Lipizzaners: komen ze nou uit Spanje of uit Oostenrijk?

www.PaardenOppasService.nl over LipizzanersDe Paarden Oppas Service onderzoekt… Lipizzaners!

Vraag de gemiddelde Nederlander die iets van paarden weet, wat hij kan vertellen over de Lipizzaner, en hij zal waarschijnlijk zeggen: ‘Dat zijn die paarden die gebruikt worden in de Spaanse rijschool in Wenen’. Verder komen ze vaak niet (als ze dat al weten!). Deze basisinformatie over de Lipizzaner klopt: de hengsten worden hiervoor ingezet – alleen de hengsten worden bereden. Maar wist je dat de merries van dit geweldige ras veelvuldig ingezet wordt als koetspaard en als trekpaard door boeren in Hongarije? Je zou ze echter waarschijnlijk niet direct herkennen als Lipizzaners, aangezien deze werkpaarden meestal bruin of zwart zijn, wat praktischer is voor het werk op het land.

De Lipizzaners zijn wereldberoemd geworden door de kunsten die de witte hengsten vertonen in de Spaanse rijschool in Wenen. De stoeterij waarin dit paardenras is ontstaan, ligt echter niet in Spanje, en ook niet in Oostenrijk. De Habsburgse keizerlijke hofstoeterij ‘Lipica’ (in het Duits ‘Lippiza’) ligt in Slovenië, en werd in 1580 opgericht door aartshertog Karel van Oostenrijk. Lippiza was de naam van het landgoed, nabij Triëst. Karel van Oostenrijk was geïnspireerd door zijn neef, de koning van Spanje – zo kwam hij aan een aantal Spaanse hengsten. De namen van de eerste dekhengsten worden nog steeds gebruikt in de benaming van de huidige Lipizaner hengstveulens. Het gaat om de stamvaders Siglavy (die ook Arabisch bloed had), Neapolitano, Conversano, Maestoso, Pluto en Favory. Stel dat Maestoso Capriola merrie Vinka dekt, dan heet het hengstveulen wat hieruit voortkomt Maestoso Vinka. Merries worden altijd genoemd naar de moederlijn: er is geen vrije keuze in de officiële benaming van je Lipizzaner veulen.

Afkomst en bouw
De Lipizzaner is ontstaan door harde merries uit het wilde Karstgebergte te kruisen met Spaanse, Italiaanse, Deense en Oosterse hengsten. Het paradepaard dat hieruit kwam, heeft een aangeboren vermogen totHengstenkeuring Lipizzaners op www.PaardenOppasService.nl verzameling, wat zijn geschiktheid voor de zware oefeningen in de klassieke dressuur onovertroffen maakt. Door zijn korte, sterke benen kan de Lipizzaner de indrukwekkende schoolsprongen zoals de levade maken, maar dus ook prima dienen als landbouwpaard. De hengsten werden daarnaast als rijpaard en showpaard gebruikt en de merries voor de koets of de wagen. Het paard is gezond, intelligent, sterk en wendbaar en heeft een groot uithoudingsvermogen, wat hem uitermate geschikt maakt voor de mensport. Meervoudig wereldkampioen IJsbrand Chardon heeft daarom voor het indoor vierspanrijden voor Lipizzaners gekozen. Het is geen groot paard (1.50 – 1.60 m), maar absoluut een statig, elegant paard met ruime gangen.

Vertegenwoordiging
In Nederland zijn er slechts rond de 100 geregistreerde Lipizzaners, dus je komt ze niet zo vaak tegen. De Paarden Oppas Service ging daarom naar een speciaal Lipizzaner Evenement, georganiseerd door de  Lipizzaner Stamboekvereniging Nederland. Er vond die dag een hengstenkeuring en een dressuurwedstrijd plaats, dus genoeg gelegenheid om deze bijzondere paarden in actie te zien. De meeste landen waar Lipizzaners gefokt worden zijn aangesloten bij de Lipizzan International Federation. Deze internationale organisatie probeert iedereen te verenigen die zich met Lipizzaners bezighoudt. Zij streeft ernaar om op internationaal niveau samenwerking in de fokkerij te bewerkstelligen en bovenal te waken over één van de oudste cultuurpaardenrassen ter wereld, het Lipizzanerras.

Karakter
Lipizzaners worden laat rijp en hebben een goed, maar geen gemakkelijk karakter. Ze hebben een sterke persoonlijkheid en daar moet je goed mee om kunnen gaan. De eigenaren van Lipizzaners die wij die dag spraken, gaven stuk voor stuk aan dat de Lipizzaner zo’n bijzonder karakter heeft en zo intelligent is, dat het echt een partner wordt, een ‘maatje’ waar je mee samenwerkt. Een fijne bijkomstigheid is dat de Lipizzaner heel oud kan worden, dus dan kan je heerlijk lang genieten van de band met je paard!!

Tekst en fotografie: Sandra Oprel

De Paarden Oppas Service onderzoekt… Mestena!!

Mestena, de naam van een soort kunstmest? Welnee, het gaat hier om een soort paard wat we allemaal kennen: de mustang! Het woord ‘mustang’ komt uit het Spaans: de Spanjaarden gebruiken het woord ‘Mestena’. De Paarden Oppas Service onderzoekt: MustangsMestena betekent ‘zwervend paard’ of ‘eigenaarloos paard’. Voor zover we hebben kunnen nagaan, zwerven de mustangs al ruim 700 jaar over de vlaktes van Noord-Amerika. Ze werden in de 16de eeuw door de Spaanse ontdekkingsreizigers meegebracht naar Amerika. Sommige paarden ontsnapten en de loop der tijd, en er waren er ook die schipbreuken overleefden, zelf naar het vasteland zwommen en daar nieuwe kuddes vormden.

Wist je trouwens dat de evolutie van het paard vanuit de wetenschap één van de best gedocumenteerde en meest beroemde ontwikkelingsprocessen van een diersoort is? Het is niet zo dat er voordat de Spanjaarden kwamen nooit paarden waren geweest in de Verenigde Staten, maar ze waren daar uitgestorven. Fossielen bewijzen dat de voorouders van het paard zo’n tienduizend jaar eerder in Noord-Amerika leefden. Dan praten we over de Eohippus, wat ook wel het dageraadpaard genoemd wordt. Je zult het niet geloven, maar dit paardje was niet groter dan een vos!!! En er waren wel 19 soorten paarden indertijd. Net als de andere roofdieren zagen de mensen van toen in deze paarden niets anders dan een bron van voedsel: uiteindelijk zijn ze allemaal opgepeuzeld!

De Spanjaarden verrijkten in de 16de eeuw het paardloze continent toen zij hun Spaanse Andalusiërs meebrachten, en de Sorraia uit Portugal, alsook de Berbers uit Marokko. Als je kijkt naar de mustangs van nu, herken je soms die rassen in een enkel paard, maar dat is een uitzondering. De meeste mustangs zijn vrij kleine paarden (stokmaat ongeveer 140 cm), met harde hoeven en goede benen. Het zijn hele taaie paarden. De meest voorkomende kleur is vos, maar pinto (alle kleuren platenbont), palomino (goudkleurig paard met witte manen en witte staart), zwart en schimmel komen ook voor. De Indianen ontdekten dat de mustangs heel snel en wendbaar waren. Zij temden de paarden en het feit dat ze paarden konden berijden maakte voor hen de bizonjacht vele malen succesvoller en makkelijker. Hiervan zijn tekeningen gevonden die de Indianen van toen maakten op buffelhuiden. De Indianen waren goede fokkers en zij hechtten veel waarde aan het decoratieve aspect van de kleuren van hun paarden. De bonte paarden met hun bijzondere aftekening waren heel populair en de vlekken hadden voor sommige stammen een speciale betekenis. Tegenwoordig is de Pinto (dit is een verzamelnaam voor alle bonte paarden, waaruit de Paint als ras is ontstaan) het meest gebruikte paard in de Westernsport.

Wist je dat de Indianen de mustangs ook gebruikten als betaalmiddel? Bijvoorbeeld om hun bruid te kopen! Wanneer een opperhoofd stierf, werden zijn paarden gedood om hem te begeleiden naar de ‘andere kant’. Daar moeten we nu toch niet aan denken? Als we nog verder teruggaan in de geschiedenis, naar de tijd van de Farao’s in het oude Egypte, zien we nog een lugubere gewoonte: als een Farao ging trouwen, sneed hij de hals van zijn favoriete hengst door, om hiermee te bewijzen dat zijn bruid hem meer waard was dan zijn kostbaarste bezit!

Niet lang nadat de Indianen de mustangs hadden ontdekt als rijdier, volgden de blanken hun voorbeeld, en zo ontstonden de cowboys met hun paarden. De mustangs waren ideale dieren voor het bij elkaar drijven van kuddes koeien, omdat ze wel leken te kunnen anticiperen wat de koe zou doen en omdat ze zo snel en wendbaar waren. Nu zien we die snelheid en wendbaarheid terug bij de rodeo’s en het Western rijden.

