Over ruinenlust en nachtmerries

Paarden Oppas Service over keuze ruin of merrieGrofweg zijn paardenliefhebbers te verdelen in twee kampen: de liefhebbers van ruinen enerzijds en de mensen die zweren bij merries anderzijds.

Het woord ‘ruinenlust’ heeft hier echter niets mee te maken. Ruinenlust is een Duits woord voor  het romantische genieten van de aanblik van een oude ruïne. In de achttiende en negentiende eeuw wemelde het van de romantische denkers die, door het zien van wat resteerde van de ooit grootse antieke gebouwen, mijmerden over de onvermijdelijke vergankelijkheid van zelfs de grootste wereldrijken. 

Waar het woord ‘ruinenlust’ duidelijk uitleg behoeft voor de meeste van onze landgenoten, is het woord ‘nachtmerrie’ een algemeen bekend begrip.

En dat brengt ons logischerwijs tot de volgende vraag: als een akelige droom geassocieerd wordt met een merrie, betekent dit dan automatisch dat je beter uit de buurt van merries kunt blijven?

Integendeel! Merries hebben vele voordelen boven ruinen. Deze stelling kunnen we onderbouwen met een 15-tal sterke argumenten:

  1. Misschien heeft het met de evolutie te maken, maar in ieder geval is het zo dat merries beschikken over een hogere mate van zelfbehoud. Ze zullen bijvoorbeeld over het algemeen iets minder snel achteruit een sloot inlopen. Dus als je erop kan blijven zitten als ze er vandoor gaan omdat ze schrikken van die tractor, loop je niet zo’n risico om nat te worden.
  2. Vanuit hun zelfbehoud zullen ze ook voorzichtiger zijn op het springparcours en koste wat kost proberen te voorkomen dat ze een balk aantikken, aangezien dit ertoe zou kunnen leiden dat ze een salto moeten maken en op hun rug terecht komen. Dat is voor de springruiter een prettige bijkomstigheid!
  3. Om diezelfde reden zal een merrie (hopelijk) ook eerder wilde weidegenoten ontwijken, in plaats van ze te trachten te charmeren met ruinachtige opdringerigheden. En als dat de hoogte van de dierenartsrekening beperkt, vinden we dat heel verstandig!
  4. Het trainen van een merrie leert ons dat het beter is om in de eerste instantie vriendelijk te vragen of de ander iets voor je wilt doen, dan te veronderstellen dat je krijgt wat je eist – een waardevolle levensles.
  5. Werken met een merrie bevordert je onderhandelingskwaliteiten aanzienlijk, waardoor zich een hele nieuwe wereld aan carrièremogelijkheden opent, van bemiddelaar tot manager van de vredesmissie van de United Nations.
  6. Hiermee zeggen we niet dat een merrie ideaal is, nooit in de modder rolt en al haar mooie vijgen netjes op een stapel in de hoek van haar stal deponeert, maar de meeste merries zijn wel proper.
  7. Een noemenswaardig punt is ook dat je nooit een veulen zult kunnen krijgen van je geliefde ruin, maar die mogelijkheid bestaat in principe wel bij een merrie.
  8. Wat ook fijn is, is dat je een merrie roze bandages en een bling bling hoofdstel om kan doen en dat je dan niet de hele tijd mensen hoeft te corrigeren omdat ze denken dat je op een ruin rijdt.
  9. Merries zijn vaak slimmer en alerter dan ruinen, net zoals dat geldt voor vrouwen ten opzichte van mannen (ik ben dan toevallig een vrouw, maar dat staat hier los van).
  10. In tegenstelling tot ruinen, zullen merries je niet zo snel helemaal af gaan lebberen als ze je begroeten (daar moet wel bij gezegd worden dat dit te maken kan hebben met het feit dat ze het te druk hebben met het chagrijnig kijken en ze de spieren in hun hoofd op dat moment ook nog moeten gebruiken om hun oren in hun nek te leggen).
  11. Van horen zeggen hebben we begrepen dat merries in beide richtingen verticaal kunnen gaan. Dat is een sterk staaltje balans en atleticisme!
  12. Merries zijn er een ster in om de ruinen op stal onder de duim te houden. Als je een ruin zou aanstellen als toezichthouder, kan je erop rekenen dat het een puinhoop wordt op stal!
  13. Als we een euro zouden ontvangen voor iedere keer dat we een ruiter hebben horen zeggen : ‘Als een merrie je eenmaal mag, gaat ze voor je door het vuur’, zouden we nu heel rijk zijn!
  14. Merries bijten niet voor hun vermaak in de knopen van je regenbestendige houtje touwtje jas, om ze vervolgens aan het elastiek terug te laten schieten. Hiermee geven ze aan dat ze hun persoonlijke ruimte zeer op prijs stellen en door dit te doen verzoeken ze jou vriendelijk om daar rekening mee te houden.
  15. Ruinen staan er wel voor open om geknuffeld te worden, maar merries laten je werken in ruil voor wat genegenheid. Je kan het vergelijken met het verschil tussen een hond en een kat. Ruinen zijn allemansvrienden, terwijl merries kieskeurig zijn. Wat ze daarmee bereiken is dat hun geliefde eigenaren zich heel bevoorrecht voelen!

