Hippiatori
Al in de begindagen van de samenwerking tussen mens en paard werd er diergeneeskunde bedreven. In het oude India bestonden er dierenziekenhuizen waar zieke paarden, olifanten en (ander) vee werden behandeld. Verschillende teksten zijn gewijd aan de behandeling van dierziekten, met name de Indiase Asva Sastram. Rond 1800 voor Christus had Koning Hammurabi van Mesopotoamië een lijst opgesteld waarop het honorarium voor de verschillende behandelingen van ezels en ossen stond aangegeven. Een eeuw eerder al hadden de Egyptenaren een op papyrus geschreven handleiding voor aandoeningen bij honden.
Pioniers op het gebied van de diergeneeskunde waren, net als voor de mensgeneeskunde, de Grieken. Hun paardenartsen werden Hippiatori genoemd en de eerste artsen, waarvan Hippocratus de belangrijkste is, waren bedreven in de behandeling van dieren. De Griekse geneeskunde was haar tijd zo ver vooruit dat de Romeinen bijna alleen maar Griekse artsen in dienst namen. De term veterinarius raakte in gebruik voor artsen die diergeneeskunde bedreven en het woord veterinarium verwees naar een paardenbehandelruimte of ziekenhuis.
Het oudste bekende boek over de verzorging van het paard werd in 1360 voor Christus voor het Hittitische strijdwagenleger geschreven door Kikkuli de Mittaniër. De beroemdste Griekse dierenartsen waren Aspyrtus, die in 330 na Christus de Hippiatrika schreef, teksten over de ‘veeartsenijkunde’ die in de tiende eeuw opnieuw werden gepubliceerd, en Vegetius. Vegetius schreef in 450 na Christus ‘Diergeneeskunde’, een boek dat duizend jaar lang werd beschouwd als het standaardwerk. Vegetius was goed op de hoogte van vele, ook nu nog actuele virale infecties. In Rome waren er ernstige epidemieën, die we nu herkennen als paardeninfluenza en Afrikaanse paardenpest.
In de middeleeuwen en ook in de 20ste eeuw was de behandeling van paarden (en soms zelfs van mensen!) in handen van de smid, die het aanzien genoot van de oude sjamaan. Tot aan de 18de eeuw boekte de wetenschap van de diergeneeskunde weinig vooruitgang, maar de oorlogen in Europa brachten daarin verandering: men was afhankelijk van een groot cavalerieleger, dat met uitgebreide fokprogramma’s werd ondersteund. In 1762 werd daarom de Koninklijke Veterinaire School in Lyon (Frankrijk) opgericht, 30 jaar later gevolgd door de School voor Diergeneeskunde in Londen.
Tegenwoordig speelt de dierenarts een grote rol bij elke activiteit waarbij paarden zijn betrokken. Hij houdt zich bezig met preventieve geneeskunde, hij diagnosticeert, adviseert paardenhouders en behandelt paarden.