In de loop der tijd zijn de paarden die de Spanjaarden meebrachten weer gekruist met andere rassen, zoals de Volbloed, de Morgan en ook het Friese Paard. Aan het begin van de twintigste eeuw schatte men in dat er 1 tot 2 miljoen wilde paarden waren inde Verenigde Staten, maar er werd op de mustangs gejaagd om hun vlees, om ze te temmen en te verkopen en omdat mensen het land wilden claimen en zo bleven er in de jaren zeventig nog maar 18000 over. Het mustanging (het vangen van paarden uit winstbejag) gebeurde op zeer paardonvriendelijke wijze en het werd zo vaak gedaan dat het erop leek dat de paarden voor de tweede keer zouden worden uitgeroeid in Noord-Amerika. Wist je dat er één vrouw is geweest die dit voorkomen heeft? Ze heet Velma Johnston en werd ‘Wild Horse Annie’ genoemd. Ze voerde een nationale publiciteitscampagne tegen het mustanging, wat in 1971 leidde tot de Wilde Horse and Buroo Act, een wet die het mensen verbood om met vliegtuigen en auto’s op mustangs te jagen. Hiermee werd de mustang een beschermde diersoort, met als waakhond de Bureau of Land Management.

Anno 2016 zijn er nog ‘slechts’ 67.000 wilde paarden in Amerika. Regelmatig worden de paarden bijeengedreven om de paarden te onderzoeken. De merries worden gesteriliseerd, een deel van de gezonde paarden wordt verkocht en de zieke paarden worden dan geslacht. Dit hele proces kost de overheid 50 miljoen dollar per jaar en daarom kwam de regering in september 2016 met het voorstel om enkele tienduizenden mustangs af te laten maken. Ook om overbegrazing te voorkomen en voldoende grasland over te houden voor de andere grazers die de Verenigde Staten rijk zijn. Dit voorstel kreeg echter zoveel kritiek – er ontstond een ware golf van verontwaardiging wereldwijd – dat de overheid het plan om de mustangs massaal te euthaniseren, heeft losgelaten. ¡Viva Mestena!

 

Paarden Oppas Service onderzoekt…de Mangalarga Marchador!

De Paarden Oppas Service onderzoekt…de MM!

Terwijl Nederland in de ban van Brazilië is vanwege de Olympische Spelen die daar plaatsvinden, raakte Sandra Oprel, eigenaar van de Paarden Oppas Service, geïntrigeerd door een andere link met Brazilië: de Mangalarga Marchador – het Braziliaanse paard. Velen van jullie hebben nooit eerder van dit specifieke ras gehoord, en als jij tot die meerderheid behoort, zal je je helemaal verbazen over het feit dat dit het op twee na grootste geregistreerde paardenras ter wereld is (na de Arabische volbloed en de Quarter Horse)! In Nederland zal je ze niet vaak tegenkomen – er lopen er slechts 75 rond in ons landje – in Brazilië kom je ze echter om de haverklap tegen.

De Paarden Oppas Service trok naar Haras Campo Verde, waar de Mangalarga Marchador (kortweg MM) gefokt wordt. De naam van de stoeterij doet vermoeden dat onze reisbestemming zich in Brazilië bevond, maar zo ver hoefden we niet te reizen: deze fokkerij is gesitueerd in het Brabantse land. De Nederlandse Helmi Stam-Rademaker vertelt dat ze het ras in 1995 leerde kennen in Duitsland en meteen verkocht was: in 1996 voerde Helmi haar eerste MM in uit Brazilië (Kerze do Cheyenne was de eerste Mangalarga Marchador die voet zette op Nederlandse bodem!). In de daaropvolgende jaren volgden er meer, waar zij vervolgens mee ging fokken. Inmiddels heeft ze al zo’n 40 veulens gefokt.De Paarden Oppas Service onderzoekt de Mangalarga Marchador

Wij vroegen haar wat de Mangalarga Marchador zo bijzonder maakt en Helmi vertelt: “De MMs zijn nieuwsgierig, mensgericht en heel makkelijk in de omgang. Ze stralen rust uit, ook in de kudde, maar neem je ze mee naar buiten voor een bosrit, dan hebben ze duidelijk looplust – die gelukkig goed te regelen is.  Dit paard is ook geschikt voor beginners. Zelfs als je ze een tijdlang niet rijdt (bijvoorbeeld na het veulenen), kan je er een zadel opleggen en dan rij je er zo weer mee weg, de bossen in. Door hun marcha kan je zeer aangenaam in het zadel blijven zitten.”

De marcha is de kenmerkende gang van de MM, die verschilt van de draf wij die kennen, waardoor het op ons overkomt als een wat ongelukkig sukkeldrafje (het is maar waar je aan gewend bent!).  Bij het rijden van endurance wedstrijden wordt de berijder van de Mangalarga Marchador dan ook nogal eens door de jury gevraagd om een extra rondje te rijden voor de start, zodat zij kunnen vaststellen of het paard kreupel is of niet.

De MM wordt in Brazilië voornamelijk gebruikt door veedrijvers die in de marcha lange afstanden rijden. Bij deze gang wordt de ruiter niet opgeworpen, dus je hoeft niet licht te rijden. Dit maakt de Mangalarga Marchador bijzonder geschikt voor mensen met rugproblemen of reuma (de rug, heupen en knieën worden amper belast).

Sandra, die al een aantal jaren niet meer rijdt vanwege de reuma, spitst haar oren. Zou het dan misschien toch nog kunnen? Helmi laat het Sandra graag aan den lijve ondervinden en zadelt een MM hengst. De in de paddock zo rustig ogende hengst heeft weinig aansporing nodig: enthousiast demonstreert hij zijn marcha en Sandra concludeert vol bewondering en verbazing dat dit gangenpaard een uitkomst is voor iemand die normaal gesproken door reumatische klachten niet zou kunnen paardrijden! 

De MM wordt tegenwoordig in Nederland ook ingezet bij Working Equitation. Terloops vertelt Astrid Bongers, collega van Helmi, dat zij dat weekend met haar MM Bijou mee zal doen aan  de Internationale Kampioenschappen in Kootwijkerbroek. Er doen in totaal 3 Mangalarga Marchadors mee. De Working Equitation wedstrijden bestaan uit vier onderdelen: een dressuurproef, een obstakelparcours gereden op stijl (de stijltrail), hetzelfde parcours maar dan gereden op tijd (speedtrail) en het veedrijven. Op het hoogste niveau wordt de Speedtrail afgelegd in galop, waarbij de ruiter het paard met 1 hand bestuurt. Omdat de Mangalarga Marchador al generaties lang ingezet wordt als veedrijver (vanwege zijn uithoudingsvermogen en wendbaarheid) is dit ras hier bijzonder geschikt voor. De MM leent zich ook goed voor de endurance.

De Paarden Oppas Service over de Mangalarga MarchadorDe Mangalarga Marchador is ruim 200 jaar geleden ontstaan door een Portugese Alter Real hengst te kruisen met Berbers en Andalusische merries. ­De Alter Real is een ondersoort van de Lusitano. Hieruit kwam een vriendelijk, werkwillig, elegant rijpaard met een Iberisch voorkomen. Ze hebben prachtige, grote, amandelvormige ogen en middelgrote oren, waarvan de punten naar binnen wijzen. De Mangalarga Marchador heeft een korte, sterke rug, vrijwel even lang als de hals. Zijn stokmaat ligt tussen de 1.40 en 1.58m. De voor de MM kenmerkende marcha is zo comfortabel omdat het zweefmoment ontbreekt: de Mangalarga Marchador heeft altijd 2 of 3 benen aan de grond.­Er zijn 3 verschillende marcha’s, waarbij de laterale en de diagonale beenzetting elkaar afwisselen met momenten van triple beenzetting op de bodem: de Marcha Picada (hierbij overheerst de laterale beweging – deze gang oogt wat ongelukkig, maar is aangenaam voor de ruiter), de Marcha Batida (langere diagonale beenzetting – deze gang lijkt veel op de alom bekende draf) en de Marcha Media of Marcha Ideal (een viertaktgang die tussen de twee eerdergenoemde in ligt).­ Welke marcha een paard beheerst, is genetisch bepaald, maar als zij hier de aanleg voor hebben, kunnen sommige paarden  door de juiste training zelfs meerdere marcha’s tonen.

Er is in Nederland geen stamboek voor de MM. Voor een officiële registratie voor de nakomelingen kan men terecht in Duitsland bij de  stamboeken  in de deelstaten (b.v. Rheinland, Hessen, Hannover). Het Braziliaanse stamboek zet zich al jaren in om het mogelijk te maken om de MM’s in Europa te laten registreren in het Braziliaanse stamboek,  de ABCCMM (Associacao Brasileira dos Criadores do Cavalo Mangalarga Marchador). Er is 6 jaar geleden zelfs een Braziliaanse keurmeester naar Europa gekomen om de MM’s in Nederland, Duitsland en Frankrijk te zien en te registreren. Helaas wil het Ministerie van Landbouw in Brazilië tot op heden nog geen toestemming geven om officiële Braziliaanse stamboekpapieren uit te geven voor de Europese MM’s. Voorlopig moeten de eigenaren van Mangalarga Marchadors in Nederland dus nog steeds uitwijken naar Duitsland om een officiële registratie te verkrijgen voor de nakomelingen van de MM.

