De Paarden Oppas Service onderzoekt… PRE’s!

De PRE is een Spaans paard: PRE staat voor Pura Raza Española, oftewel het ‘zuivere Spaanse ras’. De huidige rasstandaard werd al in de zestiende eeuw in Andalusië opgesteld door koning Philips II . Hij wilde een mooi, nobel en betrouwbaar gebruikspaard fokken. Het PRE stamboek werd pas in 1969 opgericht. De PRE is een barokpaard: in de late middeleeuwen werd met dit soort paarden aan het Spaanse hof de klassieke rijkunst beoefend. Het barokpaard is een warmbloedpaard, maar verschilt van modernere warmbloedtypes door een niet al te grote stokmaat, een kortere rug en rondere vormen. Wist je dat het Friese paard ook tot de barokpaarden behoort? Dit ras is namelijk ontstaan door kruising met Spaanse paarden tijdens de Spaanse overheersing. Barokpaarden worden o.a. gebruikt in de moderne dressuursport en voor het hogeschoolrijden. De PRE heeft een groot uithoudingsvermogen, is een doorzetter en hij heeft een koel hoofd, wat hem ook heel geschikt maakt voor het mennen. Zijn evenwichtige, loyale karakter maakt hem ook een heerlijk recreatiepaard.

Vóór de opkomst van de volbloedrassen werd de Andalusiër gezien als het edelste paard ter wereld. Recent genetisch onderzoek heeft uitgewezen dat de Andalusiër, afkomstig uit het zuiden van Spanje, en verwante rassen sterk zijn beïnvloed door de Berber (een Noord-Afrikaans woestijnpaard). Elke PRE is een Andalusiër, maar een Andalusiër is niet altijd een PRE. Een Andalusiër is een paard waarvan beide ouders zijn opgenomen in het PRE stamboek, maar niet goedgekeurd voor de fokkerij. Een Cruzado is paard waarvan één van de ouders een voor de fokkerij goedgekeurde PRE is.

De PRE heeft een gespierde borst en hals, met vaak prachtige lange, golvende manen. Ook de staart is vol en weelderig. Zijn gangen zijn vloeiend en vol impuls (hij trekt zijn knieën hoog op) en door de gespierde achterhand zijn de meeste PRE’s heel goed in het verzamelen. Het paard is zeer wendbaar en is niet alleen door zijn gangen een zeer comfortabel paard om te rijden: zijn nobele karakter en vertrouwen in zijn berijder maakt dat hij een zeer fijne compagnon is om mee te werken. Het zijn prachtige, werkwillige paarden, die zich makkelijk aanpassen door hun veerkracht en levendigheid. Het karakter is zo zachtaardig dat de hengsten in Spanje bijna nooit gecastreerd worden. De PRE is een sterk en sober paard met fijn gebouwde maar harde benen. Dat maakt hem voor vele doeleinden zeer geschikt. Vroeger waren ze populaire oorlogspaarden en veel staatshoofden lieten zich afbeelden op de rug van hun stoere strijdros. Een mooi voorbeeld daarvan is het standbeeld van Koning Karel I op Trafalgar Square in Londen. De moedige, wendbare Spaanse paarden werden ook vaak ingezet bij de stierengevechten. Tegenwoordig worden ze vaak gebruikt in de Westernsport, in de dressuur en ook wel in de springsport.

Er zijn meer PRE schimmels dan andere kleuren, want vroeger dacht men dat de kleur van het paard het karakter bepaalde en de schimmelkleur stond voor de juiste balans in moed, werkwilligheid, betrouwbaarheid en temperament. Men dacht dat voskleurige paarden temperamentvoller (vuriger) waren, en daardoor was deze kleur minder gewild. Pas sinds 2002 zijn andere kleuren dan schimmels toegestaan in het stamboek, waardoor er langzaam een grotere verscheidenheid aan kleuren ontstaat binnen dit ras.

De PAARDEN OPPAS SERVICE interviewde Linda van Belkum uit Lieren, bij Apeldoorn. Linda is eigenaar van Finca Linda, een stoeterij met barokpaarden, waaronder Knabstruppers (zoals het paard van Pippi Langkous) en PRE’s. Zie www.fincalinda.nl.

Het eerste paard wat Linda aanschafte (ruim 20 jaar geleden), was een Knabstrupper hengst (een Deens barokpaard), en door hem werd haar liefde voor het barokpaard alleen maar sterker. Barokke paarden staan bekend om hun zeer goede karakter met bijbehorende expressie, maar dit bleek in de praktijk ook echt bijzonder te zijn. Van jongs af aan had Linda al een fascinatie voor het barokpaard, en bovenaan haar verlanglijstje stonden altijd de PRE’s (Pura Raza Española). Reizend door Spanje, kwam Linda negen jaar geleden de Andalusische zwarte hengst Manchego II tegen. Zij haalde hem naar Nederland en ging met hem fokken. Daarna werd het paardenbestand snel uitgebreid.

Op je website geef je aan dat je altijd al gefascineerd was door het barokpaard, en dat de PRE bovenaan je lijstje stond. Toch was je eerste paard een Knabstrupper.
Hoe kwam dat? Zoals velen, ben ik in de KWPN-ers begonnen, en de Knabstrupper kwam op mijn pad. Acht jaar geleden kwam ik een Andalusisch paard tegen, en ik was meteen verkocht!

Was het puur het uiterlijk, wat jou in de eerste instantie aantrok tot de PRE? Nee, het was het karakter en de uitstraling. Ze zijn meer mensgericht.

De Fries is ook een barokpaard – waarom koos je ervoor om met Spaanse paarden te gaan werken, in plaats van met Friezen? Ik heb vroeger veel met Friezen gewerkt. Dit ras trok me niet zo, want er zitten ook veel types tussen die niet zo werkwillend zijn. De oude, zwaardere types, vind ik mooier dan het verfijnde type wat nu populair is. Bovendien is dat oude type ook werkwillend. Tegenwoordig zijn ze lichter gebouwd en is de werkwillendheid niet in alle paarden aanwezig.

