Berichten

Wat drinkt jouw paard? Over de kwaliteit van het water…

Paarden Oppas Service over kwaliteit waterEr wordt veel gesproken over paardenvoeding: wanneer geef je wat en in welke mate? Over water wordt over het algemeen niet veel meer gezegd dan dat je paard voldoende moet drinken. Om hem daarin te stimuleren zou je stukjes appel of wortel in de emmer/speciebak kunnen leggen – dan kan hij ‘koek happen’ en ondertussen water binnen krijgen! Pepermuntjes in het water kan ook helpen. Waarschijnlijk heb je meerdere drinkbakken. Dan kan je aan het water in één van de emmers wat appelsap toevoegen, en wat je ook kan doen is je paard wat zout door het eten geven, of je hangt een zoutblok op: daar krijgt hij dorst van (zie ons blog ‘Paarden en hitte: feiten en fabels’). De gemiddelde waterbehoefte van een paard ligt tussen de 20 en de 60 liter, voor een pony ligt dat rond de 25 liter.

Van nature drinkt een paard uit zichzelf voldoende water, maar als hij niet lekker is of spijsverteringsproblemen heeft, kan het zijn dat hij minder drinkt. Een andere reden kan de kwaliteit van het drinkwater zijn.
Hoe zit het met de kwaliteit van het water wat jouw paard drinkt? Krijgt jouw paard leidingwater, bronwater of drinkt hij uit de sloot?

Leidingwater
Het veiligste is leidingwater, want daar zijn kwaliteitsnormen voor en de watermaatschappij controleert continu of de kwaliteit goed is. Wat je wel in de gaten moet houden is de hardheid van het water: die varieert per regio. Bij te hoge hardheid kan je kalkafzettingen krijgen in je waterleiding, wat tot verstoppingen kan leiden. Ook kan hoge waterhardheid invloed hebben op medicijnen die je paard gebruikt (bespreek dit met je dierenarts). Meten is weten!

De hardheid van water wordt in Nederland uitgedrukt in Duitse graden hardheid (ºdH). Dit geeft de hoeveelheid kalk en magnesium in water aan.

De waterleidingbedrijven hanteren de volgende indeling voor de waterhardheid:
– 0 tot 4º dH: zeer zacht water
– 4 tot 8º dH: zacht water
– 8 tot 12º dH: gemiddeld
– 12 tot 18 ºdH: vrij hard water
– 18 tot 30 ºdH: hard water

Klik hier om te kijken hoe de waterhardheid bij jou is.
Is de waterhardheid te hoog, dan kan je een ontharder plaatsen.

Putwater
De kwaliteit van putwater is uiteraard afhankelijk van de regio en de diepte van de put. Zandgrond houdt, in tegenstelling tot kleigrond, weinig verontreiniging tegen. Klei filtert heel gestaag het vuil uit het water. Wateronderzoek Paarden Oppas ServiceSommige grondsoorten bevatten veel ijzer, kalk, arseen of cadmium. Arseen kan huidveranderingen veroorzaken en zelfs kanker. Cadmium kan schade aanrichten aan de nieren en leidt tot botontkalking. Het is dus zaak om putwater te laten testen voordat je je paard ervan laat drinken. Het mag dan goedkoper zijn om je paard putwater te laten drinken, maar als je hiervoor kiest neem je wel de verantwoordelijkheid op je om regelmatig analyses te laten doen! Ondiepe putten (15 tot 20 meter) leveren vaak een slechtere kwaliteit water op, omdat het percentage nitraat en nitriet hoger is en er vaak sprake is van bacteriologische verontreiniging. Nitraat wordt in de maag gedeeltelijk omgezet in nitriet. Nitrieten ontregelen het zuurstoftransport in het lichaam. Je paard kan hierdoor zuurstofgebrek krijgen. Het is zelfs zo dat nitrieten nitrosamines kunnen vormen, die mogelijk kankerverwekkend zijn.

Een diepere put is meestal beter, maar de kans op een hoog ijzergehalte is dan wel groter. Dit kan diarree veroorzaken bij je paard en een verminderde opname van koper. Bovendien proeft je paard de ijzersmaak, die niet aangenaam is, en hij zal daardoor waarschijnlijk minder water tot zich nemen dan hij nodig heeft. Bij diepere putten is het mangaan- en fluorgehalte meestal ook hoger (kan het skelet vervormen), evenals het gehalte aan natrium, chloride en ammonium. Zuur putwater tast metalen leidingen aan, waardoor er veel lood, koper, zink en/of nikkel in het putwater terecht kan komen.

Wist je dat slechts 2 op de 10 putwaters voldoen aan de kwaliteitseisen voor leidingwater? Putwater kan bacteriën en virussen bevatten, door aantasting van knaagdieren, insecten, stof en organisch materiaal, maar ook door rioolwater en mestsappen. Hierdoor kan je paard maag-/darmontstekingen krijgen en kan hij gaan braken en last krijgen van diarree. Dit vergroot weer de kans op uitdroging.

Slootwater
Je kunt je paard gewoon uit de sloot laten drinken, of uit een vijver, maar hier is het helemaal belangrijk om het water te laten testen, in verband met bedrijven die afvalstoffen dumpen, bestrijdingsmiddelen die boeren in de buurt gebruiken en de afvloeiingen van wegen (denk aan motorolie). Mest van de veehouderij en landbouw zorgt voor meer nitraat, nitriet en ammoniak in het water en het gebruik van bestrijdingsmiddelen kan leiden tot pesticiden in het water.

Drinkt je paard uit een beek, hou dan goed in de gaten of het water helder is en niet ruikt. Het is niet verstandig om je paard uit stilstaand water te laten drinken, omdat daar vaak parasieten en ziektekiemen in zitten. Als er veel slib op de bodem ligt of er zijn veel afgestorven planten, dan kan het water verontreinigd raken door rottingsprocessen. Er kan dan zwavel ontstaan, wat kan leiden tot zenuwafwijkingen bij je paard. E. coli en salmonella kan je paard darmproblemen geven. Ook kan er blauwalg in het water ontstaan, met name gedurende de zomermaanden. Het water heeft dan een groenblauwe of roodgele bovenlaag. Blauwalgen zijn zeer giftig en tasten de lever en nieren van je paard aan.

Nu je dit allemaal hebt gelezen, zul je er waarschijnlijk voor kiezen om je paard niet meer uit de sloot, vijver of beek te laten drinken, maar dat water is natuurlijk niet in ALLE gevallen verontreinigd. Het is een kwestie van regelmatig laten testen. Zelf kan je ook al een test doen. De Gezondheidsdienst voor Dieren ontwikkelde hiervoor in samenwerking met de Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland een doehetzelftest. Blijf alert en laat regelmatig analyses doen. Je kunt hiervoor terecht bij de Gezondheidsdienst voor Dieren. Zij sturen je de potjes toe waar je wat slootwater of putwater in doet. Die stuur je op en dan testen zij het water voor je. De uitslag bespreek je met je dierenarts.

Je paard is afhankelijk van jou voor de kwantiteit en de kwaliteit van het water dat hij drinkt. Zorg dat je hier voldoende aandacht aan besteedt!