Dit weerhoudt Helmi er echter niet van om door te gaan met het fokken van deze bijzondere paarden. Nieuwsgierig geworden naar de Mangalarga Marchador? Neem dan eens een kijkje op de website van Haras Campo Verde. En als jij de trotse eigenaar wil worden van een heuse Mangalarga Marchador, neem dan contact op met Helmi!

Mangalarga Marchador op Paarden Oppas Service

De PAARDEN OPPAS SERVICE onderzoekt… Tinkers!

Weet jij waar de naam ‘Tinker’ vandaan komt?

Het is een term die uit het ‘Gaelic’ komt – een Celtische taal die o.a. in Ierland gesproken wordt. Het originele woord wordt zo geschreven: tinceard – in het Engels ’tinsmith’, oftewel ‘ketellapper’. Wat zeg je? Ken je het woord ketellapper niet? Ketellapper is een in Nederland uitgestorven beroep. Ketellappers repareerden vroeger keukengerei, waaronder koperen ketels. Versleten plekken konden opgelapt worden, dat wil zeggen dat er een stuk metaal, een ‘lap’ met tin over de zwakke plek gesoldeerd werd. De ketellapper was doorgaans een rondreizende zelfstandige. Het Engelse equivalent Tinker is een niet bepaald vleiend woord dat in Ierland en Groot-Brittannië wordt gebruikt om rondtrekkende groepen aan te duiden, zoals de zigeuners en de Ierse Travellers. De aanduiding Tinker wordt gevoeld als een scheldwoord voor rondtrekkende handelaren die overal aanbellen en mensen aanbieden om messen te slijpen en ketels te lappen.

Aan het einde van de 18e eeuw reisden deze Tinkers (hier dus een verwijzing naar de mensen, niet naar de paarden!) met paard en wagen. Hun paarden moesten geduldig zijn, want ze moesten vaak wachten terwijl Tinkers op www.PaardenOppasService.nlde baas op één locatie werkte, om vervolgens door te trekken naar de volgende locatie. Het moesten ook betrouwbare paarden zijn, want de zigeuners hadden geen geld of ruimte voor een aparte bok op hun woonwagen, in plaats daarvan menden zij vanuit een stoel die in de deuropening stond. Een goed paard noemden de zigeuners een “kushti grai”, en dat was/is het Tinkerpaard! De specifieke bonte tekening van de paarden zorgde er ook voor dat de Tinkerpaarden niet zo snel gestolen werden: ze worden immers makkelijk herkend! Het is een nieuwsgierig en dapper paard. De uitspraak ‘Wie niet sterk is, moet slim zijn’, gaat niet op voor de Tinker: hij is zowel sterk áls slim!

Het ras is opgebouwd uit onder andere de Clydesdale, de Shire en de Fell pony. De Tinker is een redelijk klein koudbloedpaard (gemiddeld 1,50 m), wat uit Ierland en Engeland afkomstig. Tinkers zijn meestal bont, maar er zijn ook egaal gekleurde Tinkers. Het zijn sterke paarden met veel behang (lange manen, staart en vetlokken). Tinkers hebben soms een zogenaamd maanoog. Bij een maanoog mist het oog pigment in de iris en kleurt het oog lichtblauw tot wit. Het is alleen een kleurafwijking: het paard is niet blind.

Naast de naam ‘Tinker’ wordt dit paard ook wel Gypsy (Vanner) Horse of Irish Tinker/Cob genoemd, maar dat zijn eigenlijk verschillende types Tinkers: de Irish Cob is stevig en niet zo groot – dit is het standaard paard wat indertijd de zigeunerswoning op wielen trok. De Romany Grai is lichter gebouwd en meer het rijpaard type – die komt nu het meeste voor. Een Tinker is een Vanner wanneer hij hoger is dan 1.62 m. – de naam komt van een klein tweewielig karretje dat Van werd genoemd en waarop artikelen te koop werden aangeboden. De gemiddelde schofthoogte van de Vanner is 1.70 m doordat er bij het fokken van dit type meer Shire bloed is gebruikt. Dit type wordt vooral gebruikt als trekpaard en komt in Nederland bijna niet voor. En dan is er nog de Romany Scudder, maar die komt in Nederland ook niet veel voor. Dit type heeft draversbloed in zich en is veel ranker en heeft minder behang.

De Tinker wordt nu voornamelijk gebruikt als recreatiepaard, niet alleen onder het zadel, maar ook aangespannen. Je komt hem ook steeds vaker tegen in de wedstrijdsport, zowel bij de dressuur als het springen.


Wij interviewden Arline, die de Paarden Oppas Service inschakelde toen zij op vakantie ging.

1.Hoe heet je Tinker en hoe oud is hij?

De officiele naam van mijn knappe kleurplaat is Dimple. Het leek me leuk om hem naar Ierse wiskey te vernoemen. Bij thuiskomst kwam ik erachter dat Dimple een Schotse wiskey is, pffffff! Gelukkig weet hij zelf het verschil niet dus heb ik het maar zo gelaten. Daarnaast heeft Dimple vele aliassen als Kleurplaat, Spikkel, Dimpiestimpie etc. Dimple is 20 jaar.

2. Hoe lang heb je hem al en wat maakt hem zo speciaal voor jou?Tinker bij Paarden Oppas Service

Dimple is in 2000 bij ons gekomen dus inmiddels al 16 jaar lid van onze familie. Wat hem zo speciaal maakt… Jeetje: hij is m’n maatje en na al die jaren hoort hij echt bij me.
Arline zonder Dimple is net zoiets als haring zonder uitjes…het kan wel maar het is minder lekker.

3. Hoe gaat hij om met andere paarden?

Doorgaans is Dimple een heel sociaal en zachtaardig type. Helaas heeft hij een handicap, hij is maanblind aan 1 oog. Dit maakt dat veranderingen in de kudde voor hem best heftig zijn.
Vorig jaar is er een nieuweling bijgekomen en zijn eerste reactie was ‘wegwezen jij!’. Inmiddels is de rust wedergekeerd en trekken ze samen sprintjes door de wei.

4. Heb je indertijd bewust gekozen voor dit ras? En zo ja, waarom?

Ja, ik heb altijd een zwak voor bonte paarden gehad. Ze hebben iets over zich waar ik als een blok voor val (net als vroeger mannen met lang haar ;-)). Door al zijn haren en vriendelijke uitstraling is hij ook een soort kindermagneet. Tijdens onze ritten moeten we ook vaak even stoppen omdat kleine friemelhandjes aan hem willen zitten. En aangezien Dimple wel houdt van pauzes bevalt hem dit prima. En hoe leuk is het als je opeens heel hard hoort: “KIJK MAM… EEN INDIANENPAARD!!”

5. Wat voor discipline rij je met hem en rij je ook wedstrijden met je Tinker, of berijd je hem puur recreatief?

Leuk woord discipline… Dimple en ik zijn nogal ongedisciplineerd 😉 Rijden zonder bit, dus onderweg grazen en samen lunchen (broodjes pindakaas zijn favoriet). Maar nee, geen discipline.
Wonend midden op de Veluwe genieten wij van de uitgestrekte bossen.

6. Denk je dat dit ras geschikt is voor iedere ruiter? Waarom wel/niet? En wat wil je meegeven aan mensen die overwegen een Tinker te kopen?

Dit ras is naar mijn mening geschikt voor iedere ruiter zonder heel veel ambitie. Dimple kan van alles wat, beetje dressuur, beetje western… springen helaas niet, door zijn beperkte zicht.
Ik denk niet dat we Edward Gal op een Tinker de ring in zien hobbelen… Maar wil je genieten van een lekkere lange bosrit en samen genieten van de natuur dan zijn deze dieseltjes meer dan geschikt!

Tinkers onderzocht door de Paarden Oppas ServiceWat ik wil meegeven… Bezint eer ge begint, denk ik. Maar dat geldt natuurlijk voor ieder dier dat je aanschaft. Het genot is groot als je in het zonnetje over de heide stapt, maar Tinkers zijn, mede door de zware beharing altijd wel mokgevoelig en de vacht vergt de nodige verzorging. Daarnaast is de zomer een tricky seizoen, want het motto van Dimple is “jeuk is erger dan pijn” dus als er geschuurd wordt, gebeurd dit vol overgave en het is best een klus om dit onder controle te houden. Mijn zus zegt altijd “als je van kammen houdt moet je een Tinker nemen”. Haha!

7. Als je opnieuw een paard zou kopen, zou je dan weer voor een Tinker kiezen?

Qua karakter? JA! Qua werk? Misschien. Het My Little Pony effect is natuurlijk om bij weg te dromen maar Dimple is fan van rollen in de bagger en met al dat lange haar maakt het de verzorging best een klus.
En als je ALTIJD als laatste klaar bent met poetsen krijg je ook zo’n naam….

8. Als je Dimple vergelijkt met bijvoorbeeld een Fjord, qua karakter, zijn er dan volgens jou verschillen die grotendeels bepaald worden door het ras?

