Staart wassen met ketchup?

Oplossing Paarden Oppas Service: ketchupbehandeling voor vergeelde staarten

Wrijf de ketchup in de staartharen van je paard

Ja, je leest het goed! Paarden met grijze/witte staarten zien er nogal eens uit als paarden met gele staarten: door de urine, modder en ander vuil verkleurt de staart. De oplossing? KETCHUP! Natuurlijk moest dit getest worden, en wel met 3 verschillende merken ketchup: Heinz, Calvé en een huismerk.

Voor de test werden twee paarden ingezet. Bij de ene werd de staart voorgewassen met zeep, bij de andere niet. Vervolgens werden de staartharen verdeeld in 3 strengen. In iedere streng werd een ander merk ketchup gewreven. Als je dit zelf wilt gaan doen, trek dan je oude kleren aan, want de paarden willen nog weleens met hun staart zwiepen en dan vliegt de ketchup in het rond! Laat de ketchup een kwartiertje intrekken voor je het eruit spoelt.

De Paarden Oppas Service legt uit: de ketchupbehandeling

Voor en na de ketchupbehandeling

Zoals je kunt zien in de Before en After foto’s: de ketchupbehandeling werkt! Het resultaat is niet perfect, maar nog altijd beter dan een heleboel shampoo’s die zeggen wonderen te verrichten! Het maakt niet uit welk merk ketchup je gebruikt. Wel is het een goed idee om de staart voor te wassen met zeep en 15 minuten is misschien wat te kort – laat de ketchup dus maar wat langer intrekken!

Een andere optie is om de as van je open haard in een emmer te mengen met shampoo en wat water. Spuit je paard nat met een slang, of maak zijn vacht nat met een spons en vervolgens masseer je het as-shampoomengsel goed in de vacht (met name de gele vlekken!) en de staart. Laat het 10 minuten intrekken en spoel het dan uit. Je zult zien dat de gele vlekken als sneeuw voor de zon verdwenen zijn en dat de staart wit is!

Bron: Lusitano Portal

Wilg, de natuurlijke pijnstiller voor je paard

Drie weken terug vertelden wij je over Hippiatori, waarvan Hippocratus de belangrijkste is. Hippocratus schreef toen al een aftreksel van knotwilgschors voor bij gewrichtsontstekingen, pijn en koorts. Overigens kwam hij er ook achter dat wilgenschorsthee een doeltreffend middel is tegen diarree. Maar laten we even focussen op wat de wilg voor je paard kan betekenen. Jouw paard weet de wilg van nature al te vinden: als hij pijn heeft, gaat hij, als hij de kans krijgt, vanzelf al naar de wilg om een takje of wat blaadjes te pakken en hierop te kauwen. Instinctief weet hij dat dit heilzaam is. In de wilg zit Salicine, een stof die koortswerend en pijnstillend werkt. De Salicine wordt in het lichaam omgezet in salicylzuur. Dat is natuurlijke penicilline voor paarden (en honden, maar niet goed voor katten!). Het werkt behalve pijnstillend en koortswerend ook aansterkend, bloedstelpend, kalmerend en krampopheffend. Maar let op: geef je paard geen toegang tot wilgentakken voordat je een wedstrijd gaat rijden – als hij gecontroleerd wordt op doping, zal de aanwezigheid van Salicine zorgen voor een positieve uitslag! Dat betekent dat er geconcludeerd zal worden dat jij je paard doping hebt gegeven! Met alle gevolgen van dien.

Buiten dat zijn er geen minpunten aan het verstrekken van wilg. Als je geen wilgenboom bij je wei hebt, zoek er dan één op en snij er wat takken van af. Leg die in de wei of in de stal en je paard zal je dankbaar zijn. Van de oudere, dikkere takken knabbelen de paarden de bast af en daar zijn ze wel even zoet mee! Je kan ook een dikkere tak aan een touw of ketting ophangen in de stal. De jongere takjes/twijgjes kan je zo aanbieden, maar je kunt ze ook in kleine stukjes knippen en door het voer doen. In tegenstelling tot bij de mens, is de smaak aangenaam voor paarden. Dus zelfs zonder dat hij pijn heeft, zal hij de takjes en bladeren graag eten, gewoon als lekkernij. Geef ze niet teveel per keer, want ze kunnen er stoned van worden! Alles met mate.