Lusitano's bij de Paarden Oppas ServiceVanuit de geschiedenis zijn er meer schimmels dan anderskleurige PRE’s – heb jij alleen schimmels, of ook andere kleuren? Ik heb veel bruine paarden, een aantal grijze, een vos en natuurlijk de zwarte hengst. Niet alleen is er nu meer variatie in kleuren, maar ook in de grootte van de paarden. Vroeger hadden de PRE’s een schofthoogte van 1.60 cm. Tegenwoordig worden de paarden bewust wat groter gefokt in verband met de lengte van de Europeanen.

Heb je enig idee hoeveel PRE’s er zijn in NL? Er zijn 850 geregistreerde PRE’s in Nederland, en circa 400 – 500 ongeregistreerde.

Wat maakt het karakter van dit paard zo uniek? De PRE is heel zacht van karakter en zoekt de mensen echt op. Het zijn over het algemeen rustige paarden en ze zijn heel eenkennig. Voor hun eigenaar doen ze alles, maar als je er een ander op zet, kan het zijn dat het paard helemaal niet mee wil werken. Ik heb het meegemaakt dat iemand anders op mijn paard een wedstrijd ging rijden en het paard vertikte te doen wat zijn berijder vroeg, totdat ik erbij kwam: zolang ik op een paar meter afstand bleef, ging het goed, anders weigerde het paard.

Past de PRE bij iedere paardenhouder, of is hij voor sommige mensen niet zo geschikt (en waarom dan niet)? Bij iedereen, alleen je moet het wel zelf willen. Als je fervent IJslanderfan bent, dan lukt dat waarschijnlijk niet, omdat je dan zo gefocust bent op je eigen ras. KWPN-er eigenaren stappen nu steeds vaker heel bewust over op PRE’s vanwege hun goeie karakter.

Voor welke takken van sport is dit ras geschikt? PRE’s zijn heel veelzijdig inzetbaar, bijv. dressuur, mennen, springen (de grotere, langere paarden nu wel, vroeger waren die korte paarden niet zo geschikt voor springen). De Spaanse paarden werden gefokt op wendbaarheid, omdat ze in Spanje veel gebruikt werden voor het verplaatsen/hoeden van vee.

De Vereniging van het Andalusische Paard promoot het ras, omdat ze willen dat meer mensen dit mooie ras ontdekken. Ben je daar blij mee, of brengt dit ook het risico met zich mee dat de PRE een modepaard wordt, waar misschien niet iedereen mee om kan gaan? Nee ik ben niet bang dat het een modepaard wordt, want het fokbeleid van Spanje is heel streng, veel strenger dan bij andere rassen. Dus daardoor is er weinig kans op verzwakking van de rasstandaard. Bovendien is de aanschafprijs relatief hoog, waardoor niet iedereen zich een Andalusiër kan veroorloven. Op dit moment heb ik heel veel paarden staan, waardoor de keuze voor de paardenhouder niet alleen groot is, maar ik een aantal paarden tegen een voor de koper interessante prijs kan aanbieden.
Interesse? Neem contact op met www.fincalinda.nl.

Spinnenwebben in je stal gevaarlijk?

Spinnenwebben in je stal zijn gevaarlijkHeb jij veel spinnenwebben in jouw stal? Wat doe jij ermee? Laat je ze lekker zitten, zodat de spinnen weer wat vliegen kunnen opruimen? Niet doen, want spinnenwebben kunnen veel kwaad aanrichten!

Je weet vast wel dat stof brandgevaar kan opleveren, maar wist je ook dat spinnenwebben het vuur geleiden? Door stof of door fijn houtzaagsel wat je misschien gebruikt als bodembedekking, kan, in combinatie met een lichtbron, brand ontstaan. Soms worden er bouwlampen gebruikt in stallen en die lampen worden na een tijdje heel heet. Als daar stof omheen dwarrelt, of er zitten spinnenwebben omheen, dan kan er zomaar een stofexplosie plaatsvinden.

Een stofexplosie is een explosieve verbranding van stof, met zuurstof uit de lucht. Wanneer stof en lucht in een bepaalde verhouding aanwezig zijn en er een ontstekingsbron aanwezig is, bijvoorbeeld in de vorm van een statische ontlading, kan een explosie plaatsvinden. Een stofexplosie lijkt op een gasexplosie, maar is vaak veel krachtiger. Dit heeft in het bijzonder te maken met het optreden van secundaire stofexplosies. De primaire veelal wat lichtere stofexplosie, wervelt ander stof op tot een nieuwe, explosieve stofwolk. De secundaire stofexplosies kunnen zo met hoge snelheid door de hele stal razen. Spinnenwebben geleiden het vuur horizontaal van de ene box naar de andere en wanneer ze naar beneden vallen, nemen ze ook weer stof en strootjes mee en dit alles verplaatst het vuur ook nog eens verticaal (van boven naar beneden).

Om brand te voorkomen en beperken is het dus belangrijk om de spinnenwebben in je stal te verwijderen. Dit kan je doen met een stofzuiger of een bezem. Nadeel van de bezem is dat je kans hebt dat de spinnenwebben naar beneden vallen. Je kunt stofnesten voorkomen door de spullen die je niet zo vaak nodig hebt, op te slaan in afsluitbare kasten. De verzorgers van de Paarden Oppas Service komen bij veel paardenhouders en te vaak zien we nog dat mensen bijvoorbeeld allerlei potjes en borstels bovenop kasten leggen. Dat is vragen om stofnesten! Preventie begint bij een opgeruimde omgeving. Ook komen we nogal eens ondeugdelijke elektrische installaties/verlichting tegen. De bedrading van lampen is soms beschadigd en ook worden er weleens kabelhaspels gebruikt in de stallen, waarbij de haspels niet helemaal uitgerold zijn. Wanneer de kabel warm wordt, kan deze kortsluiting veroorzaken, doordat de kabel langzaam smelt. Rol de haspels altijd helemaal af! Dit geldt met name voor de hobbyhaspels van 5 – 10 meter.

