voor een verzorger die vanuit jouw huis de zorg voor je paard(en) overneemt. Dan kan je paard lekker thuis blijven!