Ik vind het lastig om het volledige ras te vergelijken. Voor wat de vergelijking tussen Dimple en Archibald (onze Fjord) kan ik zeggen dat de Fjord een echte vuurvreter is (doorgaan no matter what) waar Dimple in dezelfde situatie zou denken ‘anders gaan we toch gewoon gezellig weer naar huis toe, of zo?’ Hij is meer laid back en laat zich niet opnaaien.
Dimple is jaren een soort hulphond geweest voor paarden van vriendinnen. ‘Arline, mogen we met jou meerijden in het bos? Dimple is altijd zo braaf”.

9. Wat is het spannendste of meest ontroerende moment met Dimple geweest?

Het meest ontroerende wat ik heb meegemaakt is zijn reactie nadat hij uit zijn narcose kwam (koliek operatie) en hij mijn stem hoorde. Hij stond als een dood vogeltje in zijn box bij de Lingehoeve met grote infuusjerrycans aan het plafond (wat heeft dat plaatje een indruk op mij gemaakt, zeg). De kliniek belde dat de operatie gelukkig goed was gegaan en ik ben meteen naar Lienden gecrosst.
Toen ik aankwam zei ik “Heey knappe bink”en toen hinnikte hij heel zachtjes…..en dan kun je mij dus echt bij elkaar vegen!!! Na 2 weken mocht hij weer naar huis en gelukkig is hij helemaal hersteld!

10. Toen je op vakantie ging, heb je de Paarden Oppas Service ingeschakeld om een verzorger voor Dimple te regelen. Hoe heb je dit ervaren?

Het inschakelen van de POS is het beste wat we hebben gedaan!! Tijdens onze eerste keer afwezigheid is Sandra gevallen met heftig oogletsel als gevolg. Wij hebben niets hierover gehoord en pas toen wij terug kwamen van vakantie hebben wij vernomen dat Sandra was gevallen. De paarden worden met alle egards behandeld en het terrein wordt super netjes schoon gehouden.
Wat voor ons ook heel erg fijn is, is dat alles bespreekbaar is want naast paarden worden  ook onze honden goed verzorgd en zij vermaken zich kostelijk met Peter en Sandra.

Tinkers onderzocht door Paarden Oppas Service

 

 

De Paarden Oppas Service onderzoekt Gelderse paarden!

In tegenstelling tot wat zijn naam doet vermoeden, heeft het Gelderse paard veel buitenlands bloed: het ras is opgebouwd uit Spaans, Normandisch en Norfolk bloed. De Gelderlander is een elegant koetspaard. Karakteristiek voor de Gelderlander is de draf met veel knieactie, de zogenoemde showdraf, welke waarschijnlijk is ontstaan door invloed van Hackney bloed. Na de Tweede Wereldoorlog begonnen fokkers in Gelderland het ras om te fokken van trek- en werkpaarden naar rij- en sportpaarden. Om dat doel te bereiken werden de Gelderse paarden met Engelse volbloeden, Trakehners en Holsteiners gekruist. Hieruit kwam een lichtere en sportievere Gelderlander, geschikt als sportpaard. De stokmaat is ongeveer 1.55-1.65 meter. De meest voorkomende kleur is vos, maar er zijn ook bruine, zwarte, schimmels en bonte Gelderlanders.
Wist je dat het Koninklijk Huis ook Gelderse paarden gebruikt voor hun koetsen? Eigenlijk niet zo verwonderlijk, want het is een mooi paard, met als opvallende eigenschappen zijn betrouwbaarheid en ijver: het ras is heel werkwillig. Ook is hij zeer intelligent, waardoor hij snel leert. Het Gelderse paard is een opvallende verschijning door zijn fiere houding en ruime actie. Sommige Gelderse paarden hebben een ramshoofd, de oren zijn lang en de nek is licht. De hals is ook lang en sterk, de schoft goed ontwikkelt. De borst is breed en diep, wat voor de koets handig is. De rug is kort en recht en de staartinplant zit hoog. De Gelderlanders worden ingeschreven bij het KWPN onder de naam Gelders paard.

Gelders paardWil je Gelderse paarden in actie zien?
Kom dan op 28 mei 2016 naar de Nationale Sportdag Regio Gelders Paard, op het terrein van Gert van den Hoorn, te Kootwijk. Daar kan je er heel wat tegenkomen!
Meedoen kan ook: iedereen met een KWPN paard geregistreerd in de fokrichting Gelders paard kan deelnemen. Ook kunnen paarden met een KWPN geregistreerd paard waarvan één van de ouders geregistreerd is in de fokrichting Gelders paard deelnemen. Deze sportdag van het Gelders Paard biedt iedereen de mogelijkheid om op diverse manieren deel te nemen aan leuke activiteiten. Er zijn reguliere wedstrijden in de disciplines dressuur en mennen, en er is oefenspringen, onder begeleiding van  instructeur Michiel Jansen. Je kunt je inschrijven tot 20 mei a.s. Klik hier voor extra informatie.

De Paarden Oppas Service interviewde Nicole, eigenaar van een aantal Gelderse paarden.
Wanneer/hoe kwam jij voor het eerst in aanraking met het Gelderse Paard?
Mijn dochters hadden paardrijles op een manege waar ook paarden gefokt werden. Nadat we daar een shetveulen hadden gered van de handelaar dacht ik 4 jaar later: laten we ook eens een paardenveulen kopen en zadeldak maken – als dat met een shet lukt, kan dat ook wel met een groot paard. Bijzonder naïef, als manegepaardenmensen, maar wel gedaan! Dat was natuurlijk andere koek maar we hadden een geweldige leerervaring! Het was een Gelders merrieveulen. Ik wist toen eigenlijk nog niet zo veel van het Gelderse paard maar het begon me steeds meer te boeien, omdat de paardenmensen om mij heen zeiden dat mijn paard zo braaf was en erg rustig – dat zou zeker komen door de Gelderse moeder! Drie jaar later heb ik ook de moeder gekocht bij de manege. Moeder en dochter zijn herenigd! Dit was een fantastisch moment: de paarden hadden elkaar drie jaar niet gezien maar de eerste keer dat ze bij elkaar kwamen hebben ze elkaar onder merriegegil van voor naar achter en weer terug afgeknabbeld!
Voor mij is het Gelderse paard een eerlijk paard: doe jij iets fout, dan krijg je dat direct rustig maar duidelijk teruggespiegeld – geen paniek.
Bij het zadelmak maken was het altijd zo: begreep ze het niet dan stond ze stil en keek ze je aan met een blik van ‘Wat wil je nu eigenlijk?’ Een zeer goede spiegeling voor jezelf!

Je hebt nu een aantal Gelderse paarden – heb je bewust voor dit ras gekozen?
Gelderse paarden waar de Paarden Oppas Service op paste
Zo ja, waarom?
Moeder, Soline (Inspekteur x Elegant), is een mooie merrie met goeie papieren. Vanuit mijn ontwikkelde liefde voor het Gelderse paard vond ik dat ik een keer een Gelders veulen moest fokken. Ik heb gekozen voor Alexandro P en heb nu een inmiddels 2 jarig hengst, Hopewell. Hij is braaf goed hanteerbaar en goed in het Gelderse model: sterk achterbeen en mooi front.
De dochter, Zaline, is een gewoon dressuurpaard (Special D x Inspekteur), maar heeft, zoals de kenners zeggen, de Gelderse nuchterheid geërfd.

Als je opnieuw een paard zou kopen, zou je dan weer het Gelderse ras kiezen?
Voor het gebruik zou ik zeker een Gelders paard kiezen!

Is het Gelderse ras een ras wat bij iedere paardenhouder zou passen, denk je?
Waarom wel/niet?
Een Gelders paard is een mooi paard, wat kracht en betrouwbaarheid uitstraalt. KWPN dressuurpaarden en KWPN springpaarden worden gefokt voor de topsport – daar gaat meer geld in om! Maar slechts een klein percentage ruiters rijdt topsport. Een Gelders paard kan alle richtingen goed mee, wat hem meer geschikt maakt voor de gewone gebruiker met minder geld.

Gelderse paarden


Het Gelderse paard is een speciale fokrichting binnen het KWPN stamboek. Jij hebt zelf ook ‘traditionele’ KWPN-ers. Als je hun karakter vergelijkt met dat van jouw Gelderse paarden, zijn er dan volgens jou verschillen die grotendeels bepaald worden door het ras?

De traditionele is eigenlijk niet het juiste woord: ik zie het Gelders paard als basispaard waaraan bloed is toegevoegd en zo de basis legt voor het moderne dressuur en springpaard. Het zou erg jammer zijn als dit basismateriaal van kracht, betrouwbaarheid, doorzetting en hardheid genetisch verloren zou gaan.
Ik heb uit mijn Gelderse merrie een dressuurpaard gefokt, een Gelders paard en een springpaard. Uit de Special D merrie (dochter) heb ik ook een veulen gefokt (springpaard). Wat ik duidelijk zie is een toename van bloed en nervositeit.