Verder is het belangrijk dat je de stal regelmatig veegt, want hooi en stro geleidt brand natuurlijk als de beste! Plaats rookmelders in je stal, die in verbinding staan met een alarmcentrale. Heb je stallen aan huis, dan kan je de rookmelders in je stal zelfs koppelen aan die in je huis, door middel van het Verisure systeem. Ontstaat er brand in één van de ruimtes waar een rookmelder is, dan zullen alle rookmelders dat door een spraakmelding aan je doorgeven. Daarnaast word de alarmcentrale automatisch op de hoogte gesteld en ontvang je een sms-je, zodat je weet dat er brand is, ook als je niet thuis bent. Voor meer informatie of het bestellen van een Verisure systeem, klik hier.

Als het even kan, zorg dan dat je stal twee uitgangen heeft, zodat je jezelf en je paard in veiligheid kan brengen als er brand uitbreekt. Leg blusdekens neer en zorg dat je brandblussers hebt hangen die niet over datum zijn! Bekijk de uitleg op de blusapparaten, zodat je weet hoe je ermee om moet gaan. En bovenal: mocht er brand uitbreken, houdt het hoofd koel! Eerste prioriteit is natuurlijk om je paard in veiligheid te brengen: hij is compleet op jou aangewezen.

We hopen dat je nooit brand in je stal zult meemaken, maar neem onze adviezen ter harte, zodat je jezelf nooit hoeft te verwijten dat je niet de juiste voorzorgsmaatregelen hebt genomen!

Over kastanjes en de Aesculus Hippocastanum

Voor de mensen die veel weten op hippisch gebied, heb ik een vraag: Weet jij wat Aesculus Hippocastanum is?witte paardenkastanje
Aesculus Hippocastanum is een gewichtige naam voor een paardenkastanjeboom! Maar waarom heet de kastanjeboom nou een paardenkastanje? Wat heeft dit met paarden te maken? De Latijnse naam is waarschijnlijk uit het Turks afkomstig en betekent ‘paarden die kastanjes eten’. Als je goed kijkt, zie je op de bladsteel ook een tekening in de vorm van een hoefijzer.

De vrucht van de paardenkastanjeboom werd vroeger veel aan paarden gegeven om ze van de hoest te genezen, en ze werden ook aan drachtige merries gevoerd, zodat die een sterker veulen zouden krijgen – vandaar de naam. Let op: de onrijpe kastanjes, de schors en de bladeren zijn voor paarden wel giftig! Rijpe paardenkastanjes kunnen geen kwaad bij paarden. Ook voor schapen, geiten en varkens is de paardenkastanje eetbaar, maar voor mensen is ze giftig. De zaadjes kunnen echter als geneesmiddel gebruikt worden. In de vorm van een tinctuur kan dit gebruikt worden als krampstillend en pijnstillend middel en het heeft daarnaast een sterke werking op de bloedvaten en aders. Ook helpt het tegen reuma, maag- en darmklachten of borstontsteking. Verder kan er een thee van gebrouwen worden die helpt tegen de hoest. De vruchten bevatten saponine en kunnen daarom in poedervorm of als afkooksel gebruikt worden als wasmiddel of shampoo. In Nederland hebben we de witte en de rode paardenkastanje. De witte paardenkastanje bloeit begin mei, de rode omstreeks half mei. Omdat de boom goed bestand is tegen luchtvervuiling wordt de paardenkastanje veel toegepast in openbaar groen. De tamme kastanje is niet giftig voor mens of dier.

KastanjeBij veel boerderijen kun je aan de zuidzijde een grote paardenkastanje aantreffen. Die boom staat daar niet zomaar. Een kastanjeboom is namelijk de favoriete behuizing van een heks. Wanneer vroeger een boerderij gebouwd werd, dan werd direct naast de boerderij een paardenkastanje geplant. Men dacht dat heksen die over de uitgestrekte heidevelden zwierven, op gezette tijden een toevluchtsoord zochten en geloofde dat je heksen rust kon bieden en gunstig kon stemmen door een kastanjeboom te planten. De heks zou hierin haar intrek nemen en dan de boerderij, de bewoners en het vee met rust laten. Overdag roesten uilen graag in deze boom. Vroeger dacht men vaak dat uilen vermomde heksen waren.
Wanneer je een glimmende kastanje in je zak bij je zou dragen, zou dit negatieve energie afweren en het zou helpen tegen reuma klachten. Wel op tijd vervangen: als hij dof wordt, is het tijd om hem te vervangen voor een nieuw, glimmend exemplaar!

Tijd voor een sprookje over de paardenkastanje?
Het is misschien wel 2500 jaar geleden dat er diep in de binnenlanden van Turkije een kudde verzwakte, wilde paarden rondzwierf. Een vrouw zag ze drinken bij een waterpoel en liep op hen af. Ze was een vrouw die niet alleen in de zielen van de dorpelingen kon kijken, maar ook in die van dieren. De mensen waren daarom bang voor haar, sommigen noemden haar een heks.
Zonder geluid sprak ze met de zieke paarden: “Blijf hier wonen, wij geven jullie eten en jullie zullen genezen. In ruil vraag ik de sterke dieren onze lasten te dragen.” De paarden stemden toe en genazen. De kleine kudde groeide uit tot een grote groep sterke paarden die goederen en mensen naar verre bestemmingen bracht. De vrouw en haar man verwierven aanzien en rijkdom.