In het voorjaar is de concentratie magnesium het hoogst in de wilg. Aangezien paarden nogal eens een tekort hebben aan magnesium, is het dus een goed idee om je paard begin maart wilgentakken te geven waar de eerste scheuten en knopjes aan zitten. Dat vinden paarden heerlijk! Ze kunnen zich uren vermaken met het schillen en eten van de wilgentakken. Dat is dus twee vliegen in één klap: het gaat de verveling tegen en het is nog gezond ook! Heb je zelf geen wilgen op je terrein, kijk dan even goed rond in je omgeving waar je ze ziet. Je kan aan de eigenaar (particulier, de gemeente of natuurmonumenten) vragen of je de takken mag hebben als de boom gesnoeid gaat worden (meestal in het voorjaar). Vraag dan wel meteen of ze niet bespoten zijn, want insecticiden zijn natuurlijk uit den boze voor paarden!

De wilg, een natuurlijke pijnstiller

De wilg, een natuurlijke pijnstiller

Zelf wil ik nog weleens kauwen op een wilgentakje als ik hoofdpijn heb. De pijn neemt hierdoor af. Ik geniet van het resultaat, maar niet van de smaak tijdens het kauwen!

Hippiatori

Al in de begindagen van de samenwerking tussen mens en paard werd er diergeneeskunde bedreven. In het oude India bestonden er dierenziekenhuizen waar zieke paarden, olifanten en (ander) vee werden behandeld. Verschillende teksten zijn gewijd aan de behandeling van dierziekten, met name de Indiase Asva Sastram. Rond 1800 voor Christus had Koning Hammurabi van Mesopotoamië een lijst opgesteld waarop het honorarium voor de verschillende behandelingen van ezels en ossen stond aangegeven. Een eeuw eerder al hadden de Egyptenaren een op papyrus geschreven handleiding voor aandoeningen bij honden.

Pioniers op het gebied van de diergeneeskunde waren, net als voor de mensgeneeskunde, de Grieken. Hun paardenartsen werden Hippiatori genoemd en de eerste artsen, waarvan Hippocratus de belangrijkste is, waren bedreven in de behandeling van dieren. De Griekse geneeskunde was haar tijd zo ver vooruit dat de Romeinen bijna alleen maar Griekse artsen in dienst namen. De term veterinarius raakte in gebruik voor artsen die diergeneeskunde bedreven en het woord veterinarium verwees naar een paardenbehandelruimte of ziekenhuis.

Het oudste bekende boek over de verzorging van het paard werd in 1360 voor Christus voor het Hittitische strijdwagenleger geschreven door Kikkuli de Mittaniër. De beroemdste Griekse dierenartsen waren Aspyrtus, die in 330 na Christus de Hippiatrika schreef, teksten over de ‘veeartsenijkunde’ die in de tiende eeuw opnieuw werden gepubliceerd, en Vegetius. Vegetius schreef in 450 na Christus ‘Diergeneeskunde’, een boek dat duizend jaar lang werd beschouwd als het standaardwerk. Vegetius was goed op de hoogte van vele, ook nu nog actuele virale infecties. In Rome waren er ernstige epidemieën, die we nu herkennen als paardeninfluenza en Afrikaanse paardenpest.

In de middeleeuwen en ook in de 20ste eeuw was de behandeling van paarden (en soms zelfs van mensen!) in handen van de smid, die het aanzien genoot van de oude sjamaan. Tot aan de 18de eeuw boekte de wetenschap van de diergeneeskunde weinig vooruitgang, maar de oorlogen in Europa brachten daarin verandering: men was afhankelijk van een groot cavalerieleger, dat met uitgebreide fokprogramma’s werd ondersteund. In 1762 werd daarom de Koninklijke Veterinaire School in Lyon (Frankrijk) opgericht, 30 jaar later gevolgd door de School voor Diergeneeskunde in Londen.

Tegenwoordig speelt de dierenarts een grote rol bij elke activiteit waarbij paarden zijn betrokken. Hij houdt zich bezig met preventieve geneeskunde, hij diagnosticeert, adviseert paardenhouders en behandelt paarden.

Dierenarts