Heb je wel eens ontroerende of bijzondere dingen meegemaakt met je Gelderse paarden? Wil je dit verhaal met ons delen?
Het eerste veulen wat ik uit Soline fokte, was een hengst. Na lang wikken en wegen besloot ik om hem met zijn maatje op bijna 1 jarige leeftijd in te scharen in een natuurgebied (uiterwaarden langs de rijn bij Renkum). Ik zou mijn zorg eens loslaten en wat afstand nemen….. Er werden 10 jaarlingen losgelaten en er liepen nog drie 2-jarige hengsten in een gebied van 48 hectare.
Niet iedereen kwam tegelijk aan, en wij lieten onze paarden vast los, in afwachting van de anderen. Plotseling kwam er een oude meneer hijgend aangelopen, en hij riep: “Ze liggen in het water! Ze kunnen de krib De Paarden Oppas Service onderzoekt Gelderse paardenniet meer op! Die zwarte met dat kolletje zit er ook bij!” Mijn hart sloeg 83 duizend keer over, terwijl ik naar de waterkant rende. Daar waren hij en z’n maatje in geen velden of wegen te bekennen. De boer rende langs de Rijn naar beneden om te zien of ze stroomafwaarts dreven.
Ik keek hoopvol op het land – misschien waren ze er toch uitgekomen? Ik speurde het land af, totdat iemand riep: “Kijk, daar aan de overkant!”
Aan de andere kant van de Rijn zagen we in het water twee hoofdjes op en neer gaan: ze zwommen een paar rondjes en gingen aan wal!
Ik ben met de trailer de A50 opgereden, de brug over, en daar stonden ze prinsheerlijk in het hoge koeiengras te grazen. Ze keken me aan met een nuchterheid van: “Hé baas, jij ook hier? Het gras is goed!” en de hoofden zakten weer naar beneden, het gras in! Ik heb ze een halster omgedaan, trailer in, en naar huis. Dan maar even niet loslaten….
De kracht, het doorzettingsvermogen en de nuchterheid heeft ze zeker gered van de verdrinkingsdood! Beide paarden hebben er niets aan overgehouden. De volgende dag lagen ze wel veel te slapen!!

Wat was voor jou reden om de Paarden Oppas Service in te schakelen en hoe deed je het voorheen als je met vakantie wilde?
Voorheen woonde ik in Wageningen en stonden de paarden niet aan huis. We zijn nu verhuisd en hebben de paarden aan huis. De hele beestenboel staat op 1 plek (we hebben zes paarden, twee pony’s, drie honden, zes katten, twee geiten, konijnen en kippen). Een konijn eten geven kan je nog aan het buurmeisje vragen, maar de paarden vragen meer zorg en verantwoordelijkheid. Omdat ik iemand zocht die echt verstand van paarden heeft, heb ik contact opgenomen met de Paarden Oppas Service. Voor mij echt een uitkomst!

De PAARDEN OPPAS SERVICE onderzoekt… Arabieren!

De PAARDEN OPPAS SERVICE onderzoekt… Arabieren!

Tegenwoordig zijn de vluchtelingen uit Syrië en omstreken het gesprek van de dag. Voordat deze vluchtelingenstroom op gang kwam, waren de immigranten uit Polen onderwerp van gesprek. Daar waren veel Nederlanders niet blij mee, maar dat is ook wel eens anders geweest. En dan hebben we het niet over gastarbeiders, maar over volbloed Poolse Arabieren. Polen was namelijk een vooraanstaand land met betrekking tot het fokken van Arabieren, en een groot deel van de import van onze Arabische paarden komt uit Polen. De Janow Podlaski stoeterij in Polen bestaat nog steeds en het is de oudste staatsstoeterij van Arabische paarden, opgericht in 1817. De fokkerij heeft ca. 500 paarden en kan worden bezichtigd. Ieder jaar wordt hier in augustus de Nationale Show van Arabische Paarden en de beroemde Paardenbeurs georganiseerd. De paarden die gefokt worden bij de Podlaski Stoeterij worden vaak verkocht voor honderdduizenden euro’s. Ze zijn erg gewild als ren- en endurancepaard en ook in de showring blinken ze uit.

ArabierWist je dat de Arabier minder ribben heeft dan andere paardenrassen? De meeste paardenrassen hebben 36 ribben, zes lendenwervels en achttien staartwervels. De Arabier heeft 34 ribben, vijf lendenwervels en zestien staartwervels. Ook bijzonder is de mitbah: de hoek waarmee het hoofd van de arabier op de hals staat. Hierdoor ontstaat de karakteristieke boog in de hals van de arabier en kan het hoofd makkelijk in alle richtingen gedraaid worden. De hals gaat in een sierlijke boog over in een ronde schoft en sterke, schuin geplaatste schouders. De rug is kort en heeft een hoog kruis, dat duidelijk is afgerond. De Arabier heeft een brede, diepe borst, die ruimte biedt aan uitzonderlijk sterke longen. Daardoor kan hij lange tijd werken zonder te vermoeid te raken, waardoor hij bijzonder geschikt is voor langeafstandsritten. Daar komt bij dat hij droge, harde benen heeft.
Het kleine hoofd van de Arabier loopt schuin toe naar de neus – een kleine neus die in de holte van een halfgeopende hand moet passen. Doordat het hoofd hoog op de hals wordt gedragen heeft het veel bewegingsvrijheid, bijna in elke richting. Tussen de grote, sprekende en wijd uit elkaar geplaatste ogen van de arabier vindt men de Jibbah, een schildvormige bobbel. Deze bobbel loopt naar boven toe door naar een punt tussen de oren en naar beneden toe tot op één derde van het neusbeen. het hoofd van de arabier is licht ‘geknikt’, de deuk in de neus die hierdoor lijkt te ontstaan noemt men de dish.

De Arabische volbloed is een paardenras dat afstamt van Arabische paarden uit Noord-Afrika en het Nabije Oosten. Het ras is meer dan vijfduizend jaar oud en wordt tegenwoordig  over de hele wereld gefokt.Er bestaat bijna geen ras dat niet is veredeld door het Arabische bloed (bijvoorbeeld de Trakehner, de Morgan, de Shagya arabier, de Welsh pony, maar ook de Andalusiër, de Lipizzaner en het Friese paard). Arabieren worden geroemd om hun trouw, doorzettingsvermogen, zachtmoedigheid, gezondheid en lange levensduur. En natuurlijk hun edele, harmonieuze lichaamsbouw. Een grote intelligentie en een vurig karakter zijn ook kenmerkend. De Arabier is een gevoelig dier: de mens moet eerst zijn vertrouwen winnen, waarna het paard alles voor hem wil doen. Zijn grote uithoudingsvermogen heeft hij overgehouden aan zijn geschiedenis als bewoner van woestijngebieden. Arabische paarden zijn intelligent, leergierig en hebben een groot aanpassingsvermogen. Geen wonder dus dat het ras zoveel bewonderaars heeft. We komen de Arabische paarden in Nederland tegen in de professionele paardensport, maar ook bij de particuliere paardenhouder.

 

De Paarden Oppas Service interviewde Anneke uit Drenthe. Anneke heeft een Arabier en een KWPN-er.

Wij vroegen haar of zij bewust gekozen heeft voor het Arabische paard, toen ze haar Arabier kocht. En zo ja, waarom?Hassan en Hidalgo werden verzorgd door een medewerker van de Paarden Oppas Service
Ik zocht een kleiner paard; eerst dacht ik aan een Tinker, maar toen ik Hassan zag, was ik verkocht. Hassan is heel gehoorzaam en gevoelig: als je hem berijdt, hoef je maar naar links te kijken en hij gaat al naar links.
Als je opnieuw een paard zou kopen, zou je dan weer voor het Arabische ras kiezen?
Zeker.
Als je Hassan en Hydalgo (de KWPN-er) vergelijkt, qua karakter, zijn er dan volgens jou verschillen die grotendeels bepaald worden door het ras?
Heel veel verschil. Hydalgo is koel, eigenwijs en bazig; Hassan is super mensvriendelijk, heel gevoelig en geduldig en voelt je stemming nog beter aan dan Hydalgo.
Toen je op vakantie ging, heb je de Paarden Oppas Service ingeschakeld om een verzorger voor je te regelen. Hoe heb je de Paarden Oppas Service eigenlijk gevonden?
Via Google kwam ik bij www.PaardenOppasService.nl – ik was bewust aan het surfen op internet.
Wat was voor jou reden om de Paarden Oppas Service in te schakelen en hoe deed je het voorheen als je met vakantie wilde?
We wilden voor het eerst sinds jaren met vakantie en dan nog wel voor het eerst naar onze dochter (en schoonzoon) op Hawaï en dan ook nog voor wat langere tijd. Voorheen dus geen vakanties in onze “paarden tijd”.
Waarin onderscheidt de Paarden Oppas Service zich?
Actieve bemiddeling! Het is me goed bevallen. Ik raad het andere paardenhouders zeker aan!

Ben jij paardenhouder en wil je gebruik maken van de Paarden Oppas Service?
Ga naar informatie voor paardenhouders.

Ben jij paardenhouder, heb je gebruik gemaakt van de Paarden Oppas Service en vind je het leuk om geïnterviewd te worden? Stuur dan een mailtje naar info@paardenoppasservice.nl.

De Paarden Oppas Service onderzoekt… Kathiawari’s

Wil jij ook een Kathiawari?

Het klinkt misschien als een exotisch drankje, maar dat is het niet! Het gaat hier om een Indiaas paardenras, dat met uitsterven wordt bedreigd. Eigenlijk moeten we spreken van een pony: hij heeft een stokmaat van rond de 1.42 meter.