Op een dag stierf de vrouw en de paarden werden ziek. Ze zweetten, hoestten en waren benauwd. De man besprak zijn zorgen met zijn vier grote zonen. Zijn dochtertje, een nakomertje, had zich in de hoek van de donkere tent verstopt. Ze hoorde dat de zonen in verre streken hulp moesten zoeken en ieder kreeg hiervoor een zak goud.
In de lente reed de eerstgeboren zoon naar de grote tempel, ver weg. Tien dagen achtereen bad hij en hij offerde de zak goud. Bij de paarden veranderde niets.
In de hete zomer reed de tweede zoon naar het gevaarlijke hooggebergte, waar op de hoogste berg een tovenaar woonde. Hij smeekte de tovenaar hen te helpen en gaf zijn zak goud. Bij de paarden veranderde niets.
Die herfst kreeg de derde zoon een droom waarin hem werd verteld dat hij een monster moest doden en diens bloed zou de paarden redden. Van het goud kocht hij de beste wapens en samen met zijn jongere broer doodde hij het monster. Bij de paarden veranderde niets.
Vele paarden stierven en het gezin verloor haar fortuin. De mensen werden bang voor de vreemde familie, waar een doem op leek te rusten.

Die winter besloot het meisje, hoewel nog maar 10 lentes oud, zelf hulp te gaan zoeken. Met een stuk brood en een zak water verliet ze ’s morgens stilletjes de tent en liep de hele dag door de Paardenkastanjeheuvels tot ze ’s avonds op een helling in een bos tegen een boom in slaap viel. Vroeg in die nacht schoot ze wakker van een ijselijke kreet en zag nog net dat een heks uit de boom vloog. Angstig verstopte ze zich in een holle boom en toen ze de volgende dag te voorschijn kroop, keek ze recht in de ogen van een grote uil. De uil straalde zoveel gezag uit, dat ze ging zitten en het verhaal vertelde over de rampspoed. “Ik heb je moeder gekend, lieve kind” sprak de uil. “de oplossing van je probleem ligt hier. Let goed op.” De uil sloot zijn ogen en bleef onbeweeglijk zitten.
Op dat moment viel er uit de boom een blad op haar voeten. Gedachteloos speelde ze met het blad. Plotseling zag ze dat het einde van de bladsteel de vorm had van een paardenvoet. Ze klom in de oude boom en zag dat op de plaatsen waar de bladeren waren afgevallen, paardenhoeven gedrukt stonden. Dit was een paardenboom! Midden in de boom ging ze op een dikke tak zitten en zei: “Boom, luister, je bent een paardenboom, ik zie overal paardenhoeven op je takken. Alleen jij kunt me helpen!”

Ze vertelde het verhaal van de paarden. Er viel iets hards op haar hoofd, en nog één en nog één: de boom regende plotseling stekelige bolsters! En niet alleen uit haar boom, uit alle bomen in het bos vielen stekelige noten. “Dat moet de oplossing zijn,” dacht ze, “maar wat moeten de paarden met die stekelige noten?” Snel klom ze naar beneden en danste tussen de bomen door en riep: “Dank je wel, dank je wel, maar vertel me wat ik hiermee moet doen?” Toen zag ze dat een aantal van de stekelige bolsters openbarstten.
De vader en zijn zonen waren vreselijk ongerust en zochten het meisje. Ze hoorden haar roepen in het dal en dichterbij gekomen zagen ze haar dansen. ”Deze boom heeft de oplossing gegeven! Kijk!” en ze liet de glanzende bruine zaden zien. “Deze grote zaden moeten de paarden eten om beter te worden.”
En zo geschiedde. Sindsdien geven Turkse paardenhouders aan zwetende, hoestende, kortademige paarden deze kastanjes. En omdat ze zo goed voor paarden zijn, krijgen drachtige merries ze ook, waardoor de veulens sterk ter wereld komen.

Bron sprookje: Natuurverhalen.nl

Oudere merries krijgen vaker merrieveulens

Rollende merrie met veulenWist je dat sommige bloedlijnen meer hengsten dan merries produceren, of juist andersom? De merrie draagt meestal tussen de 13% tot 18% bij, terwijl de hengst slechts 2 tot 3% invloed heeft op het geslacht van de nakomeling. Dus het verhaal blijft niet beperkt tot het X en het Y chromosoom!

In de jaren zeventig kwamen ecoloog Bob Trivers en wiskundige Dan Willard met de theorie dat grote, gezonde zoogdieren meer mannelijke nakomelingen produceerden als de leefomstandigheden gunstig waren (met voldoende voedsel als belangrijke voorwaarde). Ze zeiden dat vrouwelijke zoogdieren die in minder gunstige omstandigheden leefden, meer vrouwelijke nakomelingen produceerden.

In 2009 publiceerde ecoloog Elissa Cameron bewijs voor deze theorie. Haar onderzoek toonde aan dat als zoogdieren een betere conditie hebben ten tijde van de conceptie, zij meer mannelijke nakomelingen produceren. Lichaamsvet en voeding heeft invloed op het glucosegehalte. Cameron suggereerde dat het glucosegehalte in het vrouwelijke zoogdier het geslacht van de nakomelingen zou beïnvloeden. Heel mooi om te zien dat de natuur het zelf regelt: zijn de omstandigheden niet optimaal, dan wordt het aantal nakomelingen beperkt. Zijn de merries gezond en goed op gewicht, dan zullen ze vaker hengstveulens krijgen. De hengstveulens kunnen immers, als ze volwassen zijn, veel nakomelingen voortbrengen, terwijl merries maar hoogstens één veulen per jaar kunnen krijgen.

Meer weten over dit onderwerp? Klik hier.

Kurkuma is goed voor je paard!

De Paarden Oppas Service raadt aan: kurkuma voor je paardCurcuma longa is een plant uit India waaruit de specerij kurkuma of koenjit (de Maleise naam) gewonnen wordt. Vroeger werd het tarmeriek genoemd. Kurkuma wordt gemaakt van de wortel van de plant. Het is een vast bestanddeel van kerriepoeder (curry) en geeft hieraan zijn gele kleur. Kurkuma wordt in Azië niet alleen gebruikt om rijst mee te kleuren, maar schijnt ook te werken als medicijn tegen allerlei ziektes, zoals trombose, artritis en hersenaandoeningen, waaronder de ziekte van Alzheimer en Parkinson. Kurkumapoeder wordt in India (naast de culinaire toepassing) gebruikt voor de behandeling van wondjes en schrammen en de behandeling van lever- en galproblemen, geelzucht en algemene spijsverteringsklachten.