Bron van deze stellingen: Horse & Hound

Wat kost een eigen paard?

Kosten eigen paard www.PaardenOppasService.nlHet is een hele stap om je eigen paard te kopen. Niet alleen qua verantwoordelijkheid en tijdsinvestering, maar ook qua financiële investering. Naast de aanschaf van het paard en het tuig, wat bij elkaar toch al snel enkele duizenden euro’s kost, zijn er de maandelijks terugkerende kosten van de stalling en het onderhoud. Stalling kost je gemiddeld 250 euro en als je wekelijks lest ben je per maand rond de 100 euro kwijt: Een gemiddelde groepsles op een manege kost € 20,- per uur, een privéles kost gemiddeld € 40,- per uur. Als je ervoor kiest wedstrijden te rijden komen de kosten van een startkaart en inschrijfkosten per proef daar nog overheen.
De hoefsmid moet eens in de twee maanden komen en die rekening bedraagt om en nabij de € 75,-. Daarnaast heb je nog kosten aan gebitsverzorging, wormenkuren, inentingen en evt. dierenartskosten. Het is verstandig om een potje van een paar duizend euro achter de hand te hebben voor als er iets met je paard mocht gebeuren. Als je paard moet worden opgenomen in de paardenkliniek, dan kost je dat al gauw minimaal € 1500,-.

Er zijn verschillende soorten verzekeringen die je kunt afsluiten om je tegen dit soort kosten te verzekeren. De kosten daarvan variëren, afhankelijk van hoeveel je wilt verzekeren.

Staat je paard op een pensionstal, dan betaal je meestal een all-in fee van circa 300 euro (stalling, voer, gebruik van bak en stapmolen, verzekering, entingen, ontwormen). Alleen weidegang hoeft slechts 75 euro per maand te kosten, maar aan een luxe volpension kan je zelfs 500 euro per maand kwijt zijn! Bovengenoemde prijzen zijn een indicatie. Prijzen kunnen per regio verschillen.

Weet dus wel waar je aan begint, want het gaat om serieuze bedragen! Hou ook rekening met het feit dat jouw omstandigheden kunnen veranderen: je wil er eigenlijk niet aan denken, maar kan je je nog steeds een paard veroorloven als je je baan verliest, of minder gaat verdienen? Heb je genoeg geld, ook voor onvoorziene omstandigheden en heb je een leuk paard op het oog? Laat het paard dan voordat je hem koopt zeker keuren door een dierenarts. Het is verstandig om een keuring met foto’s te laten doen. Dit kost wel meer dan een klinische keuring (circa 400 euro in plaats van 150), maar op de foto’s kan een dierenarts zien of er sprake is van gebreken aan de benen, veroorzaakt door bijvoorbeeld artrose of ocd. Meestal betaalt de koper de kosten voor de keuring, maar soms wil de verkoper ook wel meebetalen. Een punt van onderhandeling! Een koopcontract kan je gratis downloaden van het internet. Essentieel in het contract is de clausule over verborgen gebreken zoals kreupelheid, bepaalde karaktereigenschappen en stalgebreken. Mocht je na de koop dit soort zaken constateren, dan is de verkoper verplicht om het paard terug te nemen.