Oren KathiawariMet vrijwel 100% zekerheid weten wij op welk lichaamsdeel van de Kathiawari jij direct commentaar zou leveren, als je nu een exemplaar zou mogen bezichtigen. Dit bijzondere paardje heeft namelijk sabeloren! Geen sabbeloren, nee: sabel oren! Zijn oren zijn smal en puntig en extreem naar binnen gericht, zodat de punten elkaar bijna raken. De positie is als twee sabels die op elkaar gericht zijn. De gekrulde oren draaien heel makkelijk 360 graden. Naast zijn neefje Marwari is dit het enige ras dat zulke typische oren heeft.

En weet je wat? De Kathiawari is behalve sabelorig ook sabelbenig! Dat is echter wel een nadeel want, doordat het onderbeen niet loodrecht op de grond staat, maar meer onder het paard, kan het paard gebreken ontwikkelen in het achterste deel van het spronggewricht, zoals spat.

Een mooi Kathiawari exemplaarDit ras is heel slim, aanhankelijk en mak. Oorspronkelijk was dit een woestijnpaard, en dat blijkt wel uit zijn snelheid en grote uithoudingsvermogen. Ze hebben een natuurlijke aanleg voor de revaal. Dat is een telgang: een comfortabele gang die veel gebruikt wordt om lange afstanden mee af te leggen. Dit maakt de Kathiawari tot de ideale reispony! Tegenwoordig worden deze bijzondere paarden ingezet bij de endurance, harddraverijen en polo. En als ‘gewoon’ rijpaard. Ook wordt de Kathiawari in India als politiepaard gebruikt. Door de invloed van de Arabier ziet dit ras er elegant uit. Ze hebben grote ogen en een mooie, lange, gebogen hals. Ook hebben ze een hoge staartinplant. De rechte rug hebben ze van de Indiase pony.
Tijdens de opkomst van het Mogelrijk, in de veertiende eeuw, werden Arabische paarden geïmporteerd naar India en vervolgens werden deze gekruist met Indiase pony’s. Deze pony’s waren door Alexander de Grote naar India gebracht, tussen 356 en 323 voor Christus. Er gaan verschillende verhalen de ronde: het ene verhaal vertelt dat de twee rassen bewust zijn gekruist door mensen, en het andere verhaal vertelt dat de Arabische paarden schipbreuk hadden geleden, naar de kust van India zijn gezwommen en in de loop der tijd uit eigen beweging de Indiase pony’s hebben gedekt. Uit de kruising van deze twee rassen is in ieder geval de Kathiawari ontstaan, een taai ras wat goed tegen de warmte kan en minder voedsel en water nodig heeft dan andere paarden. Of dit nu een bewuste keuze van de mens is geweest, of een cadeautje van de natuur, de wereld is hierdoor wel een bijzonder ras rijker geworden. De naam Kathiawari verwijst naar de streek waar het ras is ontstaan: het droge, onvruchtbare Indiase schiereiland Kathiavar. Het ligt aan de westkust van India, tussen de Golf van Katch en de Colf van Cambay.

Doordat dit ras in de loop der tijd vaak is gekruist met andere rassen, zijn er nu nog maar enkele tientallen pure Kathiawari’s. Het ras wordt momenteel dus met uitsterven bedreigd! Gelukkig is dit net op tijd gesignaleerd en nu heeft de Indiase overheid besloten om ervoor te zorgen dat dit bijzondere ras kan blijven voortbestaan. Een speciaal hiervoor in het leven geroepen fokprogramma gaat de Kathiawari’s redden!

Wil je meer zien van de Kathiawari? Kijk eens hier: Kathiawari’s op YouTube

De Paarden Oppas Service onderzoekt… PRE’s!

De PRE is een Spaans paard: PRE staat voor Pura Raza Española, oftewel het ‘zuivere Spaanse ras’. De huidige rasstandaard werd al in de zestiende eeuw in Andalusië opgesteld door koning Philips II . Hij wilde een mooi, nobel en betrouwbaar gebruikspaard fokken. Het PRE stamboek werd pas in 1969 opgericht. De PRE is een barokpaard: in de late middeleeuwen werd met dit soort paarden aan het Spaanse hof de klassieke rijkunst beoefend. Het barokpaard is een warmbloedpaard, maar verschilt van modernere warmbloedtypes door een niet al te grote stokmaat, een kortere rug en rondere vormen. Wist je dat het Friese paard ook tot de barokpaarden behoort? Dit ras is namelijk ontstaan door kruising met Spaanse paarden tijdens de Spaanse overheersing. Barokpaarden worden o.a. gebruikt in de moderne dressuursport en voor het hogeschoolrijden. De PRE heeft een groot uithoudingsvermogen, is een doorzetter en hij heeft een koel hoofd, wat hem ook heel geschikt maakt voor het mennen. Zijn evenwichtige, loyale karakter maakt hem ook een heerlijk recreatiepaard.

Vóór de opkomst van de volbloedrassen werd de Andalusiër gezien als het edelste paard ter wereld. Recent genetisch onderzoek heeft uitgewezen dat de Andalusiër, afkomstig uit het zuiden van Spanje, en verwante rassen sterk zijn beïnvloed door de Berber (een Noord-Afrikaans woestijnpaard). Elke PRE is een Andalusiër, maar een Andalusiër is niet altijd een PRE. Een Andalusiër is een paard waarvan beide ouders zijn opgenomen in het PRE stamboek, maar niet goedgekeurd voor de fokkerij. Een Cruzado is paard waarvan één van de ouders een voor de fokkerij goedgekeurde PRE is.

De PRE heeft een gespierde borst en hals, met vaak prachtige lange, golvende manen. Ook de staart is vol en weelderig. Zijn gangen zijn vloeiend en vol impuls (hij trekt zijn knieën hoog op) en door de gespierde achterhand zijn de meeste PRE’s heel goed in het verzamelen. Het paard is zeer wendbaar en is niet alleen door zijn gangen een zeer comfortabel paard om te rijden: zijn nobele karakter en vertrouwen in zijn berijder maakt dat hij een zeer fijne compagnon is om mee te werken. Het zijn prachtige, werkwillige paarden, die zich makkelijk aanpassen door hun veerkracht en levendigheid. Het karakter is zo zachtaardig dat de hengsten in Spanje bijna nooit gecastreerd worden. De PRE is een sterk en sober paard met fijn gebouwde maar harde benen. Dat maakt hem voor vele doeleinden zeer geschikt. Vroeger waren ze populaire oorlogspaarden en veel staatshoofden lieten zich afbeelden op de rug van hun stoere strijdros. Een mooi voorbeeld daarvan is het standbeeld van Koning Karel I op Trafalgar Square in Londen. De moedige, wendbare Spaanse paarden werden ook vaak ingezet bij de stierengevechten. Tegenwoordig worden ze vaak gebruikt in de Westernsport, in de dressuur en ook wel in de springsport.

Er zijn meer PRE schimmels dan andere kleuren, want vroeger dacht men dat de kleur van het paard het karakter bepaalde en de schimmelkleur stond voor de juiste balans in moed, werkwilligheid, betrouwbaarheid en temperament. Men dacht dat voskleurige paarden temperamentvoller (vuriger) waren, en daardoor was deze kleur minder gewild. Pas sinds 2002 zijn andere kleuren dan schimmels toegestaan in het stamboek, waardoor er langzaam een grotere verscheidenheid aan kleuren ontstaat binnen dit ras.

De PAARDEN OPPAS SERVICE interviewde Linda van Belkum uit Lieren, bij Apeldoorn. Linda is eigenaar van Finca Linda, een stoeterij met barokpaarden, waaronder Knabstruppers (zoals het paard van Pippi Langkous) en PRE’s. Zie www.fincalinda.nl.

Het eerste paard wat Linda aanschafte (ruim 20 jaar geleden), was een Knabstrupper hengst (een Deens barokpaard), en door hem werd haar liefde voor het barokpaard alleen maar sterker. Barokke paarden staan bekend om hun zeer goede karakter met bijbehorende expressie, maar dit bleek in de praktijk ook echt bijzonder te zijn. Van jongs af aan had Linda al een fascinatie voor het barokpaard, en bovenaan haar verlanglijstje stonden altijd de PRE’s (Pura Raza Española). Reizend door Spanje, kwam Linda negen jaar geleden de Andalusische zwarte hengst Manchego II tegen. Zij haalde hem naar Nederland en ging met hem fokken. Daarna werd het paardenbestand snel uitgebreid.

Op je website geef je aan dat je altijd al gefascineerd was door het barokpaard, en dat de PRE bovenaan je lijstje stond. Toch was je eerste paard een Knabstrupper.
Hoe kwam dat? Zoals velen, ben ik in de KWPN-ers begonnen, en de Knabstrupper kwam op mijn pad. Acht jaar geleden kwam ik een Andalusisch paard tegen, en ik was meteen verkocht!

Was het puur het uiterlijk, wat jou in de eerste instantie aantrok tot de PRE? Nee, het was het karakter en de uitstraling. Ze zijn meer mensgericht.