Curcumine, het belangrijkste bestanddeel van het specerij kurkuma, is een (wonder)middel dat als oplossing voor allerlei kwalen kan dienen. Ook voor je paard! In honderden in-vitro en dierstudies zijn de geneeskrachtige eigenschappen van curcumine vastgesteld. Curcumine heeft antioxidatieve, ontstekingsremmende, immunomodulerende, wondhelende, ontgiftende, leverbeschermende, ontkrampende, neuroprotectieve, spijsverteringsbevorderende, antimicrobiële eigenschappen.
Bij paarden wordt kurkuma vaak ingezet ter heling en ondersteuning. Bij verstuikingen of spierpijn kan je een compres van kurkuma, citroen en zout aanbrengen bij je paard. Dan zijn de klachten sneller verholpen!

Je kunt kurkuma goed oraal toedienen bij je paard. Organische kurkuma is het beste: daar zit tussen de 3 en 5% curcumine in, de minimale hoeveelheid werkzame stof. Kurkuma wordt van nature niet zo goed opgenomen door het lichaam, maar als je het aanbiedt in combinatie met zwarte peper (en eventueel vetten in de vorm van kokosolie of lijnzaadolie) neemt het lichaam het wel goed op. Heeft je paard last van stijfheid, artritis of kan hij gewoon wel wat ondersteuning gebruiken, geef hem dan een mix van kurkuma en zwarte peper, gemengd met wat lijnzaadolie. Je kunt dit eventueel door het voer doen. Hierbij een recept voor kurkuma koekjes en een kurkuma pasta. Deze laatste kan je door het voer van je paard doen.

Kurkuma koekjes
Van kurkuma met havermout, wortel, zwarte peper, fenegriek en knoflook kan je hele gezonde koekjes maken voor je paard! De paarden vinden ze heerlijk en het kost niet veel om ze te maken. Dit is wat je nodig hebt:

– 100 gram havermoutKurkumakoekjes
– 150 gram geraspte wortel
– 130 gram volkorenmeel
– 3 teentjes knoflook, geperst
– 1 theelepel kurkuma
– 1 theelepel fenegriek
– Klein beetje zwarte peper
– 125 ml lijnzaad olie
– Eventueel een geklutst ei en nog wat water
• Alle ingrediënten in een kom doen en goed kneden
• Vorm er een staaf deeg van, die je in huishoudfolie doet. Dit laat je opstijven in de koelkast
• Daarna plakjes van snijden en op de ingevette bakplaat leggen
• In een voorverwarmde oven op 180 C in ca. 20 minuten de koekjes lichtbruin laten bakken
• De koekjes na het bakken even laten afkoelen voordat ze van de bakplaat worden gehaald

Gouden goedje
Je kunt ook een kurkuma pasta maken. Het is een dikke saus met een gouden kleur. Wij noemen het ons ‘Gouden Goedje’. Per dag geef je je paard 2 theelepels van het Gouden Goedje door het eten.

Ingrediënten
4 eetlepels organische kurkuma poederDeze pasta is gemaakt van kurkuma
250 ml water
1,5 theelepel zwarte peper
70 ml kokosolie
Doe de kurkuma in een pan met het water. Verwarm dit mengsel op een laag vuur. Blijf roeren tot er een dikke pasta ontstaat. Dit duurt 6 tot 10 minuten. Voeg dan de peper en olie toe en roer dit goed door. Neem de pan van het vuur en laat het mengsel afkoelen. Je kunt de pasta in een potje doen en in de koelkast bewaren. Het is dan nog 2 weken houdbaar.

Tip: je kunt het Gouden Goedje ook invriezen in ijsblokjes. Een dag voor gebruik laat je dan een portie ontdooien.

Gouden goedje ingevroren

 

Wat is Hippopotomonstrosesquippedaliofobie?

Hippische term of niet? Hippopotomonstrosesquippedaliofobie is een woord wat zelden gebruikt wordt, en dat is niet verwonderlijk. Veel mensen hebben moeite met lange woorden. Sommige mensen zijn er zelfs bang voor.

Krijgt u het Spaans benauwd van woorden als geneesmiddelenvergoedingssysteem of arbeidsongeschiktheidsverzekeringsformulier? Dan heeft u mogelijk een fobie voor lange woorden. Daar valt mee te leven, ware het niet dat deze aandoening een naam heeft die de patiënt de stuipen op het lijf jaagt: hippopotomonstrosesquippedaliofobie.

Meer weten? Lees het artikel over hippopotomonstrosesquippedaliofobie in Trouw.

Ga op de Griekse toer met Fenegriek!

Ooit van gehoord? Het is Grieks en goed voor je paard! De Latijnse naam is Trigonella foenum-graecum, wat ‘Grieks hooi’ betekent. Fenegriek is een uit Egypte afkomstig kruid met goede vetzuren, waarvan de zaden door de oude Grieken gemengd werden door het hooi van hun paarden, wat resulteerde in een glanzende vacht én een betere conditie.

 

Fenegriek

Fenegriek: goed voor je paard!

Fenegriekzaad is rijk aan vetten, maar ook aan vitamine A, B, C, E, kalk en fosfor en is heel voedzaam. Heden ten dage wordt het kruid nog steeds ingezet ter verbetering van de algehele conditie van het paard en om wondjes, abcessen, artritis, bronchitis en spijsverteringsproblemen te verhelpen. Heeft je paard reumatische klachten, dan kan je fenegriek uitwendig gebruiken, door de gedroogde, geplette zaden te verwerken in een papkompres. Werkt ook goed voor het verwijderen van dorens. Fenegriek werkt desinfecterend en verzachtend. Ook hebben de zaden een positieve werking op de melkproductie. En het verbetert de conditie van de merrie na de bevalling. Je kunt het beter niet geven als je merrie drachtig is, want het kan de baarmoeder prikkelen.