Als je paard aan huis staat, dan zitten de kosten voor het land en de stallen inbegrepen in je hypotheek of huursom: die is maandelijks natuurlijk hoger dan wanneer je geen wei en stallen erbij hebt. De kosten die je kwijt bent aan voeding zijn afhankelijk van het soort paard dat je hebt: een shetlander kost je misschien 30 euro per maand, terwijl een sportpaard je wel 200 euro aan voeding kan kosten.
De paardentandarts kijkt voor  rond de € 15,-/ € 20,- het gebit van je paard na en geeft voor gemiddeld 55 euro een basisbehandeling.
Je zal jouw paard af en toe moeten ontwormen en dat kost gemiddeld € 15,- per spuit (grote paarden hebben mogelijk 2 spuiten per keer nodig). Vroeger werd paardenhouders aangeraden om hun paard iedere twee maanden een wormenkuur te geven. Dat is echter achterhaald. Het is beter om regelmatig mestonderzoek te doen en op basis daarvan zo nodig je paard te ontwormen. Check af en toe bij het uitmesten de vijgen en laat de mest minstens drie keer per jaar testen. Daarnaast is het belangrijk om een goed weidemanagement toe te passen. Op deze manier zal je minder vaak wormenkuren hoeven te geven. Omdat je paard minder medicatie binnenkrijgt, is de kans op resistentie kleiner én je bespaart er kosten mee!

Je zal gemiddeld 2 uur per dag bezig zijn met je paard en dat iedere dag! Natuurlijk wil je ook weleens met vakantie of een dagje weg. Wie zorgt er dan voor je paard? Dan kan je gelukkig een beroep doen op de Paarden Oppas Service!

Met vakantie? Paarden Oppas Service voor je paard!

Rotstraal: hoe je het kunt voorkomen en genezen

Rotstraal, wat is het en wat doe je ertegen?

Rotstraal wordt ook wel hoefrotonsteking genoemd en het ontstaat door een bacteriële infectie in de straalgroeves. De infectie eet als het ware de straal weg en er kan stinkend, grijs vocht uit de groeves komen. Het hoorn wordt zacht en donker van kleur, terwijl een gezonde straal bij witte hoeven gelig is en bij donkere hoeven grijs. Als je ziet dat er vocht uit de hoeven komt (misschien ruik je de ontsteking eerder dan je hem ziet!), is het zaak om er zo snel mogelijk een hoefsmid bij te laten komen, want zonder behandeling kan rotstraal leiden tot kreupelheid en zelfs tot hoefkanker! De hoefsmid zal de rotte delen wegsnijden en doordat er dan lucht bij komt, zullen de bacteriën afsterven. Een hoefsmid die natuurlijk bekapt is aan te raden: de straalgroeven worden door hem/haar veel breder gezet, waardoor de zuurstof bij de kern kan komen. Hij  kan ook een gaatje boren in de hoef, waar je dan als nabehandeling kopersulfaat (koperzout van zwavelzuur) of betadine in kunt spuiten.

Zelf kan je jouw paard met de geïnfecteerde hoef in een sodabadje zetten en daarna wat jodium op de besmette delen doen. De sodaoplossing (8 handjes soda opgelost in 10 liter water) kan je ook met een spons Duo Protection Hoevenvet te koop bij de Paarden Oppas Serviceaanbrengen, of je giet het in een spuitbus, zodat je het op de straal kunt spuiten. Na het bekappen kan je de staalgroeven 2 à 3 keer per week insmeren met Hoevenvet van Duo Protection. Dit voedt en beschermt, zonder af te sluiten. Sowieso goed om regelmatig te gebruiken voor het onderhoud van de hoeven van je paard, om problemen te voorkomen. Duo Protection is onderzocht door onderzoeksinstituut TNO en het is onomstotelijk bewezen dat Duo Protection de hoeven verbetert, onderhoudt en sterker maakt. Voor de nabehandeling van hoefrot kan je ook Egyptische zalf en Dry Feet van Cavalor gebruiken, maar wij raden Hoevenvet van Duo Protection aan.

Medical Honey van MediHoney nu te koop bij de Paarden Oppas ServiceEen ander middel wat effectief is bij rotstraal is Medical Honey. Dit product van MEDIHONEY® is, net als het bovengenoemde hoevenvet, te koop in de Shop van de Paarden Oppas Service. Medical Honey is samengesteld uit 100% gereinigde en gesteriliseerde Manuka honing. MEDIHONEY® antibacteriële honing is vrij dun en vloeibaar en daardoor uitermate geschikt voor diepere wonden, of voor het bereiken van diepe groeven zoals bij rotstraal. De honing is eenvoudig aan te brengen en laat zich gemakkelijk wegspoelen tijdens verbandwisselingen.

Hoefrotontsteking kan ontstaan als je paard langere tijd op een natte bodem staat, waardoor de hoef week wordt en daarmee vatbaar voor een bacteriële infectie. Op het land kan dit ook gebeuren als je paard langdurig op nat gras staat, of op een wei met veel modder.