De Fries is ook een barokpaard – waarom koos je ervoor om met Spaanse paarden te gaan werken, in plaats van met Friezen? Ik heb vroeger veel met Friezen gewerkt. Dit ras trok me niet zo, want er zitten ook veel types tussen die niet zo werkwillend zijn. De oude, zwaardere types, vind ik mooier dan het verfijnde type wat nu populair is. Bovendien is dat oude type ook werkwillend. Tegenwoordig zijn ze lichter gebouwd en is de werkwillendheid niet in alle paarden aanwezig.

Lusitano's bij de Paarden Oppas ServiceVanuit de geschiedenis zijn er meer schimmels dan anderskleurige PRE’s – heb jij alleen schimmels, of ook andere kleuren? Ik heb veel bruine paarden, een aantal grijze, een vos en natuurlijk de zwarte hengst. Niet alleen is er nu meer variatie in kleuren, maar ook in de grootte van de paarden. Vroeger hadden de PRE’s een schofthoogte van 1.60 cm. Tegenwoordig worden de paarden bewust wat groter gefokt in verband met de lengte van de Europeanen.

Heb je enig idee hoeveel PRE’s er zijn in NL? Er zijn 850 geregistreerde PRE’s in Nederland, en circa 400 – 500 ongeregistreerde.

Wat maakt het karakter van dit paard zo uniek? De PRE is heel zacht van karakter en zoekt de mensen echt op. Het zijn over het algemeen rustige paarden en ze zijn heel eenkennig. Voor hun eigenaar doen ze alles, maar als je er een ander op zet, kan het zijn dat het paard helemaal niet mee wil werken. Ik heb het meegemaakt dat iemand anders op mijn paard een wedstrijd ging rijden en het paard vertikte te doen wat zijn berijder vroeg, totdat ik erbij kwam: zolang ik op een paar meter afstand bleef, ging het goed, anders weigerde het paard.

Past de PRE bij iedere paardenhouder, of is hij voor sommige mensen niet zo geschikt (en waarom dan niet)? Bij iedereen, alleen je moet het wel zelf willen. Als je fervent IJslanderfan bent, dan lukt dat waarschijnlijk niet, omdat je dan zo gefocust bent op je eigen ras. KWPN-er eigenaren stappen nu steeds vaker heel bewust over op PRE’s vanwege hun goeie karakter.

Voor welke takken van sport is dit ras geschikt? PRE’s zijn heel veelzijdig inzetbaar, bijv. dressuur, mennen, springen (de grotere, langere paarden nu wel, vroeger waren die korte paarden niet zo geschikt voor springen). De Spaanse paarden werden gefokt op wendbaarheid, omdat ze in Spanje veel gebruikt werden voor het verplaatsen/hoeden van vee.

De Vereniging van het Andalusische Paard promoot het ras, omdat ze willen dat meer mensen dit mooie ras ontdekken. Ben je daar blij mee, of brengt dit ook het risico met zich mee dat de PRE een modepaard wordt, waar misschien niet iedereen mee om kan gaan? Nee ik ben niet bang dat het een modepaard wordt, want het fokbeleid van Spanje is heel streng, veel strenger dan bij andere rassen. Dus daardoor is er weinig kans op verzwakking van de rasstandaard. Bovendien is de aanschafprijs relatief hoog, waardoor niet iedereen zich een Andalusiër kan veroorloven. Op dit moment heb ik heel veel paarden staan, waardoor de keuze voor de paardenhouder niet alleen groot is, maar ik een aantal paarden tegen een voor de koper interessante prijs kan aanbieden.
Interesse? Neem contact op met www.fincalinda.nl.

De Paarden Oppas Service onderzoekt…het Fjordenpaard!

Dimple en Archibald met Sandra

Dimple en Archibald met Sandra

Als we terug zouden gaan naar de periode na de laatste ijstijd, dan zouden we er getuige van kunnen zijn dat de ons welbekende Fjordenpaarden vanuit het zuiden van Zweden en Denemarken naar Noorwegen kwamen. Archeologische aanwijzingen bevestigen dat en vertellen ons dat de Fjorden in de bronstijd (1200 voor Christus) getemd werden door de Vikingen. De Vikingen namen de Fjordenpaarden ook mee naar IJsland (ja: het IJslandse paard is ontstaan mede door inmenging van de Fjord!). Het Fjordenras is één van de oudste en zuiverste rassen ter wereld. Hoewel de Fjord qua kleur en aftekeningen lijkt op het Przewalskipaard, stamt het hier niet van af. Dit blijkt uit het feit dat de Przewalski 66 chromosomen heeft en de Fjord 64.
Vroeger werd het Fjordenpaard vanwege zijn kracht, vaste tred, goede gezondheid en werkwilligheid veel gebruikt op het land, maar tegenwoordig is het meer een hobby- en vrijetijdspaard. De Fjord wordt ingezet onder het zadel, voor de wagen en als voltigepaard. Meestal zien we de vaalgele kleur, maar wist je dat er ook grijze Fjorden zijn? Deze zijn vrij zeldzaam, dus het is bijzonder als je er één tegenkomt!

De Paarden Oppas Service wordt regelmatig benaderd door eigenaren van Fjordenpaarden, met de vraag of wij een verzorger kunnen regelen voor wanneer zij met vakantie gaan. Zo kwamen wij in contact met Lodette uit Apeldoorn. Wij interviewden haar over haar Fjorden:
Onze eerste Fjord kwam alweer 30 jaar geleden bij ons. Een kennisje van ons wist dat wij op zoek waren naar een pony (mijn zus en ik waren 9 en 10) en mijn vader kreeg een tip van haar dat er toch wel een erg leuke Fjord te koop was. In de eerste instantie was ik over het ras niet zo heel enthousiast, maar mijn ouders wilden een pony die veelzijdig was. Mijn zus en ik een dier om op te rijden en mijn vader een dier dat hij aan kon spannen. We zijn gaan kijken en proefrijden bij de eigenaar van de Fjord, die toen nog Fury heette. Deze eigenaar had hem op de markt in Zuidlaren gekocht en er waren geen papieren bij, maar de pony was overduidelijk een Fjord. Hij kon voor de kar en je kon erop rijden dus de beslissing was snel genomen. Op 30 april 1984 kwam dan eindelijk onze eigen pony. Mijn moeder had zijn nieuwe naam al bedacht: Joerie. Joerie is altijd bij ons gebleven tot hij 33 was. Toen hebben wij hem in laten slapen omdat hij stopte met eten.
Na 5 jaar kwam er een 2e Fjord bij, een merrie: Hiske (een dochter van Bjorgard). Zij was een nog helemaal groene 3 jarige merrie. We hebben haar zelf beleerd onder het zadel en aangespannen. Ze bleef helaas in stokmaat achter op Joerie en werd niet groter dan 1.37 mtr. Om een span te vormen was dat toch niet ideaal dus Hiske is verkocht naar een meisje in Enschede.
Om toch een span te kunnen vormen kochten we Archibald. Een 7-jarige hulpboek ruin van een meisje in Veenendaal. Toen we gingen kijken was hij in “over conditie” maar wij zagen dat hij mooi bewoog en ontzettend lief was dus Archibald ging met ons mee. Samen met Joerie heeft hij vele jaren in tweespan gelopen. Ook reden wij hem onder het zadel. Archibald is nog steeds bij ons, hij is ondertussen 29 en geniet van zijn pensioen, zo af en toe nog een ritje met een 2-wieler en uitstapjes aan de hand.

Archibald, Fjord

Blik op/van Archibald

 

Het bijzondere aan de Fjord is dat het een zeer veelzijdig ras is dat in ons geval heel goed bleek te passen bij onze no-nonsense houding. Ze zijn zeer werkwillig en het gangenwerk is goed waarbij de stap en de draf bij onze paarden beter waren dan de galop. Onze Fjorden waren zeer sporadisch ziek en nooit kreupel. Zelfs tijdens de wedstrijdseizoenen liepen ze altijd buiten.
Het karakter van een Fjord is te omschrijven als goedmoedig en vriendelijk, maar het is zeker geen slaper. Joerie was een paard met een heel eigen karakter en bijna meer mens dan paard. Hij was heel slim en wist o.a. hoe hij sloten moest openmaken, maar ook hoe hij onder het werk moest uitkomen in het span door net een half pasje achter te lopen. Joerie was niet snel ergens van onder de indruk: hoe meer mensen hoe beter en van applaus kon hij geen genoeg krijgen!
Archibald is een harde werker die het je graag naar je zin wil maken, maar die super gevoelig is. Hij heeft maar weinig nodig, kleine hulpen geven. Als je hem verbaal een standje geeft kan hij daar een dag later nog van onder de indruk zijn.
In onze tienertijd hebben mijn zus en ik de Fjorden onder het zadel gereden en voor de lol met de platte wagen in het bos met vriendinnen rijden. Springen, dressuur, crossen. Alles ook in wedstrijdverband. Mijn vader reed aangespannen. Na mijn 18e ben ik ook aangespannen wedstrijden gaan rijden met het tweespan. Totdat Joerie 22 was hebben we dat gedaan, daarna alleen nog recreatief.
Eén van de leuke dingen is wel dat als wij een weekend op wedstrijd gingen, de pony’s ook mee barbecueden. Dat vonden ze altijd reuze gezellig en lekker. Ook heeft Joerie voor een Willie’s Jeep gelopen tijdens een optocht. Wat erg ontroerend was dat toen we Joerie lieten inslapen Archibald en Dimple (onze Tinker) hem op het laatst met een keiharde hinnik gedag zeiden. Dat was echt een halve minuut voordat hij gesedeerd werd.