Heeft je paard gevoelige luchtwegen, doe dan een schepje fenegriek door het voer. De aanbevolen dosering is 30 gram per dag. ’s Winters staan paarden meestal op stal, en dan zullen de luchtwegen eerder geprikkeld raken, dus je kunt er voor kiezen om het alleen ’s winters te geven, of als ze wat hoesten. Als je het kruid het hele jaar door geeft, kan je paard er immuun voor raken en dan heeft het natuurlijk niet meer de gewenste uitwerking. Het is goed om Fenegriek samen met rozenbottel aan te bieden aan je paard: beide kruiden stimuleren elkaars werkzame stoffen. Rozenbottel is rijk aan vitamine C en biotine en is daardoor goed voor de afvoer van afvalstoffen en het opbouwen van de weerstand van je paard.

Fenegriek en Rozenbottel zijn te koop via het internet of gewoon bij de ruitersportzaak.
Doe je paard een lol en ga op de Griekse toer!

Een ander middel voor paarden met gevoelige luchtwegen is een scheutje walnotenolie of kruidenthee door het voer: dit heeft een bijzonder heilzame werking.
Als je paard een stofallergie heeft, kan je hem beter nat hooi geven én kruidenthee! Je koopt hiervoor Bronchiaal Kruiden, doet hiervan een schepje in een pot warm water, laat dat even trekken en dan doe je deze ‘kruidenthee’ 2 x per dag door het voer.
De AnimaVital Luchtwegen & Weerstandmix is ook een aanrader, evenals de kruiden van Aveve. Bij de kruiden merk je na een weekje verschil. Stop niet meteen als het hoesten ophoudt, maar blijf het nog een tijdje geven, om de longblaasjes de kans te geven om goed te genezen.
Met deze goeie zorg is je paard zó weer trèg op zen stekke, dat wil zeggen: hersteld!

De Paarden Oppas Service onderzoekt…het Fjordenpaard!

Dimple en Archibald met Sandra

Dimple en Archibald met Sandra

Als we terug zouden gaan naar de periode na de laatste ijstijd, dan zouden we er getuige van kunnen zijn dat de ons welbekende Fjordenpaarden vanuit het zuiden van Zweden en Denemarken naar Noorwegen kwamen. Archeologische aanwijzingen bevestigen dat en vertellen ons dat de Fjorden in de bronstijd (1200 voor Christus) getemd werden door de Vikingen. De Vikingen namen de Fjordenpaarden ook mee naar IJsland (ja: het IJslandse paard is ontstaan mede door inmenging van de Fjord!). Het Fjordenras is één van de oudste en zuiverste rassen ter wereld. Hoewel de Fjord qua kleur en aftekeningen lijkt op het Przewalskipaard, stamt het hier niet van af. Dit blijkt uit het feit dat de Przewalski 66 chromosomen heeft en de Fjord 64.
Vroeger werd het Fjordenpaard vanwege zijn kracht, vaste tred, goede gezondheid en werkwilligheid veel gebruikt op het land, maar tegenwoordig is het meer een hobby- en vrijetijdspaard. De Fjord wordt ingezet onder het zadel, voor de wagen en als voltigepaard. Meestal zien we de vaalgele kleur, maar wist je dat er ook grijze Fjorden zijn? Deze zijn vrij zeldzaam, dus het is bijzonder als je er één tegenkomt!

De Paarden Oppas Service wordt regelmatig benaderd door eigenaren van Fjordenpaarden, met de vraag of wij een verzorger kunnen regelen voor wanneer zij met vakantie gaan. Zo kwamen wij in contact met Lodette uit Apeldoorn. Wij interviewden haar over haar Fjorden:
Onze eerste Fjord kwam alweer 30 jaar geleden bij ons. Een kennisje van ons wist dat wij op zoek waren naar een pony (mijn zus en ik waren 9 en 10) en mijn vader kreeg een tip van haar dat er toch wel een erg leuke Fjord te koop was. In de eerste instantie was ik over het ras niet zo heel enthousiast, maar mijn ouders wilden een pony die veelzijdig was. Mijn zus en ik een dier om op te rijden en mijn vader een dier dat hij aan kon spannen. We zijn gaan kijken en proefrijden bij de eigenaar van de Fjord, die toen nog Fury heette. Deze eigenaar had hem op de markt in Zuidlaren gekocht en er waren geen papieren bij, maar de pony was overduidelijk een Fjord. Hij kon voor de kar en je kon erop rijden dus de beslissing was snel genomen. Op 30 april 1984 kwam dan eindelijk onze eigen pony. Mijn moeder had zijn nieuwe naam al bedacht: Joerie. Joerie is altijd bij ons gebleven tot hij 33 was. Toen hebben wij hem in laten slapen omdat hij stopte met eten.
Na 5 jaar kwam er een 2e Fjord bij, een merrie: Hiske (een dochter van Bjorgard). Zij was een nog helemaal groene 3 jarige merrie. We hebben haar zelf beleerd onder het zadel en aangespannen. Ze bleef helaas in stokmaat achter op Joerie en werd niet groter dan 1.37 mtr. Om een span te vormen was dat toch niet ideaal dus Hiske is verkocht naar een meisje in Enschede.
Om toch een span te kunnen vormen kochten we Archibald. Een 7-jarige hulpboek ruin van een meisje in Veenendaal. Toen we gingen kijken was hij in “over conditie” maar wij zagen dat hij mooi bewoog en ontzettend lief was dus Archibald ging met ons mee. Samen met Joerie heeft hij vele jaren in tweespan gelopen. Ook reden wij hem onder het zadel. Archibald is nog steeds bij ons, hij is ondertussen 29 en geniet van zijn pensioen, zo af en toe nog een ritje met een 2-wieler en uitstapjes aan de hand.