Voorkomen is beter dan genezen!
Haal daarom regelmatig de natte plekken uit de stal en strooi goed op met een dikke laag stro. Eventueel kan je ook houtsnippers of vlas gebruiken: dat absorbeert de urine van je paard goed. Maak de hoeven van je paard iedere dag goed schoon en zorg dat ze droog zijn. Laat de hoeven regelmatig bekappen en zorg voor een goede schuilstal op het land, zodat je paard niet te lang in de nattigheid hoeft te staan.

Wist je dat zeewater ook heel goed is voor de hoeven? En een strandrit is geen straf! Het zout zuivert en ontsmet. Maar let op: de Nederlandse stranden worden regelmatig opgespoten en dan is het gevaarlijk om een strandrit te maken, in verband met drijfzand. Meestal staan er dan  waarschuwingsborden, maar niet altijd, dus het is zaak zelf in de gaten te houden wanneer het strand wordt opgespoten. Opspuiten doet de Rijkswaterstaat om het strand te behouden: door de wind en de stroming verdwijnt er veel zand in de zee en dat wordt van tijd tot tijd opgezogen en weer op het strand gespoten.

Hier lees je wanneer er waar kustonderhoud gedaan wordt: klik hier.

PAARDENQUIZ!

PAARDENQUIZ

PaardenquizRuiterbewijs Paarden Oppas Service

Wat weet jij over paarden, paardrijden en rijden in het verkeer? Doe de KNHS Paardenquiz!

1. Wat ben je als ruiter in het verkeer?
a. Ruiter natuurlijk!
b. Wandelaar.
c. Bestuurder.

2. Wat is de werking van een watertrens?
a. Door de losse ringen werkt het mondstuk van dit bit vriendelijk in op de paardenmond.
b. Die maakt dat een automatische drinkbak steeds weer vol water loopt.
c. Deze smalle strook water onder een hindernis maakt de sprong moeilijker.

3. Waar moet jij met je paard rijden op een provinciale weg?
a. In de berm of aan de rechterkant
b. In de berm of op het fietspad,
c. Daar mag je niet komen.

4. Jij rijdt met je paard op een kruising. Van rechts komt een automobilist vanaf een zandpad. Wie heeft er voorrang?
a. De automobilist, want auto’s hebben voorrang op paarden.
b. De automobilist, want die komt van rechts.
c. Jij, want de automobilist rijdt op een onverharde weg.

5. Je rijdt in draf op een ruiterpad en er komt je een wandelaar tegemoet. Wat doe je?
a. In draf blijven rijden, maar wel ruimte geven aan de wandelaar.
b. In stap gaan rijden en ruimte geven aan de wandelaar.
c. In draf blijven rijden en geen ruimte geven aan de wandelaar, want het is een ruiterpad.

6. Wat is het verschil tussen een verbods- en een gebodsbord?
a. Een verbodsbord betekent dat je een straat niet in mag. Een gebodsbord zegt dat je voorrang hebt.
b. Een verbodsbord betekent dat je iets niet mag doen. Een gebodsbord zegt juist dat je iets wel moet doen in het verkeer.
c. een verbodsbord is blauw, een gebodsbord is rood.

7. Wat doe je als je gaat draven in het verkeer?
a. Dat kan je beter niet doen. Stappen is veiliger.
b. Over je schouder kijken om te controleren of je wordt ingehaald.
c. De paarden naast elkaar laten lopen of midden op de rijbaan gaan rijden, zodat het overige verkeer niet voorbij kan.

8. Welk van de onderstaande lekkernijen is giftig voor een paard?
a. Pepermunt.
b. Banaan.
c. Chocola.

Weet je meerdere antwoorden niet? Dan is het hoog tijd dat je je KNHS Ruiterbewijs gaat halen!

Daarmee krijg je gratis toegang tot opfriscursussen en bijscholingen, aantrekkelijke kortingen op paardensportevenementen, een abonnement op Paard & Sport, toegang tot unieke natuurgebieden en nog veel meer!
Kijk voor meer informatie op www. knhsruiterbewijs.nl

Antwoorden:
1c, 2a, 3b, 4c, 5b, 6a, 7b, 8b, 9b, 10c.

 

 

Regelmatig DROES uitbraken in Nederland!

Regelmatig DROES uitbraken in Nederland!

Bijna elk paard heeft wel een keer in zijn leven droes, maar het is zaak om tijdig in te grijpen, om verspreiding te beperken.  Droes is een zeer besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door de bacterie Streptococcus Equi. Deze bacterie zorgt voor een acute infectie van de voorste luchtwegen waarbij abcessen van de lymfeknopen ontstaan. De lymfeknopen die tussen de kaaktakken liggen en de lymfeknopen die boven de keel liggen worden het vaakst aangetast. Hoe meer paarden bij elkaar, hoe groter de kans dat de ziekte verspreid wordt. Dit gebeurt meestal door gezamenlijk gebruik van drink- en voederbakken. Of via de mens. Omdat de incubatietijd 3 tot 14 dagen kan zijn is het lastig vast te stellen of een paard besmet is.