Archibald wordt gepoetst door Sandra

Archibald wordt gepoetst door Sandra

Wij zijn in contact gekomen met de Paarden Oppas Service via internet. Na een persoonlijk gesprek hadden we direct een klik met Sandra. Zij heeft al vaker bij ons opgepast, zij is zeer professioneel en begaan en zorgt ervoor dat je met een heel gerust hart op vakantie gaat. Wij bevelen haar aan! Het is als paardenbezitter toch heerlijk om te weten dat je dieren goed verzorgd zijn als je zelf op vakantie bent! Dat brengt zoveel rust…

De PAARDEN OPPAS SERVICE onderzoekt: Miniatuurpaarden

De afgelopen paar weken kwam de Paarden Oppas Service in contact met 2 verschillende paardenhouders die Miniatuurpaarden houden, en onze nieuwsgierigheid was gewekt naar deze minipaardjes. Dus wij gingen op onderzoek uit. Lees en leer!

Asfaloth van Hulislaum

Asfaloth van Hulislaum

De minipaarden die wij nu zien, zijn het resultaat van een toegespitst fokbeleid. In de natuur ontstaan kleine paarden meestal onder invloed van hun natuurlijke omgeving. Strenge klimatologische omstandigheden, gecombineerd met weinig beschikbaar voer, resulteert in kleinere dieren. Met genoeg kennis van de genetica is het ook mogelijk om speciaal op formaat te fokken. De Falabella (het Argentijnse minipaard) is misschien wel de bekendste miniatuur, maar wellicht ken je ook het Amerikaanse Miniatuurpaard en de Amerikaanse Shetland Pony. Deze laatste twee rassen worden gefokt door Jeroen Leijten, op zijn stoeterij ‘Hulislaum’ in Hulsel, Noord-Brabant.
Tijdens zijn virtuele zoektocht naar interessante dieren om te houden rond zijn boerderij, ontdekte hij in 2004 het Amerikaanse Miniatuurpaard en hij werd op slag verliefd! Hij las er heel veel over en bezocht Miniatuurpaardenshows voordat hij zijn eerste paardjes kocht. Inmiddels heeft hij er zes, waarvan er twee drachtig zijn. Zie www.hulislaum.nl

 

Het Amerikaanse Miniatuurpaard
Amerikaanse Miniatuurpaarden zijn “miniatuur” versies van goed gebalanceerde paarden, met een lichaamsbouw zoals te vinden bij de meeste paardenrassen. Ze mogen niet groter zijn dan 86 cm. Miniatuurpaarden komen voor in allerlei kleuren en typen. Het Amerikaanse Miniatuurpaard is zachtaardig en zeer veelzijdig: ze blinken uit in een reeks van disciplines, waaronder aangespannen rijden, showen, springen, enz.
De eerste vermelding van een klein paard dat geïmporteerd werd in de Verenigde Staten was in 1888; en onderzoek toont weinig publieke bekendheid aan met echte Miniaturen tot 1960. De algemene opinie is dat Amerikaanse Miniatuurpaarden gefokt zijn uit Engelse en Nederlandse mijnpaarden die in de 19e eeuw naar de Verenigde Staten werden gebracht om tot aan 1950 gebruikt te worden in de kolenmijnen. Het Amerikaanse Miniatuurpaard is, zoals uit de stamboom van hedendaagse miniatuurpaarden blijkt, ook gebaseerd op de Shetland pony. Gedurende zijn kleurrijke historie, is het Miniatuurpaardenras gefokt om te dienen als huisdier, als hebbeding, voor onderzoek, om financieel gewin, om tentoongesteld te worden en als koninklijk geschenk. Tegenwoordig worden ze in Amerika zelfs ingezet als blindengeleidepaardjes, bij mensen die allergisch zijn voor honden, of bij mensen die vanwege hun geloof honden als onrein beschouwen. De miniatuurpaarden krijgen een zeer intensieve training en zijn bijzonder lief en behulpzaam voor deze blinden en slechtzienden.

Cruise van Hulislaum

Cruise van Hulislaum

De Amerikaanse Shetlander
Het fokken van de Amerikaanse Shetlander vond eerst voornamelijk plaats in de staat Indiana na de omvangrijke ponytransporten vanaf de Shetland Eilanden die in 1885 begonnen. In 1888 werd de American Shetland Pony Club opgericht en daarna verspreidde het fokken van de ‘nieuwe’ Shetlander zich naar alle delen van het land. De Amerikaanse Shetlander is, anders dan de Schotse, geen product van zijn omgeving, maar is alleen door selectief fokken ontstaan.
De Amerikaanse Shetland Pony lijkt in de verste verte niet op de mollige, kortbenige, kleine pony’s die velen in hun jeugd hebben bereden. De dikke, wollige vacht van de Shetlanders is verdwenen, al zijn de manen en staart nog wel weelderig. Jaren van selectieve fokkerij en kruisingen met andere meer verfijnde paardenrassen – een proces dat al sinds omstreeks 1880 is begonnen – heeft geresulteerd in een echte showpony die langbenig en elegant is, een mooi hoofd en slanke hals heeft, en die gracieuze gangen laat zien. De maximale hoogte is 1,17 m (12 cm hoger dan het gemiddelde van de originele Shetlander). De pony is zeer veelzijdig. Hij wordt uitgebracht in tuigponyklassen voor rijtuigen met vier wielen, doet mee aan wedstrijden voor karren met twee wielen en rennen voor lichtgewicht sulky’s. Verder doet hij het prima onder het zadel, zowel western als ‘Engels’ gereden. Het ‘jachttype’ is een goede springpony, terwijl andere echte showpony’s zijn.

Het ‘nieuwe ras’ is op de eerste plaatse een fraaie tuigpony en is gevormd door de fijnere typen Shetlanders te selecteren en deze vervolgens te kruisen met Hackney pony’s (die op hun beurt weer zijn gefokt uit dravers gekruist met Fells en Welsh pony’s). De nakomelingen kruiste men weer met Arabieren en kleine Engelse volbloeds om een eigen type te creëren, namelijk een Hackney met een oosters tintje. Het ras heeft ook een uitgesproken Hackney-type en een prachtige, hoge knieactie.
We vroegen Jeroen wat het verschil is tussen de Amerikaanse Shetland Pony en het Amerikaanse Miniatuurpaard. Jeroen vertelt: ‘De Amerikaanse Shetland Pony heeft gewoonlijk langere benen, een ranker lichaam en langere nek, en heeft daardoor een meer verfijnde en paardachtige uitstraling dan het in Europa meer bekende Amerikaanse Miniatuurpaard.’
In de laatste jaren laten de kleinere exemplaren van de Amerikaanse Shetland Pony (tot 96cm hoog) steeds vaker hun superioriteit zien tijdens miniatuurpaardenshows. De populariteit van dit ras neemt ook toe in Europa, nu meerdere Europese fokkers kwaliteitspony’s importeren uit de VS en deze opnemen in hun fokprogramma’s. Er lopen er op dit moment echter waarschijnlijk slechts enkele tientallen rond in Nederland. De aanschafprijzen liggen hoog.
Er zijn vier verschillende types Amerikaanse Shetland Pony’s: Foundation, Classic, Modern en Modern Pleasure. Het ‘Modern’ type heeft veel Hackney bloed en mag tot 1,17cm groot zijn. Dezelfde maximale hoogte geldt voor het ‘Classic’ type, wat typisch veel minder Hackney invloeden heeft. Indien vier generaties terug geen Hackney bloed in de afstamming van een pony is te vinden, dan wordt de ‘Classic’ pony tevens ‘Foundation’-gecertificeerd. Het ‘Foundation’ type is daarnaast maximaal 106cm groot. Op Hulislaum, de stoeterij van Jeroen Leijten, wordt gewerkt met het Classic type onder 96cm. De Amerikaanse Shetland Pony’s van Hulislaum zijn daarmee tevens bij het AMHR (American Miniature Horse Registry) geregistreerd als Amerikaanse Miniatuurpaarden.

Cruise is me d'r eentje!

Cruise is me d’r eentje!

We hebben een zeer bekwame paardenverzorger gevonden, die binnenkort op de mooie paardjes van Hulislaum mag gaan passen, wanneer de eigenaren met vakantie zijn. Tegen die tijd zijn de veulens ook geboren, dus dan zijn er 2 mini minipaardjes bij. Klein maar fijn! Een leuke Paarden Oppas Service opdracht!
Het Nederlands Minipaarden Stamboek (N.M.P.R.S.) organiseert regelmatig activiteiten in het midden van het land, dus als je deze bijzondere paarden eens van dichtbij wilt bekijken en Stoeterij Hulislaum (20 km ten zuiden van Tilburg) is je te ver weg, neem dan eens een kijkje op www.minipaarden.nl!