Archibald, Fjord

Blik op/van Archibald

 

Het bijzondere aan de Fjord is dat het een zeer veelzijdig ras is dat in ons geval heel goed bleek te passen bij onze no-nonsense houding. Ze zijn zeer werkwillig en het gangenwerk is goed waarbij de stap en de draf bij onze paarden beter waren dan de galop. Onze Fjorden waren zeer sporadisch ziek en nooit kreupel. Zelfs tijdens de wedstrijdseizoenen liepen ze altijd buiten.
Het karakter van een Fjord is te omschrijven als goedmoedig en vriendelijk, maar het is zeker geen slaper. Joerie was een paard met een heel eigen karakter en bijna meer mens dan paard. Hij was heel slim en wist o.a. hoe hij sloten moest openmaken, maar ook hoe hij onder het werk moest uitkomen in het span door net een half pasje achter te lopen. Joerie was niet snel ergens van onder de indruk: hoe meer mensen hoe beter en van applaus kon hij geen genoeg krijgen!
Archibald is een harde werker die het je graag naar je zin wil maken, maar die super gevoelig is. Hij heeft maar weinig nodig, kleine hulpen geven. Als je hem verbaal een standje geeft kan hij daar een dag later nog van onder de indruk zijn.
In onze tienertijd hebben mijn zus en ik de Fjorden onder het zadel gereden en voor de lol met de platte wagen in het bos met vriendinnen rijden. Springen, dressuur, crossen. Alles ook in wedstrijdverband. Mijn vader reed aangespannen. Na mijn 18e ben ik ook aangespannen wedstrijden gaan rijden met het tweespan. Totdat Joerie 22 was hebben we dat gedaan, daarna alleen nog recreatief.
Eén van de leuke dingen is wel dat als wij een weekend op wedstrijd gingen, de pony’s ook mee barbecueden. Dat vonden ze altijd reuze gezellig en lekker. Ook heeft Joerie voor een Willie’s Jeep gelopen tijdens een optocht. Wat erg ontroerend was dat toen we Joerie lieten inslapen Archibald en Dimple (onze Tinker) hem op het laatst met een keiharde hinnik gedag zeiden. Dat was echt een halve minuut voordat hij gesedeerd werd.

Archibald wordt gepoetst door Sandra

Archibald wordt gepoetst door Sandra

Wij zijn in contact gekomen met de Paarden Oppas Service via internet. Na een persoonlijk gesprek hadden we direct een klik met Sandra. Zij heeft al vaker bij ons opgepast, zij is zeer professioneel en begaan en zorgt ervoor dat je met een heel gerust hart op vakantie gaat. Wij bevelen haar aan! Het is als paardenbezitter toch heerlijk om te weten dat je dieren goed verzorgd zijn als je zelf op vakantie bent! Dat brengt zoveel rust…

Regelmatig DROES uitbraken in Nederland!

Regelmatig DROES uitbraken in Nederland!

Bijna elk paard heeft wel een keer in zijn leven droes, maar het is zaak om tijdig in te grijpen, om verspreiding te beperken.  Droes is een zeer besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door de bacterie Streptococcus Equi. Deze bacterie zorgt voor een acute infectie van de voorste luchtwegen waarbij abcessen van de lymfeknopen ontstaan. De lymfeknopen die tussen de kaaktakken liggen en de lymfeknopen die boven de keel liggen worden het vaakst aangetast. Hoe meer paarden bij elkaar, hoe groter de kans dat de ziekte verspreid wordt. Dit gebeurt meestal door gezamenlijk gebruik van drink- en voederbakken. Of via de mens. Omdat de incubatietijd 3 tot 14 dagen kan zijn is het lastig vast te stellen of een paard besmet is.

Je kunt een besmet paard herkennen aan een aantal symptomen:De Paarden Oppas Service over droes

– loopneus (in de eerste instantie helder, maar na een paar dagen pusachtig)

– hoesten en snurken

– verminderde eetlust. Eten kan ook via de neus terugkomen, door slikproblemen

– koorts

–  pijn in de hals, te herkennen aan de lichaamshouding: paard houdt de hals vaak gestrekt

– lymfeknoopzwellingen of –abcessen

De Gezondheidsdienst voor Dieren (in Deventer) biedt naast de DNA-test en het bacteriologisch onderzoek nu ook de ELISA-test aan voor droes. Dit is een nieuwe diagnostiek voor het aantonen van antistoffen tegen de droesbacterie in bloedserum. Bijna alle paarden ontwikkelen enkele weken na infectie antistoffen en komen daardoor positief uit de test. Bij dragers blijven de antistoffen langdurig aanwezig.

Droes is voor het paard erg pijnlijk. Raadpleeg snel een dierenarts als je vermoedt dat je paard droes heeft, want in een vroeg stadium kan het nog behandeld worden. Vroeger kreeg een paard met droes meestal een antibioticakuur voorgeschreven, maar tegenwoordig is men daar terughoudend in, aangezien de antibiotica de rijping van de abcessen vertraagt. In de meeste gevallen is het beter om de abcessen door te laten breken. De abcessen kunnen zelf rijpen, of de dierenarts opent ze. Benauwdheid kan bestreden worden met medicijnen. Als deze niet het gewenste resultaat opleveren, dan kan er een tracheotomie geplaatst worden (een buisje in de luchtpijp), waardoor het paard kan ademen tot de zwelling in de luchtwegen is afgenomen.

In uitzonderlijke gevallen kan droes fataal zijn. De bacterie kan nl. via het bloed elders in het lichaam terecht komen en abcessen veroorzaken in de spieren, de organen of de buikholte (let op koliek verschijnselen!). Als dat gebeurt is de kans klein dat het paard dit overleeft.