Je kunt een besmet paard herkennen aan een aantal symptomen:De Paarden Oppas Service over droes

– loopneus (in de eerste instantie helder, maar na een paar dagen pusachtig)

– hoesten en snurken

– verminderde eetlust. Eten kan ook via de neus terugkomen, door slikproblemen

– koorts

–  pijn in de hals, te herkennen aan de lichaamshouding: paard houdt de hals vaak gestrekt

– lymfeknoopzwellingen of –abcessen

De Gezondheidsdienst voor Dieren (in Deventer) biedt naast de DNA-test en het bacteriologisch onderzoek nu ook de ELISA-test aan voor droes. Dit is een nieuwe diagnostiek voor het aantonen van antistoffen tegen de droesbacterie in bloedserum. Bijna alle paarden ontwikkelen enkele weken na infectie antistoffen en komen daardoor positief uit de test. Bij dragers blijven de antistoffen langdurig aanwezig.

Droes is voor het paard erg pijnlijk. Raadpleeg snel een dierenarts als je vermoedt dat je paard droes heeft, want in een vroeg stadium kan het nog behandeld worden. Vroeger kreeg een paard met droes meestal een antibioticakuur voorgeschreven, maar tegenwoordig is men daar terughoudend in, aangezien de antibiotica de rijping van de abcessen vertraagt. In de meeste gevallen is het beter om de abcessen door te laten breken. De abcessen kunnen zelf rijpen, of de dierenarts opent ze. Benauwdheid kan bestreden worden met medicijnen. Als deze niet het gewenste resultaat opleveren, dan kan er een tracheotomie geplaatst worden (een buisje in de luchtpijp), waardoor het paard kan ademen tot de zwelling in de luchtwegen is afgenomen.

In uitzonderlijke gevallen kan droes fataal zijn. De bacterie kan nl. via het bloed elders in het lichaam terecht komen en abcessen veroorzaken in de spieren, de organen of de buikholte (let op koliek verschijnselen!). Als dat gebeurt is de kans klein dat het paard dit overleeft.

Meestal krijgen paarden op jonge leeftijd droes en bouwen dan een vorm van immuniteit op, maar deze is niet levenslang, dus oudere paarden kunnen het ook (weer) krijgen. Je kunt je paard vanaf de leeftijd van 4 maanden laten inenten, maar daarover zijn de meningen verdeeld: in sommige gevallen is het wenselijk, maar naast de voordelen zijn er ook nadelen aan verbonden, dus bespreek de situatie van jouw paard goed met je dierenarts!

Om besmetting te voorkomen kan je je paard het beste uit een eigen drinkbak laten drinken en niet in de buurt van andere paarden poetsen en opzadelen. Stallen kunnen het beste de nieuwe paarden tijdelijk apart zetten en jongere paarden permanent apart te zetten. Als een paard genezen is, kan het toch nog tot 6 maanden besmettelijk zijn voor andere paarden!!

Hoe zorg ik dat mijn paard zich niet verveeld?

Wat is het een triest gezicht, om een paard alleen in de wei te zien staan, met hangend hoofd. Hij neemt een paar stapjes, neemt een paar hapjes en staart met doffe blik wat voor zich uit. Een gezond, blij paard is ondernemend en nieuwsgierig naar zijn omgeving. Wat doe jij om het welzijn van je paard te vergroten en te zorgen dat hij zich niet verveeld?

Belangrijk is gezelschap: het paard is immers een kuddedier. Laat hem niet alleen in de wei staan en maak de wei avontuurlijk door een Paddock Paradise aan te leggen, wat de natuurlijke leefomgeving van paarden nabootst. Leg paden aan van verschillende breedtes en verschillende soorten ondergrond, zorg voor hoogteverschillen en een natuurlijke drinkplaats en plaats hier en daar bomen of leg paden aan door de bosjes en tussen de bomen door. Biedt het hooi en gezonde tussendoortjes telkens op een andere plek aan, zodat de paarden moeten zoeken naar eten. Span bijvoorbeeld een touw met verschillende soorten groenten en fruit tussen de takken van een boom in de wei, of hang het op in de stal. Staan de paarden een deel van de tijd op stal, dan is een gemeenschappelijke binnenruimte het meest natuurlijk. Als dit niet mogelijk is, zorg dan dat de paarden elkaar wel kunnen zien en aanraken door de tralies van de boxen heen.

Er moet altijd voldoende hooi zijn, niet alleen voor de maagvulling, maar ook voor de afleiding. Wist je dat paarden een kilo hooi wel 6000 keer kauwen voor ze het doorslikken? Dat is heel wat anders dan bij brokken: daarop kauwen ze maar 1000 keer per kilo. Zorg dat je het voer meerdere keren per dag in porties aanbiedt. Houdt hierbij een dagelijkse routine aan door op vaste tijden te voeren, de paarden in/uit de wei te zetten en ze rust/beweging te geven. Dit geeft je paard een gevoel van veiligheid en balans. De beweging die jij je paard actief geeft, door hem te berijden, longeren, grondwerk met hem te doen, met hem te gaan lopen, zorgt niet alleen voor afleiding, maar versterkt ook de band tussen jou en je paard.

Er is allerlei speelgoed voor paarden te koop, maar spelletjes met een beloning blijven natuurlijk het leukst! Denk hierbij aan een bal waar snoepjes in zitten, die eruit komen als het paard de bal vooruit duwt. Ook likstenen zijn een vorm van vermaak, net zoals een kind van een lolly kan genieten! Tegelijkertijd krijgt je paard de nodige zouten en mineralen binnen. Let wel goed op de ingrediënten, want sommige likstenen bevatten aardig wat suiker, en daar wordt je paard alleen maar opgefokt van! Mocht je toch een liksteen hebben waar wat meer suiker in zit, biedt deze dan alleen af en toe aan. Likstenen zijn tegenwoordig verkrijgbaar in allerlei verschillende smaken.

De bekende pionnen en rubberen ballen zijn goed voor menig uur speelvermaak, maar kijk dit speelgoed goed na: van te voren om te zien of er een scherpe randjes aan zitten, en na gebruik, om na te gaan of je paard de pion/skippybal niet aan het slopen is geweest. Want dat kunnen ze goed! Zorg ook dat je voldoende afwisseling biedt in de soorten speelgoed. Ruil af en toe met bevriende paardenhouders of berg bepaalde dingen voor een aantal weken op, om ze later weer eens aan te bieden aan je paard.

Gaan we spelen, mama?

Gaan we spelen, mama?

Geef je paard de ruimte om iedere dag lekker te kunnen rennen én rollen, in de wei of in een paddock. Dat is voor hem een heerlijke manier om te ontspannen en zichzelf te masseren. Hou de conditie van de wei goed in de gaten: bij schraal gras zal je paard iets anders gaan zoeken om zich mee bezig te houden. Dan kan hij ongewenst gedrag gaan vertonen naar weigenootjes. Of in het hek gaan bijten, weven, likken, met zijn onderlip gaan flapperen of windzuigen. Deze repeterende bewegingen zorgen voor de aanmaak van endorfine, een lichaamseigen hormoon waarvan het paard in een roes raakt en waaraan het op den duur verslaafd raakt. Als je een slowfeederbak op het weiland hebt, kan je daar wilgentakken in leggen, waartussen je wortels verstopt: dat houdt ze wel even bezig!

Om verveling op stal tegen te gaan, zorg je in de eerste instantie voor een schone, aangename stal. Afmetingen bij voorkeur minstens 3,5 bij 3,5 meter, voldoende licht en een temperatuur tussen de 10 en de 15 graden. Zorg voor voldoende frisse lucht, zodat je paard geen last krijgt van de ammoniakgeur van de urine. Staat je paard naast een paard waar hij goed mee op kan schieten? Dat bevordert zijn welzijn! Je kunt in de stal voor de afleiding af en toe ook een bal, wilgentakken, een wortel, een raap of een appel aan een touw ophangen. Let erop dat je paard niet in het touw verstrikt kan raken. Ook kan je een speciebak neerzetten met daarin tennisballen en wortels. Dan mag je paard lekker wroeten om af en toe beloond te worden met een heerlijke wortel!

Ik ga op vakantie en laat thuis…

De paarden worden met liefde verzorgd

De paarden worden met liefde verzorgd

Dit artikel werd gepubliceerd in BIT Magazine

Aangezien je paard niet in je koffer past en paardenmensen toch graag op vakantie gaan, zijn creatieve oplossingen noodzakelijk. Ga je op reis en wil je jouw paard niet uit zijn vertrouwde omgeving halen? De Paarden Oppas Service regelt een verzorger die tijdens jouw vakantie op je paarden, huis en eventuele andere dieren past.