Meestal krijgen paarden op jonge leeftijd droes en bouwen dan een vorm van immuniteit op, maar deze is niet levenslang, dus oudere paarden kunnen het ook (weer) krijgen. Je kunt je paard vanaf de leeftijd van 4 maanden laten inenten, maar daarover zijn de meningen verdeeld: in sommige gevallen is het wenselijk, maar naast de voordelen zijn er ook nadelen aan verbonden, dus bespreek de situatie van jouw paard goed met je dierenarts!

Om besmetting te voorkomen kan je je paard het beste uit een eigen drinkbak laten drinken en niet in de buurt van andere paarden poetsen en opzadelen. Stallen kunnen het beste de nieuwe paarden tijdelijk apart zetten en jongere paarden permanent apart te zetten. Als een paard genezen is, kan het toch nog tot 6 maanden besmettelijk zijn voor andere paarden!!

Hoe zorg ik dat mijn paard zich niet verveeld?

Wat is het een triest gezicht, om een paard alleen in de wei te zien staan, met hangend hoofd. Hij neemt een paar stapjes, neemt een paar hapjes en staart met doffe blik wat voor zich uit. Een gezond, blij paard is ondernemend en nieuwsgierig naar zijn omgeving. Wat doe jij om het welzijn van je paard te vergroten en te zorgen dat hij zich niet verveeld?

Belangrijk is gezelschap: het paard is immers een kuddedier. Laat hem niet alleen in de wei staan en maak de wei avontuurlijk door een Paddock Paradise aan te leggen, wat de natuurlijke leefomgeving van paarden nabootst. Leg paden aan van verschillende breedtes en verschillende soorten ondergrond, zorg voor hoogteverschillen en een natuurlijke drinkplaats en plaats hier en daar bomen of leg paden aan door de bosjes en tussen de bomen door. Biedt het hooi en gezonde tussendoortjes telkens op een andere plek aan, zodat de paarden moeten zoeken naar eten. Span bijvoorbeeld een touw met verschillende soorten groenten en fruit tussen de takken van een boom in de wei, of hang het op in de stal. Staan de paarden een deel van de tijd op stal, dan is een gemeenschappelijke binnenruimte het meest natuurlijk. Als dit niet mogelijk is, zorg dan dat de paarden elkaar wel kunnen zien en aanraken door de tralies van de boxen heen.

Er moet altijd voldoende hooi zijn, niet alleen voor de maagvulling, maar ook voor de afleiding. Wist je dat paarden een kilo hooi wel 6000 keer kauwen voor ze het doorslikken? Dat is heel wat anders dan bij brokken: daarop kauwen ze maar 1000 keer per kilo. Zorg dat je het voer meerdere keren per dag in porties aanbiedt. Houdt hierbij een dagelijkse routine aan door op vaste tijden te voeren, de paarden in/uit de wei te zetten en ze rust/beweging te geven. Dit geeft je paard een gevoel van veiligheid en balans. De beweging die jij je paard actief geeft, door hem te berijden, longeren, grondwerk met hem te doen, met hem te gaan lopen, zorgt niet alleen voor afleiding, maar versterkt ook de band tussen jou en je paard.

Er is allerlei speelgoed voor paarden te koop, maar spelletjes met een beloning blijven natuurlijk het leukst! Denk hierbij aan een bal waar snoepjes in zitten, die eruit komen als het paard de bal vooruit duwt. Ook likstenen zijn een vorm van vermaak, net zoals een kind van een lolly kan genieten! Tegelijkertijd krijgt je paard de nodige zouten en mineralen binnen. Let wel goed op de ingrediënten, want sommige likstenen bevatten aardig wat suiker, en daar wordt je paard alleen maar opgefokt van! Mocht je toch een liksteen hebben waar wat meer suiker in zit, biedt deze dan alleen af en toe aan. Likstenen zijn tegenwoordig verkrijgbaar in allerlei verschillende smaken.

De bekende pionnen en rubberen ballen zijn goed voor menig uur speelvermaak, maar kijk dit speelgoed goed na: van te voren om te zien of er een scherpe randjes aan zitten, en na gebruik, om na te gaan of je paard de pion/skippybal niet aan het slopen is geweest. Want dat kunnen ze goed! Zorg ook dat je voldoende afwisseling biedt in de soorten speelgoed. Ruil af en toe met bevriende paardenhouders of berg bepaalde dingen voor een aantal weken op, om ze later weer eens aan te bieden aan je paard.

Gaan we spelen, mama?

Gaan we spelen, mama?

Geef je paard de ruimte om iedere dag lekker te kunnen rennen én rollen, in de wei of in een paddock. Dat is voor hem een heerlijke manier om te ontspannen en zichzelf te masseren. Hou de conditie van de wei goed in de gaten: bij schraal gras zal je paard iets anders gaan zoeken om zich mee bezig te houden. Dan kan hij ongewenst gedrag gaan vertonen naar weigenootjes. Of in het hek gaan bijten, weven, likken, met zijn onderlip gaan flapperen of windzuigen. Deze repeterende bewegingen zorgen voor de aanmaak van endorfine, een lichaamseigen hormoon waarvan het paard in een roes raakt en waaraan het op den duur verslaafd raakt. Als je een slowfeederbak op het weiland hebt, kan je daar wilgentakken in leggen, waartussen je wortels verstopt: dat houdt ze wel even bezig!

Om verveling op stal tegen te gaan, zorg je in de eerste instantie voor een schone, aangename stal. Afmetingen bij voorkeur minstens 3,5 bij 3,5 meter, voldoende licht en een temperatuur tussen de 10 en de 15 graden. Zorg voor voldoende frisse lucht, zodat je paard geen last krijgt van de ammoniakgeur van de urine. Staat je paard naast een paard waar hij goed mee op kan schieten? Dat bevordert zijn welzijn! Je kunt in de stal voor de afleiding af en toe ook een bal, wilgentakken, een wortel, een raap of een appel aan een touw ophangen. Let erop dat je paard niet in het touw verstrikt kan raken. Ook kan je een speciebak neerzetten met daarin tennisballen en wortels. Dan mag je paard lekker wroeten om af en toe beloond te worden met een heerlijke wortel!