“Wij maken sinds 2011 gebruik van de Paarden Oppas Service”, vertelt Loes Engels. Zij en haar man Richard hebben vier paarden, een hond, twee katten en wat kippen, die uiteraard hun verzorging nodig hebben als ze van huis gaan. “Een kennis tipte ons over de Paarden Oppas Service en we zijn gaan googelen, om ons vervolgens aan te melden.”
Na het intakegesprek gaat de hele procedure van start. “Het leek wel een datingbureau”, lacht Loes. “Maar dat is ook belangrijk. De oppassers moeten passen bij onze wensen, ze moeten onze dieren goed kunnen verzorgen.”
Loes en haar man kozen voor een ouder echtpaar. “We maakten kennis met Hans en Evelien uit Zwolle. Dat was zeer geslaagd! Bang voor gevaarlijke mensen hoef je niet te zijn. Als een verzorger zich aanmeldt wordt hij door de service ook echt gescreend. Het is niet zo dat er wordt gezegd ‘oh gezellig, kom maar bij de club’: de organisatie neemt haar taak wel echt serieus. Er vindt een uitgebreid intakegesprek plaats op het kantoor van de Paarden Oppas Service, en er worden verschillende hippische referenties nagetrokken.”
Loes en Richard zijn toen eerst op proefvakantie gegaan. “We gingen een lang weekend weg, dat waren we toch al van plan. Hans en Evelien hebben toen drie dagen opgepast. Ik maakte een voerschema voor de paarden, een verzorgingsschema en een schema over het huis.”
De match beviel. “Ze zijn echt heel erg secuur, maar dat moet natuurlijk ook. Ze moeten omgaan met de paarden zoals ik het ook altijd doe. Er komt regelmatig een meisje om op één van mijn paarden te rijden, zo ook als ik op vakantie ben. Ze geeft hem automatisch na het rijden wat muesli, als beloning. Maar dat had ik Hans vergeten te vertellen, ik had alleen gezegd dat ze zou komen rijden. Na het rijden pakte ze de muesli en Hans zei verschrikt: ‘Oh, wat ga jij doen? Dat heeft Loes niet opgeschreven!’. Hans ging er vanuit dat als Timbo dat zou mogen, ik het wel had opgeschreven, maar ik had er niet meer aan gedacht. Zoiets geeft wel aan hoe precies Hans is.”
Loes en haar man gaan nu zo’n drie keer per jaar op vakantie. “We gaan meestal rond de Kerst een week, of twee weken, maar we zijn ook een keer een maand naar Australië geweest. Ik bel Hans dan toch wel één keer per week op, om te vragen hoe het gaat. Al weet ik dat het goed gaat, want als er iets is belt hij op. Geen nieuws is dus goed nieuws.”

Er wordt secuur omgegaan met de paarden en hun leefomgeving

Er wordt secuur omgegaan met de paarden en hun leefomgeving

Een pensionstal of familie of vrienden in huis is voor veel mensen een stuk vanzelfsprekender, maar voor Loes en Richard was het alleen maar lastig. “Met een pensionstal laten we het huis toch alleen achter. Nu brandt er ’s avonds gewoon licht, wat fijn is, want we wonen toch best wel buitenaf. En dan hadden we nog iets moeten zoeken voor de honden, kippen en katten. Familie en vrienden hebben niet altijd verstand van paarden en ze werken vaak als wij op vakantie gaan.”
Het oppasechtpaar ontvangt een vergoeding voor hun diensten. “Ze krijgen een reiskostenvergoeding en een vergoeding voor de werkzaamheden, ze mesten namelijk de stallen uit, doen de paarden binnen en buiten en geven ze te eten. Daar krijgen ze dan 25 tot 35 euro per dag voor. Als je wilt, kun je ook een verzorger krijgen die kan rijden, maar dat heb ik liever niet. Het geld houdt ons niet tegen, dat is het voor ons waard, omdat mijn paarden veilig zijn en goed verzorgd worden. Ik kan gelukkig met een gerust hart weggaan, anders heb ik ook niks aan mijn vakantie.”
Loes weet inmiddels dat ze altijd op Hans en Evelien kan rekenen. “We hebben afgesproken dat ze de dierenarts moeten bellen bij twijfel, maar ik weet dat ze mij toch eerst zullen bellen. Ik zeg altijd tegen hem dat je beter een keer te veel kunt bellen dan te weinig. Gelukkig heeft hij mij of de veearts tot nu toe nog nooit hoeven bellen.”
Als Loes en Richard thuiskomen van vakantie is het huis nog net zo als toen ze het achterlieten. “Soms denk ik ‘is hier wel iemand geweest?’, zo netjes ziet het eruit. Ze nemen ook hun eigen boodschappen mee en alleen als ik zeg dat ze iets echt op mogen maken doen ze dat.”
Als je een oppasser zoekt heb je natuurlijk zelf inspraak in wie er komt. “De Paarden Oppas Service kwam met dit echtpaar en ik heb nooit een ander gezien. Maar stel dat het niet klikt, dan komen ze gewoon met een ander. De Paarden Oppas Service vraagt ook feedback. Sandra belt na afloop op om te vragen hoe het allemaal ging, ze wil echt op de hoogte blijven.”
De oppassers slapen in het bed van Loes en Richard, maar dat vindt ze helemaal geen raar idee. “Het maakt me niet veel uit. Het is voor mij het belangrijkste dat ze de dieren goed verzorgen. Het zou me wel uitmaken als ze er hier een bende van maken. Maar dat doen ze dus niet, want ook daar wordt toezicht op gehouden door de Paarden Oppas Service, door middel van die strenge screening vooraf en evaluaties na iedere oppasopdracht.”

Verzorger Hans:
“Mijn vrouw Evelien en ik passen al zo’n drie à vier jaar op. Inmiddels hebben we vier verschillende adressen waar we vorig jaar in totaal 70 dagen waren. Ons hele leven hebben we paarden gehad, maar we wonen nu in een appartement. Het fijne aan het oppassen is dat het een begin en een einde heeft, je hebt de dieren niet 365 dagen per jaar. Het is gewoon erg leuk werk, mijn vrouw heeft er ook plezier in. Als we gaan oppassen nemen we de hond mee: het is zielig om hem in het pension te stoppen. Voor de hond van Loes komt dat goed uit, want ze zijn echt dikke maatjes.
In een tijdschrift zagen we de advertentie van de Paarden Oppas Service. Mijn vrouw en ik besloten te bellen. We werden uitgenodigd en kregen een uitvoerig sollicitatiegesprek. Er werd naar referenties gevraagd en ze wilden een verklaring van goed gedrag. Begrijpelijk: je bent wel verantwoordelijk voor andermans dieren. De eigenaar en de Service moeten er vanuit kunnen gaan dat alles goed is.
De eerste keer dat we op gaan passen is altijd spannend. Als eerste ga ik natuurlijk naar de paarden kijken. Ik weet nog heel goed dat ik voor het eerst bij iemand kwam en ik meteen zei ‘dat paard is kreupel’. ‘Nee hoor’, zei de eigenaar. Ik dacht nog ‘Wat moet ze wel niet denken dat ik zoiets meteen zeg?’. Tot ze een paar minuten later naar me toe kwam en zei ‘Je hebt gelijk hoor, hij is inderdaad kreupel’. Ik kan goed zien of een paard gezond is.
Als we gaan oppassen wil ik altijd een voerschema en de gegevens van de veearts en monteur voor als bijvoorbeeld de stroom uitvalt. Ik wil ervoor zorgen dat als Loes in de auto stapt, ze vakantie heeft.
Mijn vrouw en ik mesten samen de stallen uit. Zelf gaan we uiteraard ook gewoon op vakantie, dat geven we dan aan bij de organisatie zodat de paardenhouders er rekening mee kunnen houden.”

Liefde voor je werk

Liefde voor je werk

De Paarden Oppas Service
De Paarden Oppas Service, onder leiding van Sandra Oprel, is actief sinds 2008. Wanneer je op vakantie gaat, zorgt de organisatie voor een professionele paardenverzorger die vanuit jouw huis woont de zorg voor de paarden en eventuele andere huisdieren op zich neemt. De verzorgers, dat kan één persoon zijn of een stel, hebben de opleiding Paardenhouderij of Dierhouderij gedaan, of hebben zelf jarenlang paarden gehad. De Paarden Oppas Service heeft een groot bestand met verzorgers, die verspreid wonen over het hele land. Zo is er altijd dekking. Ook in Duitsland en België heeft de Paarden Oppas Service verzorgers.

Wanneer je je inschrijft gaan ze op zoek naar een verzorger die volgens hen het beste bij je past. Als de verzorger de opdracht aanneemt, wordt hij of zij schriftelijk aan je voorgesteld. Als het profiel je aanspreekt, regelt de organisatie een kennismakingsgesprek bij jou thuis. Dan kan je ook meteen zien hoe die persoon met de paarden en honden is.

Dit artikel werd gepubliceerd in BIT Magazine.